Brussel
[1], 23 Februari 1946.
Den WelEdelen Heer Frank LATEUR
Lijsternest,
INGOOIGEM.
Zeer geachte Heer,
Uw zoon,
Paul, vroeg me of wij een herdruk van uw albums thans kunnen in overweging nemen. Indien de papiertoestand voort beter wordt
[2] zullen wij dat zeker kunnen en trouwens uw werken voor herdruk een voorrang laten.
In de eerste plaats zouden wij "
Zeelieden en Zeevisscherij" met de illustraties van
R[ené] De Pauw kunnen laten herdrukken.
[3] Ik meen dat wij nadien zouden kunnen "
Prutske's Vertelselboek" met teekeningen van
Gerard Baksteen, hernemen.
[4]
Voor het eerste werk meen ik dat er geen nieuw contract zou moeten gemaakt worden daar het bestaande voortloopt. Voor "
Prutske's Vertelselboek" zouden wij moeten een nieuw contract opmaken. Kunnen wij dat doen in denzelfden aard als 't vorige?
[5]
Tijdens den oorlog had U ook gesproken over een herdruk van "
Het Kerstekind" met de teekeningen van
J[eanne] Hebbelynck,
[6] een editie die wij vroeger voor
Veen hebben gedrukt. Daar het auteursrecht van dit boek bij
Lannoo is zou er moeten met hem samengewerkt worden. U was daar toen voor te vinden, doch, gezien de papierschaarschte is daar niets meer van terecht gekomen. Nu heeft
Lannoo opnieuw de zaken komen bespreken. Daar
De Standaard echter voor de Lijsternest-reeks reeds medeuitgever van
Lannoo is, gaat het niet om een dergelijk werk met drie firma's uit te geven, hoewel ik geloof dat een dergelijk album waarschijnlijk toch ook buiten de Lijsternest-reeks zou kunnen verschijnen,
[7] door
Lannoo en ons samen uitgegeven, daar
Lannoo het auteurs
[2]recht van den tekst heeft en daar wij eigenaar zijn van de platen van
Hebbelynck. U zal wel begrijpen dat wij niet graag die platen aan een ander uitgever afstaan.
[8]
Voor "
Prutske's vertelselboek" (en eventueel "
Het Kerstekind") zal de herdruk niet zoo heel vlug kunnen van stapel loopen omdat de illustraties in lithographie
[9] zijn wat speciaal papier vergt waarvoor de fabricatie zeer lang duurt. Wij hebben echter reeds een tijd geleden een zekere hoeveelheid papier daarvoor ter fabricatie bestemd en wij zouden deze hoeveelheid
b[ijvoorbeeld] voor "
Prutske's Vertelselboek" kunnen aanwenden.
Het zou ons zeer aangenaam zijn mochten wij van U eenig nieuws ontvangen en uw oordeel over dezen herdruk inwinnen.
Daar ik binnen afzienbaren tijd in het Kortrijksche moet zijn ben ik eventueel ook graag bereid om de zaak even te komen bespreken.
Intusschen verblijf ik met genegen groeten
en oprechte hoogachting.
UITGAVEN "DE KINKHOREN"
Desclée de Brouwer & C[ompagn]ie
(handtekening Jan François)
(Jan François)
Annotations
[1]
Begin 1944 verhuisde
De Kinkhoren naar Brussel, omdat dit de relaties met drukkers in het centrum van het land vergemakkelijkte. Bovendien was er in de Brusselse Koningstraat kantoorruimte beschikbaar in de gebouwen van de Librairie de l'Edition universelle, een boekhandel (voorheen De Wit) die in 1932 eigendom was geworden van Desclée De Brouwer. Daar was tot 1950 het redactionele bureau van De Kinkhoren gevestigd, terwijl boekhouding, administratie en opslagruimte in Brugge bleven.
Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 352
[2]
Na de inname van Brussel en na het uitbouwen van het militaire bestuur, was er nood aan een propaganda-afdeling (PA) om de nieuwsmedia onder controle te houden. De PA liet zich vooral in met culturele aangelegenheden. Op 11 februari 1941 richtte de PA de Papiercentrale op. De centrale was verantwoordelijk voor de distributie van het beschikbare papier aan de uitgeverijen en drukkerijen, want de papierschaarste was één van de grootste problemen waar drukkerijen, uitgeverijen en de pers in het algemeen mee te kampen hadden. Vanaf januari 1943 (met 1944 als hoogtepunt van de papiercrisis) werd de papierindustrie nog sterker gecontroleerd. Men verplichtte iedereen voor het drukken van boeken, hetzij nieuwe, hetzij herdrukken, bij het Referat Schrifttum van de PA een toelatingsnummer aan te vragen. Pas daarna werd het beschikbare papier gedistribueerd door de Papiercentrale.
Els De Bens, De Belgische dagbladpers onder Duitse censuur (1940-1944), p. 72-79, p. 106-110
[3]
Van dit werk is geen herdruk verschenen.
[4]
Prutske's Vertelselboek kende acht drukken. De eerstvolgende herdruk (zevende druk) verscheen in februari 1947 bij Desclée De Brouwer: Stijn Streuvels,
Prutske's Vertelselboek. Prenten van Gerard Baksteen. Brussel-Amsterdam, De Kinkhoren, Desclée De Brouwer.
- - eerste druk: 1935
- - tweede druk: mei 1939
- - derde druk: december 1940
- - vierde druk: oktober 1941
- - vijfde druk: oktober 1942
- - zesde druk: augustus 1943
- - zevende druk: februari 1947
- - achtste druk: januari 1955
[5]
Het nieuwe contract voor
Prutske's Vertelselboek dateert van oktober 1947. Cf. brief van Desclée De Brouwer aan Stijn Streuvels van
3 september 1947. Het contract werd opgemaakt zoals het oorspronkelijke contract voor
Prutske's Vertelselboek van 8 december 1934.
[7]
Het kerstekind is niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[8]
Jan François schreef dit op 18 februari ook aan Joris Lannoo. Lannoo had François namelijk op 7 februari het volgende gevraagd:
In samenwerking met de N.V. Standaard-Boekhandel zou ik wenschen een nieuwen druk van Streuvels' Kerstekind met platen van J. Hebbelynck uit te geven, zooals de fa. Desclée & De Brouwer vroeger geleverd heeft aan de fa. Veen. Door de nauwe samenwerking van Kinkhoorn en Desclée De Brouwer wou ik U vragen, als huidige uitgevers van alle werken van Streuvels, tegen welke voorwaarden U ons een herdruk van deze speciale uitgave zoudt kunnen bezorgen? En ongeveer op hoeveel tijd dit mogelijk zou zijn? Indien U zelf niet drukken kan dan tegen welke voorwaarden de platen mogen gebruikt of overgenomen worden. Brief in het Rijksarchief te Beveren, Orbis en Orion/Dossiers Auteurs/117/Het kerstekind
In 1947 verscheen dan de besproken herdruk van Het kerstekind.