Brugge 29 dec[ember] 67
telefoon 050/151 81
postrekening 4856
Weled[ele] Heer Frank Lateur
Lijsternest
Ingooigem
Hooggeachte heer Lateur,
Vergelijkende, heb ik gemerkt dat de t
ekst van uw
"Reynaert de vos" zoals die in de Reinaert-reeks is verschenen en die dus de
laatste editie was, werkelijk verschilt van de
derde uitgave, bij
Veen verschenen in 1922 (en die de illustraties van
Van de Woestijne heeft).
[1] Deze derde uitgave heeft een uitvoerige "Verantwoording" gedateerd van 1 juli 1909, en een korte, gedateerd van october 1920.
In deze laatste zegt U dat U alle nutteloze uitweidingen weglaat en dat deze nieuwe bewerking eigenlijk een "prozavertaling is van het Middelnederlandsche gedicht".
[2]
Ik vraag mij dus af of de laatste uitgave — deze dus van de Reinaert-reeks — misschien de tekst van de allereerste uitgave terug heeft opgenomen? (Of zou het nog een andere bewerking zijn? Ik denk het niet.)
Graag had ik van u vernomen, indien wij dus een luxe-uitgave van Reinaert de vos brengen, welke van de beide versies moet gebruikt worden.
Er is dan natuurlijk nog de bewerking voor kinderen, maar die komt hier niet te sprake.
Met mijn zeer genegen groeten en oprechte hoogachting, en mijn herhaalde wensen voor een gezegend en gezond jaar '68 ook aan mevrouw Lateur,
DESCLEE DE BROUWER
NED[ERLANDSE] UITG[AVEN]
(handtekening Jan François)
Jan François
Annotations
[1]
Reinaert de Vos. Uyt het Middelnederlansch herschreven door Stijn Streuvels bevat de Verantwoording (p. 7-12) van Stijn Streuvels, gedateerd 1 Juli 1909 (van de Davidsfonds-uitgave van 1910) en een Verantwoording (p. 12), gedateerd: Ingoyghem October 1920:
Bij nader inzicht bleek het oorbaar en gewenscht: alle nuttelooze uitweidingen weg te laten om den tekst in zijn volle soberheid weer te laten geven. Deze nieuwe bewerking is opgevat als eene eigenlijke prozavertaling van het Middelnederlandsch gedicht, en er werd naar getracht elk vers op den voet te volgen. Als grondtekst diende: de laatste uitgaaf van DR. J.W. Mullers "Van den Vos Reinaerde" door de Koninklijke Vlaamsche Academie in 't jaar 1914 uitgegeven. R. Roemans, H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 178
[2]
Van den Vos Reynaerde kan als het hoogtepunt van de Nederlandse middeleeuwse literatuur worden beschouwd. Het boek is geschreven in de dertiende eeuw door een zekere Willem, die over zichzelf in de eerste regels meldt dat hij nog iets anders gemaakt heeft, namelijk 'Madoc'. Wie of wat Madoc is, is helaas niet bekend.
Van den Vos Reynaerde drijft de spot met allerlei toestanden in de middeleeuwse maatschappij, vooral met de kerk en de adel.