24 November 1930.
Weled[ele] Heer Frank Lateur,Ingooigem.
Uitgeverij
Geachte Heer Lateur,
Ik dacht in mijn vorig schrijven[1] mijn akkoord te hebben uitgedrukt met uw aanmerkingen in uw brief van 20 November.[2] Volgens uw brief van voorgisteren[3] blijkt dit echter niet zoo te zijn.
Om dan een eind te maken aan het over- en weergeschrijf stuur ik u inliggend een ontwerp van kontrakt, waarin opnieuw wordt ingegaan op uw vraag betreffende het eigendomsrecht. Mocht het nog niet in orde zijn naar uw meening, wil dan het kontrakt zelf veranderen, en het mij terugsturen.[4]
Hoogachtend.
Annotations
[1]
Cf. brief van Eduard Amter aan Stijn Streuvels van 21 november 1930.
[2]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Eduard Amter van 20 november 1930.
[3]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Eduard Amter van 22 november 1930.
[4]
Cf. antwoord van Streuvels op 25 november 1930. Het ontwerp-contract bevindt zich bij de brief. Het definitieve contract, d.d. 27 november 1930, wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).