Brugge, 30 Augustus 1947
Den W[e]le[de]l[en] Heer Stijn STREUVELSLijsternest
INGOYGHEM
Zeer Geachte Heer,
In dank uw schrijven ontvangen van 28 dezer[1] welke ik onmiddellijk heb overgemaakt aan onze Afdeeling "De Kinkhoren" die met U het contract heeft afgesloten voor de herdruk van "HET KERSTEKIND" en "PRUTSKE'S VERTELSELBOEK"[2]
Voor de herdruk van "CONTES A POUCETTE" moet inderdaad een voorschot betaald worden van 1.000.-fr[anc]s, te verdelen tussen de auteur en de erfgenamen van den vertaler.[3]
Ik zal onze Boekhouding vragen deze kwestie ten spoedigste te willen regelen.[4]
Inmiddels verblijf ik, met vriendelijke groeten
en de meeste hoogachting,
en de meeste hoogachting,
VOOR DESCLEE DE BROUWER & C[ompagnie]
Dienst voor Uitgeverij & Propaganda,
(handtekening Frank Steinmetz)
(Frank Steinmetz)
Dienst voor Uitgeverij & Propaganda,
(handtekening Frank Steinmetz)
(Frank Steinmetz)
Annotations
[1]
Deze brief vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven. Cf. verder de brief van Desclée De Brouwer aan Stijn Streuvels van 3 september 1947.
[2]
Zowel het contract voor de achtste druk van Het kerstekind als voor de zevende druk van Prutske's Vertelselboek worden bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[3]
Het contract, dat op 6 april 1935 werd afgesloten bij de eerste uitgave van Contes à Poucette en voor deze herdruk bleef gelden, vermeldt het betalen van een voorschot van 1000 fr. bij het verschijnen van het boek, te verdelen tussen schrijver en vertaler (d.i. Camille Melloy).
[4]
Cf. verder de brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 3 september 1947.