Brussel, 3 September 1947.
Den WelEdelen Heer Frank LATEURLijsternest
INGOOIGEM.
Zeer geachte Heer Lateur,
De heer Steinmetz heeft mij Uw schrijven van 28 Oogst overgemaakt.[1] Ik zal trachten punt voor punt te beantwoorden.
Wat het contract van "Het Kerstekind" betreft.[2] In het project dat ik U ter goedkeuring voorlegde[3] was er inderdaad geen sprake van een vooruitbetaling. Ik meen mij voor het contract gebaseerd te hebben op dit van de vorige editie. Daar U bij het terugsturen van het project schreef dat "... er niets aan te veranderen was" geloofde ik dat U niet op een vooruitbetaling gesteld was.[4] Volgens het contract moet ook de afrekening geschieden binnen de drie maand na het sluiten van het boekjaar (dus drie maand na 31 Juli.) Dit zal zeker binnen die periode gebeuren.
Wat "Prutske's Vertelselboek" betreft. U weet wellicht dat ik van December tot Juli in Zwitserland ben geweest. Vroeger waren we min of meer mondeling overeen gekomen om een heruitgave van dit werkje te bezorgen.[5] Mijn plaatsvervangers nu, — zoals meestal — waren niet goed van alles op de hoogte, en hebben de herdruk van het werk laten doorgaan zonder een nieuw contract op te maken. Dit heb ik, na Uw brief te hebben gelezen, tot mijn eigen ontsteltenis gemerkt. Ik vraag U dan ook zo goed te willen zijn ons hierom te willen verontschuldigen. U ziet hoe de zaak ineen steekt.
Indien U het goedvindt zullen wij U een contract opmaken zoals het oorspronkelijke voor "Prutske's Vertelselboek" gedateerd op 9 December 1934.[6] De oplage bedraagt, evenals die van: "Kerstekind" 5000 ex[emplaren]
Wij bieden U nogmaals om dit incident, dat wij zelf grondig betreuren, onze gemeende verontschuldiging. Indien wij U met een of ander onzer edities genoegen kunnen doen, dan zou dit ons verheugen. U kent waarschijnlijk slechts zeer onvolledig onze uitgaven; onze nieuwe cataloog[7] is ter pers, bij verschijnen sturen wij U zeker een exemplaar.
Met onze oprechte hoogachting.
Uitgaven "De Kinkhoren"
DESCLEE DE BROUWER & C[ompagnie].
(handtekening Jan François)
(Jan François)
DESCLEE DE BROUWER & C[ompagnie].
(handtekening Jan François)
(Jan François)
Annotations
[1]
Frank Steinmetz antwoordde Streuvels reeds op 30 augustus 1947. Streuvels' brief van 28 augustus 1947 vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Het contract voor Het kerstekind (d.d. 18.11.1946) wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[3]
Cf. hiervoor de brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 14 november 1946.
[4]
In het bedoelde contract (d.d. 18.11.1946) is inderdaad geen sprake van een vooruitbetaling.
[5]
Cf. hiervoor de brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 23 februari 1946.
[6]
Het contract voor de zevende druk van Prutske's Vertelselboek werd door Streuvels ondertekend op 16 oktober 1947.
[7]
Desclée De Brouwer maakte haar fonds vanaf 1942 bekend door middel van een huisorgaan, aanvankelijk Nieuwe Geluiden, later Stroming geheten. Het zou ruim dertig jaar blijven bestaan. Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis., p. 351-352