Den 13.7.1935
7 Juli '35
Herrn Stijn Streuvels7 Juli '35
Ingoyghem
bei Kortrijk
Hochverehrter Herr Streuvels!
Nachtrag zu meinem gestrigen Brief:[1] Mein Teilhaber, der heute morgen vom Urlaub zurückgekehrt ist und immer die Honorarabrechnungen und -zahlungen ausführt,[2] ist doch der Meinung, daß wir durch den "Prütske"-Vertrag[3] verpflichtet sind, die dritte Rate[4] noch einmal an Herrn Pohl zu senden, so lange bis die neue Regelung vertraglich festgelegt und die Auseinandersetzung mit Herrn Pohl erfolgt ist. Wir haben daher heute die Deutsche Bank und Diskonto-Gesellschaft beauftragt, die Summe von R[eichsmark] 300.- wie bisher auf sein Konto bei der Kommerz- und Privat-Bank in Berlin zu überweisen. Den Brief von Herrn Pohl werden wir am Montag beantworten.[5]
In aufrichtiger Verehrung
Ihr sehr ergebener
(handtekening Adolf Spemann)
(handtekening Adolf Spemann)
Annotations
[1]
Cf. brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 12 juli 1935.
[2]
D.i. Paul Schumann
[3]
Het contract voor Prütske wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/C).
[4]
Op 10 juli 1935 schreef Gerhart Pohl aan Adolf Spemann: Bei dieser Gelegenheit bitte ich um Überweisung der 3. Rate "Prütske" auf mein Bankkonto Commerz- und Privatbank Dep-Kasse V Berlin-Charlottenburg, Kantstr. 137 und um die erste Abrechnung über den Absatz dieses Buches im vergangenen Quartal. Afschrift in Letterenhuis, S 935/B2, 178592/18d.
Volgens het contract voor Prütske, d.d. 24 december 1934, moest Engelhorn Verlag 400 DM betalen aan Gerhart Pohl onmiddellijk na het sluiten van de overeenkomst en 300 DM ten laatste 3 maanden na de publicatie van het boek.
[5]
Spemann bedoelt hier de brief van Gerhart Pohl aan J. Engelhorns Nachf. van 10 juli 1935. Op 17 juli 1935 laat Spemann aan Streuvels weten dat men nog zal wachten om deze brief van Pohl te beantwoorden tot Streuvels' antwoord hen bereikt heeft.
