Brugge, den 30 November 1939
Mijnheer Stijn STREUVELSINGOYGHEM
Mijnheer,
We hebben de eer U hierbij kredietnota N[ummer] CB 1078 van F[rancs] 1972.00 te laten geworden voor de auteursrechten die U toekomen voor de verkochte exemplaren van uw werken op 31 Juli l[aatstleden][1]
We hopen U wel akkoord met de som van Fr[anc]s 1972.00 die we op uw postcheckrekening N[ummer] 2031.34 overschrijven.
We nemen de gelegenheid te baat U er op te wijzen dat we ingevolge de aangebrachte wijzigingen aan de wet van 28 Juli 1938 betreffende de belastingen op het inkomen, we er meer dan waarschijnlijk zullen toe genoopt worden in onze fiscale verklaring van dit jaar de naam en woonplaats op te geven der rechthebbende der uitbetaalde auteursrechten.
We houden ons ter uwer beschikking voor de eventueele opmerkingen die U hier op te maken zoudt hebben.
Intusschen verblijven we
Hoogachtend.
V[OO]R DESCLEE de BROUWER & C[ompagn]ie
(handtekening)
(handtekening)
Annotations
[1]
Desclée De Brouwer was Streuvels 1972 fr. verschuldigd als honorarium op de verkoop van L'enfant de Noël, Contes à Poucette en Prutske's Vertelselboek.