Brugge, den 23 Januari 1941
Mijnheer STIJN STREUVELSINGOYGHEM
Geachte Heer,
We hebben het genoegen U hierbij kredietnota N[ummer] CB.1767 F[rancs] 778.75 toe te sturen voor de auteursrechten die U toekomen voor de door ons op 31 Juli 1940 verkochte boeken.[1]
De som van F[rancs] 778.75 wordt op uw postcheckrekening N[ummer] 2031.34 gegireerd.
We verontschuldigen ons om het lang uitblijven van het toezenden uwer nota, de huidige omstandigheden zijn hier de oorzaak van.[2]
Aanvaard, Geachte Heer, onze gevoelens van hoogachting.
VOOR DESCLEE de BROUWER & C[ompagn]ie
Dienst der Boekhouding
(handtekening Croene)
Dienst der Boekhouding
(handtekening Croene)
Annotations
[1]
Desclée De Brouwer was Streuvels 778,75 fr. verschuldigd als honorarium op de verkoop van L'enfant de Noël, Contes à Poucette en Prutske's Vertelselboek.
[2]
De afrekening van Streuvels' honorarium voor de boeken verkocht tot eind juli van een bepaald jaar gebeurde normaal gesproken in oktober van dat jaar. Maar op 10 mei 1940 hadden Duitse troepen de Beneluxlanden bezet, m.a.w. de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken.