31 Januari 1931.
Den Heer Frank LateurLetterkundige
Ingooigem.
Uitgeverij
A/1
Geachte Heer Lateur,
Antwoord op uw schrijven van 27 j[ongst]l[eden][1]
Inderdaad uw kontrakt met uw Hollandschen uitgever houdt rekening met het kontrakt dat gij afsloot met ons. Alleen is er deze aanmerking dat volgens ons kontrakt het Davidsfonds de eerste uitgaaf van uw boek bezorgt, en dit vóór einde Juni.[2]
Het is nu voor ons onmogelijk uw boek in eerste verzending 1931 te laten gaan daar wij hebben moeten wachten naar de illustratie en de drukker dus met uw werk nog bezig is, terwijl hij met de verzending van een ander kan beginnen. Zoo gauw deze verzending gedaan is beginnen wij aan het uw en als uw Hollandsche uitgever met zijn uitgaaf voor de pinnen komt als onze verzending aan den gang is, dan is ons recht de eerste uitgaaf te lanceeren gewaarborgd.
Met beleefde groeten.
Annotations
[1]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Eduard Amter van 27 januari 1931.
[2]
Artikel 1 van het contract voor de Vlaamse uitgave van Alma met de vlassen haren luidt: De schrijver staat aan den uitgever het recht af om in eerste uitgaaf zijn boek, Alma met de vlassen haren, uit te geven in 1900-een-en-dertig. Meerdere oplagen zijn in deze eerste uitgaaf toegelaten, doch met de beperking dat de uitgaaf-Davidsfonds bestemd is voor de leden van deze vereeniging. Het overschot dat van die oplage(n) overblijft op 't einde van 1931, mag de uitgever verkoopen aan zijn leden die toetreden na 1931. — De eerste oplaag zal verschijnen uiterlijk einde Juni 1931.
