Brugge, 10 October 1952
HOUTKAAI, 22Weledele Heer F[rank] Lateur
Lijsternest
INGOOIGEM
Hooggeachte Heer,
Wij hebben een schrijven ontvangen uit Pretoria, Zuid-Afrika, van de Boekhandel Doussy[1] (D[octo]r Paul Doussy is een uitgeweken Vlaming), een zakenrelatie van ons, die gaarne een Afrikaanstalige editie op de markt zou brengen van uw "Kerstekind" met de illustraties van Jeanne Hebbelynck. Hij vraagt ons of wij deze prenten kunnen leveren, eventueel het boek drukken, en welke auteursrechten U zou verlangen.
Wat de illustraties betreft, wij hebben momenteel nog een goede dertienhonderd stel proeven van niet-gebonden exemplaren liggen, die wij hem zouden kunnen leveren. Wat de auteursrechten betreft, wil U hem rechtstreeks hierover schrijven, of verkiest U dat wij voorlopig — tot de zaak beslist is en er een contract komt — over de zaak met hem corresponderen?[2]
Steeds graag tot uw dienst en met onze oprechte hoogachting.
Desclée de Brouwer & C[ompagn]ie
Afd[eling] Nederlandse Uitg[aven]
(handtekening Jan François)
J[an] François
Afd[eling] Nederlandse Uitg[aven]
(handtekening Jan François)
J[an] François
Annotations
[1]
'Boekhandel Doussy, Kerkstraat-Wes 444, Pretoria. Invoer van boeke uit Europa en Amerika. Boekhandel Cultura. Met sy afdeling technicon, Kerkstraat-Oos, Pretoria. Uitvoer van Afrikaanse boeke na Vlaandere, Holland, Rhodesië en Kongo.'
[2]
Het definitieve contract voor de Zuid-Afrikaanse vertaling van Het kerstekind werd pas op 18 september 1954 door Stijn Streuvels en Pol Doussy ondertekend. Cf. verder de brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 18 oktober 1952.