Het Lijsternest,
INGOOIGEM.
Afdeling Ned[erlandse] Uitgave
(handtekening Jan François)
Jan François.
< | Resultaat 2391 van 2531 | > |
---|
Demedts, André (° Sint-Baafs-Vijve, 1906-08-08 - ✝ Oudenaarde, 1992-11-04)
Dichter, romanschrijver, leraar.
Demedts volgde lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent (1918-1919) en aan de handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk (1919-1921). Hij diende toen noodgedwongen thuis te blijven om als landbouwer te werken op de ouderlijke hoeve, maar bekwaamde zich verder door zelfstudie. In die jaren publiceerde hij zijn eerste dichtbundels, verhalen en romans. Via een bekwaamheidsproef voor een Examencommissie werd hij in 1937 leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem, tot 1949. Daarna was hij tot aan zijn pensionering in 1971 diensthoofd van Belgische Radio en Televisieomroep-West-Vlaanderen te Kortrijk, waar hij sinds 1953 woonachtig was.
Demedts was een veelzijdige persoonlijkheid en een ongemeen productief auteur: op zijn naam staan meer dan zeventig publicaties in boekvorm, naast honderden bijdragen in verzamelwerken, tijdschriften, periodieken en kranten. In 1962 werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en in 1990 werd hem de Driejaarlijkse Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan toegekend. Bovendien was Demedts werkzaam op zovele terreinen van het culturele leven dat hij in Vlaanderen tot een van de belangrijkste cultuurdragers mag gerekend worden in de voorbije halve eeuw. Zijn literair werk is niet te scheiden van zijn daadwerkelijke inzet, van zijn sociale, religieuze en volksnationale bewogenheid. In de centrale thematiek van het geluk, die zijn proza domineert, speelt ook de ontvoogdingsgedachte een belangrijke rol. Demedts was van oordeel dat de ontwikkeling van een volksgemeenschap zowel materiële voorwaarden als geestelijke ontplooiing impliceert. Onrechtstreeks verwerkte hij in zijn romans en verhalen deze doelstellingen van de Vlaamse Beweging. In zijn eigentijdse romans gebeurt dat tegen de achtergrond van een Vlaanderen waarin de overgang van een agrarische naar een meer geïndustrialiseerde wereld zichtbaar wordt. Meer specifiek vormt het probleem van collaboratie en repressie in Vlaanderen een wezenlijk bestanddeel in De levenden en de doden (1959). Veertien-achttien (1985) brengt in feite een kroniek van de Eerste Wereldoorlog, met onder andere het ontstaan van het activisme en de Frontbeweging en de toenemende spanning tussen gematigden en radicalen.
Van 1927 tot 1937 was hij als bezieler van studiekringen betrokken bij de plaatselijke en gewestelijke werking. In die jaren, onder invloed van Cyriel Verschaeve, maar nog meer in het spoor en naar het voorbeeld van Hugo Verriest, was hij van oordeel dat de ontvoogding van een volk niet mogelijk is zonder geestelijke en culturele verheffing. Tijdens zijn
leraarschap, inclusief de oorlogsjaren, zette hij zijn literaire en culturele bedrijvigheid voort. Hij nam deel aan Cultuurdagen, werkte mee aan bladen als Nieuw Vlaanderen en Volk en Kultuur, en werk van hem werd in het Duits vertaald. Dat bezorgde hem bij de bevrijding in 1944 enige moeilijkheden. Demedts werd van 13 tot 24 oktober vastgehouden en nadien weer vrijgelaten. Deze ervaring sterkte hem in zijn inzet voor de Vlaamse strijd.
Via het Stijn Streuvels-nummer van Dietsche Warande en Belfort (1946) kwam hij in contact met de Frans-Vlaming Pierre Berteloot. Deze ontmoeting lag aan de basis van zijn blijvende actie voor Frans-Vlaanderen. Onder zijn voorzitterschap vond te Waregem op 25 juli 1948 de eerste ontmoetingsdag met Frans-Vlamingen plaats. Deze leidde tot de oprichting van de Frans-Vlaamse Cultuurdagen en van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.
