Brugge, 17 april 1959
Weled[ele] Heer Frank Lateur,Het Lijsternest
INGOOIGEM
Zeergeachte Heer Lateur,
De h[eer] G[eoffroy] de Halleux heeft mij Uw brief van 8 april[1] doorgegeven en heeft U inmiddels reeds zelf een antwoord gestuurd.[2] Ik wil zelf toch nog op enkele details van Uw schrijven terugkeren.
Vooreerst zou het voor ons zeer moeilijk zijn per kwartaal af te rekenen, omdat al onze contracten, ook die met U, spreken van jaarlijkse afrekening.[3]
In onze briefwisseling betreffende DE OOGST hebben wij vastgesteld dat wij U op 7 februari 1958 hebben medegedeeld dat wij akkoord gingen met een forfaitaire uitbetaling van het honorarium bij het verschijnen van dit boek.[4] Wij zullen opdracht geven deze betaling onmiddellijk uit te voeren.
Wat de bestelling van 300 ex[emplaren] INGOYGHEM II["] door het Ministerie betreft:[5] voor dergelijke bestellingen staan wij gewoonlijk de korting van de boekhandel toe; namelijk 35 %. Wat de auteursrechten op die bestelde exemplaren betreft: Enkele maanden geleden hebt U vanwege onze firma een rondschrijven ontvangen waarin werd medegedeeld dat, ingevolge de omvorming tot naamloze vennootschap, het boekjaar voortaan zou gesloten worden op 31 januari en de afrekening zou gebeuren binnen de drie maanden daarop, [']t[ is te zeggen] einde april.[6] Men is met deze afrekeningen nu volop bezig en U zal dus in de eerste dagen wel de verkoopstaten en de uitbetaling ontvangen.[7]
Betreffende de verspreiding van Uw boeken, mogen wij U vooreerst laten opmerken dat wij DE VLASCHAARD noch de VOLLEDIGE WERKEN[8] in Nederland verspreiden. Vervolgens kunnen wij U toch wel bevestigen dat de boeken die wij de laatste jaren van U zelf hebben uitgegeven of heruitgegeven (Ingoyghem II, Prutske...) zeker bij hun verschijnen en ook later zeer ruim in de Vlaamse boekhandel te zien zijn geweest. Zij kunnen echter natuurlijk niet voortdurend in het uitstalraam worden geëxposeerd. Wij hebben in ieder geval voor alle werken steeds zeer ruime reclame gemaakt, zo bijv[oorbeeld] in onze periodieke uitgave "Stroming"[9], als in aparte circulaires, door middel van postkaarten, op boekententoonstellingen enz[ovoort]... Met opzet hebben wij in onze serie "Ontmoetingen" een der eerste deeltjes aan U laten wijden[10] omdat zo'n kleine boekjes zeker de verkoop van het werk kunnen ten goe[2]de komen. Wij onderzoeken ook nog de mogelijkheid om in onze serie kleine uitgaven "Gedachten van..." ook een nummer over U te publiceren.[11]
Ten slotte is er nog de opmerking van de h[eer] Chanterie uit Deinze, die U dus heeft medegedeeld dat hij heel Gent heeft afgezocht en nergens een exemplaar van DE VLASCHAARD heeft kunnen kopen. U zou ons een buitengewoon grote dienst bewijzen indien de h[eer] Chanterie kon mededelen in welke bepaalde boekhandels hij is geweest. Door het feit dat verschillende uitgevers voor U hebben opgetreden is er inderdaad wel enige verwarring (Standaard, Lannoo, Leieschip...) Maar het is ook zo dat boekhandelaars (er zijn er inderdaad in Vlaanderen maar weinig, die deze naam verdienen) wanneer ze een bepaald boek niet in voorraad hebben er zich gemakkelijk van af maken met de bewering: uitverkocht. Anderzijds wordt de boekhandel natuurlijk dagelijks met nieuwe edities overstelpt en wordt het ene met het andere vergeten. Ik kan U nochtans verzekeren dat wij ons voor de verspreiding van Uw werk blijvend inspannen.[12]
Mogen wij erop rekenen de inlichting van de h[eer] Chanterie te ontvangen? Want wij laten niet graag iets zonder meer voorbijgaan.
Met mijn zeer hartelijke groeten en oprechte hoogachting,
DESCLEE DE BROUWER,
afd[eling] Nederlandse uitgaven
(handtekening Jan François)
Jan François
afd[eling] Nederlandse uitgaven
(handtekening Jan François)
Jan François
Annotations
[1]
Deze brief van Streuvels vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Cf. brief van Geoffroy de Halleux aan Stijn Streuvels van 13 april 1959.
[3]
Dit volgens artikel 5 van de contracten: De schrijversrechten zullen om het jaar, binnen de drie maanden na de sluiting van het boekjaar, uitbetaald worden.
[4]
Cf. brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 7 februari 1958.
[5]
Cf. brief van Jan François aan Stijn Streuvels van 25 maart 1958.
[6]
Cf. brief van Desclée De Brouwer aan Stijn Streuvels van 15 oktober 1958.
[7]
Dit gebeurde op 30 april 1959.
[8]
De uitgeverij 't Leieschip staakte haar bedrijvigheid in 1956 en werd in 1958 ontbonden. Desclée De Brouwer nam van dan af de exploitatie van de Volledige Werken op zich.
[9]
Stroming: driemaandelijks bibliografisch informatiebulletin. Vanaf 1942 maakte Desclée De Brouwer haar fonds bekend door middel van een huisorgaan, aanvankelijk Nieuwe geluiden, later Stroming geheten. Het blad zou ruim 30 jaar blijven bestaan.
[10]
Filip De Pillecijn, Stijn Streuvels. Brugge, Desclée De Brouwer, 1958. Ontmoetingen, nr. 6. Het boekje telt 47 bladzijden.
[11]
Over Streuvels is geen nummer verschenen in de reeks Gedachten van...
[12]
Jan François zal deze kwestie nog eens aanhalen in zijn brief aan Stijn Streuvels van 22 april 1959.
