<Resultaat 2124 van 2531

>

Aan de Heer Stijn Streuvels
Het Lijsternest
INGOYGHEM
W[est Vlaanderen]

EDB/SG
Waarde Heer Stijn Streuvels,
Mijn beste dank voor uw spoedig antwoord.[1]
Zou ik u nu nog een andere vraag mogen stellen? Of u mij het boekje van Wouters[2] gedurende korte tijd ter lezing zou willen sturen, ik zal het u aangetekend terugzenden. Ik kan het in geen enkele bibliotheek vinden, en zou deze tekst absoluut eens willen inzien.
Er is ons uit onze literatuur van de 18de eeuw zo bitter weinig bekend, en dat stuk van Wouters moet toch levensvatbaarheid gehad hebben.
Met mijn beste dank bij voorbaat,
(handtekening Eugène De Bock)
ANTWERPEN 27.IV.1951
 

Annotations

[1] Cf. brief van Streuvels aan De Bock van 25 april 1951.
[2] De Heylige Genoveva ofte Herkende onnooselheyt. Bly eindende-treurspel (in vaerzen door Ant. Fr. Wouters), vertoont op de Antwerpsche Vertooghplaets den 21 april 1664. T' Antwerpen, by Godgaf Verhulst (1664). In 4°.

Register

Naam - persoon

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Wout(h)ers, Antoon Frans (° Antwerpen, 1641-05-01 - ✝ Antwerpen,)

Jurist en (toneel)schrijver.

Wouters werd net als zijn vader advocaat. Voor het toneel dichtte hij: De heylige Genoveva ofte herkende onnooselheyt, blij-eindende treurspel in vaerzen door Ant. Fr. Wouthers, vertoont op de Antwerpsche vertooghplaets den 21 April 1664. Antw. 1664; Detwee gelyke schippers, klucht, Antw. 1675; Edelmoedige ondankbaerheyd; Strijd van de Min en het Geluk. Zijn werken van anderen aard verschenen onder de titels: Civilia busta Philippi, ofte borgerlycke uytvaert over Philippus den Vierden, Coninck van Spanien, gedaen door de overheyt ende het volk van Antwerpen, in hunne hooftkerck den 17 dagh der Wintermaendt (1665); Aen den Edelen Joncker H.F. van den Werve sich beghevende in de Seraphinsche orde van den H. Fransiscus.