In 1952 was hij medeoprichter van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, dat het tijdschrift West-Vlaanderen (thans Vlaanderen) uitgeeft. In 1957 werd het algemeen-Nederlands cultureel tijdschrift Ons Erfdeel opgericht, waarvan Jozef Deleu de hoofdredacteur is. Demedts was de inspirator en wordt beschouwd als de geestelijke vader ervan. Als lid (sinds 1959) van de Kultuurraad voor Vlaanderen zette hij zich onder meer in 1962 effectief in voor het behoud van de streek Komen-Moeskroen binnen het Vlaamse landsgedeelte. Toen de faciliteiten er later niet werden toegepast, was hij in 1971 de inspirator van het tijdschrift Ons Kanton. In 1965 werd hij lid van het IJzerbedevaartcomité en in 1966 schreef hij in Ons Erfdeel in verband met de splitsing van de Leuvense universiteit een zeer vrijmoedig artikel dat een directe invloed had op de verklaring die Mgr. Emiel De Smedt, bisschop van Brugge, daarna aflegde en die tot een spoedige oplossing zou leiden. Een niet te (onder)schatten invloed had Demedts met zijn meer dan drieduizend bezielende voordrachten (onder meer voor het Davidsfonds) over allerlei onderwerpen, inclusief Vlaamse Beweging en Frans-Vlaanderen. Hij hield die zowat overal in Vlaanderen, op culturele congressen in Nederland, Frans-Vlaanderen en Wallonië, in Rome en op rondreizen door het toenmalige Belgisch-Kongo en Zuid-Afrika. In 1970 werd door de Marnixring Kortrijk-Broel een André-Demedtsprijs in het leven geroepen, die jaarlijks wordt toegekend aan mensen of organisaties die zich in zijn geest hebben verdienstelijk gemaakt voor de Groot-Nederlandse cultuur. In 1983 werd de oude pastorie in zijn geboortedorp als A. Demedtshuis geopend: het is een museum, maar naar de wens van Demedts zelf in de eerste plaats een ontmoetingsruimte voor jong en oud en een cultureel centrum.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Van der Meer de Walcheren, Pieter (° 1880-09-10 - ✝ 1970-09-16)
Nederlandse schrijver die was geboren uit een familie van remonstranten, maar die zich in 1911 tot rooms-katholiek bekeerde en vervolgens een spirituele invloed uitoefende op een aantal artistieke generatiegenoten. In 1929 werd hij literair directeur van het Parijse filiaal van uitgeverij Desclée De Brouwer. Nog tijdens het interbellum verbleef hij vervolgens een aantal jaar in een klooster in Oosterhout, waarnaar hij in 1953 als monnik terugkeerde. Drie jaar later werd hij tot priester gewijd. Hij is de auteur van een aantal romans, dagboeken en religieuze gedenkboeken.
Verhoeven, Bernard (° Arnhem, 1897-04-29 - ✝ Arnhem, 1965-06-04)
Nederlands dichter en letterkundige.
Aanvankelijk was Verhoeven werkzaam als journalist (o.a. bij De Maasbode). Later werd hij directeur van de Jan Van Eyck Academie en de toneelschool te Maastricht. Als dichter behoort hij tot de generatie van na Tachtig. Als criticus, journalist en politicus is hij vooral belangrijk geweest voor de culturele emancipatie van de rooms-katholieken in Nederland. Als essayist is hij op zoek naar een persoonlijkheid die zich in het literaire werk manifesteert. Zijn opmerkelijkste essay is De zielegang van Henriette Roland Holst (1925). Hij heeft ook enkele dichtbundels geschreven onder andere Maskers (1937).
Desclée De Brouwer
De uitgeverij Desclée De Brouwer was gevestigd aan de Houtkaai te Brugge. Henri Desclée (1830-1917) en zijn broer Jules (1833-1911) waren afkomstig uit Doornik, waar zij in 1874 samen met een vennoot de drukkerij-uitgeverij Desclée-Lefèbvre/St. Jean l'Evangéliste hadden gesticht, die uitsluitend liturgische publicaties op de markt bracht. Beide waren ze gehuwd met een zus van de Bruggeling Alphonse De Brouwer (1850-1937), met wie zij in Brugge een nieuwe drukkerij (Sint-Augustinus) annex uitgeverij (Desclée De Brouwer) oprichtten. In 1883 werd de zaak uitgebouwd tot een commanditaire vennootschap. In 1896 trok Alphonse De Brouwer zich uit de zaak terug, maar hij bleef ter beschikking wanneer op hem een beroep werd gedaan. Door Etienne Desclée de Maredsous en Paul De Brouwer, opvolgers van de stichters, werd na de Eerste Wereldoorlog een filiaal van de uitgeverij opgericht in Parijs onder leiding van de Nederlandse schrijver Pieter van der Meer de Walcheren. In Brugge werd sporadisch werk in het Nederlands uitgegeven.
In 1941 kreeg een Nederlandstalige afdeling steeds meer vorm en verschenen meer Nederlandstalige uitgaven onder invloed van Jan François. Voorzichtigheidshalve werden deze uitgaven gepubliceerd onder de naam 'De Kinkhoren', een eigen imprint voor Nederlandstalige uitgaven. In 1943 verwoestte een grote brand het hele bedrijf. De Sint-Augustinusdrukkerij was niet meer bruikbaar. De Kinkhoren verhuisde naar Brussel. In 1950 kwam het bedrijf terug naar Brugge en viel de aparte imprint voor Nederlandstalige uitgaven weg. Alleen de naam Desclée De Brouwer werd nog gebruikt. In 1970 veranderde de naam nog eens. Na de overname van N.V. Orbis Boekhandel werd de naam vervangen door Orion.