<Resultaat 2353 van 2531

>

BLIJDE-INKOMSTSTRAAT 75

De Heer Stijn Streuvels,
"Het Lijsternest",
Ingooigem.

ONZE REF.: S.-Db.4/A./Spr.
Welgeachte Heer Streuvels,
Ik dank U en de heer Herman Teirlinck namens het Davidsfonds voor uw gezamenlijk manifest ter verdediging van de Vlaamse taal- en kultuurgemeenschap tegen alle verdere pogingen van Franstalige zijde om ze nog meer te beroven van grondgebied en mensen.[1]
Het is een waardig stuk, gezagvol om zijn stellers. Voorzeker heeft het de Vlaamse openbare opinie getroffen en het is te hopen dat straks, wanneer de strijd om de vastlegging van de taalgrens, met bijkomend de afschaffing van de talentelling, op zijn hevigst wordt, vele personaliteiten uw beider voorbeeld zullen volgen. V[oor]n[ame]l[ijk] evenwel is te hopen, dat de gezagdragers in het land, op wie uw uitspraak stellig indruk moet gemaakt hebben, vatbaar zullen zijn voor de wijsheid en de Vlaamse trots die erin tot uiting komen.
Ik schrijf deze brief ook aan de heer Teirlinck.
Met oprechte hoogachting. Godevolen.
(handtekening Eduard Amter)
E. Amter.
LEUVEN 31.X.1959
De Heer Stijn Streuvels,
"Het Lijsternest",
INGOOIGEM.
 

Annotations

[1] Toen in 1959 van Vlaamse zijde gereageerd werd voor een vaste afbakening van de taalgrens en tegen de faciliteiten voor Franstaligen in de Vlaamse randgemeenten rond Brussel, publiceerde Streuvels samen met Herman Teirlinck nog een oproep om op te komen voor 'een onschendbaar taalgebied' en 'de volstrekte onaantastbaarheid (van de) geboortegrond'. Dit manifest werd op 29 oktober 1959 gepubliceerd in De Standaard. Elektronische NEVB

Register

Naam - persoon

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° Sint-Jans-Molenbeek, 1879-02-24 - ✝ Beersel, 1967-02-04)

Pseudoniemen: Hermelijn, Janette en Jan Overheide Nyhuis, Jan en Janette Nyhuis Overheide.

Vlaams dichter, prozaschrijver en toneelman.

Groeide op als zoon van de taal- en letterkundige Isidoor Teirlinck in een vrijzinnig-intellectueel milieu. Herman Teirlinck was beambte bij het stadsbestuur te Brussel (1902-1906), correspondent van Het Handelsblad (Amsterdam) (1906-1911), directeur van een meubelfabriek (1912-1926), leraar aan de 'Academie voor Schone Kunsten' te Antwerpen (1925-1938), leraar (vanaf 1928) aan en directeur (1938-1951) van de 'Nationale Hogere School voor Bouw- en Sierkunsten' te Brussel. In 1946 stichtte hij de studio van het 'Nationaal Toneel' van België (sinds 1967: 'Hoger Instituut voor Dramatische Kunst - Studio H. Teirlinck'). Hij was privaat-raadsheer inzake kunst en wetenschap van koning Albert I (1933) en Leopold III (1934-1951). Verschillende universiteiten verleenden hem eredoctoraten. Teirlinck werkte sinds 1898 mee aan Van Nu en Straks. Na een verzenbundel publiceerde hij fijnzinnige dorpsverhalen en impressionistische schetsen (Zon, 1906) die een zeer eigen toon aansloegen. Daarna volgden toneelwerk en romans in een veelheid van stijlen en stromingen (dilettantisme, expressionisme, vitalisme). In zijn werk zijn duidelijk drie hoogtepunten te onderkennen, gescheiden door telkens een kleine tien jaar zwijgen: eerst het jeugdwerk tot zijn dertigste jaar, met als hoogtepunt Mijnheer J.B. Serjanszoon, orator didacticus (1908); dan de jaren twintig met velerlei expressionistische toneelexperimenten; ten slotte vanaf 1940 het vitale ouderdomsproza, waaronder zijn meesterwerk Het gevecht met de engel (1952).

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Naam - instituut/vereniging

Davidsfonds

Deze culturele en christelijke vereniging werd op 15 januari 1875 door de Leuvense studentenvereniging Met Tijd en Vlijt opgericht. Ze fungeerde als de tegenhanger van het vrijzinnige Willemsfonds en werd genoemd naar Jan-Baptist David. Het Davidsfonds bestaat nog steeds en heeft tot doel de algemene ontwikkeling van het Vlaamse volk te stimuleren. Lannoo hielp in 1913 bij de heroprichting van de Tieltse afdeling, waarvan hij in de zomer van 1928 een bestuursfunctie toegewezen kreeg.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

Davidsfonds

Naam - persoon

Streuvels, Stijn
Teirlinck, Herman

Titel - tijdschriften en kranten

De Standaard