<Resultaat 2104 van 2531

>

Herrn
D[okto]r Stijn Streuvels
Ingoyghem/Belgien
bei Kortrijk
Het Lijsternest

Hochverehrter lieber Herr D[okto]r Streuvels!
Mit Ihrem ganz herrlichen neuen Bild, Ihrem grossen Neujahrsbrief[1] und nun mit Ihrer Karte aus Amsterdam[2] haben Sie mir ganz grosse Freude gemacht und ich danke Ihnen für alles herzlich. Tatsächlich ist dieses neue Foto imponierend gut. Ist das eine Fotografenaufnahme oder hat Fräulein Jsa sie gemacht?[3] Dieses Bild und dann das von Ihrer Tochter aufgenommene vom Herbst 1949 sind fast die schönsten, die wir bisher haben.
Aus der Amsterdamer Karte sehe ich mit grossem Vergnügen, dass Sie wieder eine Reise gemacht haben, und hoffe, dass Sie angenehme und interessante Eindrücke hatten. Wenn ich an Amsterdam denke, fällt mir das herrliche Rijksmuseum ein, das ich mit meiner Frau auf unserer Hochzeitsreise 1910 besucht habe. Hoffentlich ist es nicht zerstört worden.[4]
Was halten Sie von dem Gedanken, dass wir einmal eine Neuausgabe von "Prütske" zusammen mit "Kinderseelchen" und "Frühling" machen, vielleicht unter einem Sammeltitel, etwa wie "Geschichten vom Kind" oder "Kinderfrühling" oder ähnlich?[5]
Wir haben in Deutschland einen ganz wunderbaren Künstler für Holzschnitt, namens Ernst von Dombrowski, einen gebürtigen Österreicher, der in Oberbayern lebt. Er macht die schönsten und lieblichsten Holzschnitte, die ich bisher überhaupt gesehen habe, und ich habe ihn gefragt, ob er bereit wäre, zu einem solchen Band von Ihnen einige Illustrationen zu zeichnen und in Holz zu schneiden (er macht dies immer selbst). Dazu hat er sich zu meiner Freude vor wenigen Tagen bereit erklärt. Schreiben Sie mir doch bitte einmal gelegentlich Ihre Meinung zu der Sache. Ich werde mir ein Buch mit Illustrationen von Dombrowski aus Österreich besorgen (in Graz ist eines erschienen) und es Ihnen dann schicken.[6]
In den nächsten Tagen werde ich Ihnen noch wegen des "Flachsacker" schreiben.[7] Ich möchte dieses Buch gerne für den Herbst, wo Sie Ihren 80. Geburtstag feiern,[8] neu als Einzelausgabe herausbringen. Auch interessiert sich eine deutsche und [2]eine schweizerische Buchgemeinschaft dafür (book-society). Ich habe bei beiden Honorarvorschläge erbeten und sobald ich alle Unterlagen beisammen habe, will ich Ihnen im Zusammenhang Näheres darüber schreiben.[9]
Glauben Sie, dass der prachtvolle Künstler Saverijs die Erlaubnis geben wird, das herrliche Sommerbild mit dem grossen blauen Himmel als Umschlagbild auf der Neuausgabe des "Flachsacker" zu reproduzieren, natürlich mit Angabe seines Künstlernamens innen auf dem Umschlag? Ich würde dann in den blauen Himmel noch hier den Titel einzeichnen lassen. Auf diese Weise würde dann dieser hervorragende Maler auch in Deutschland bekannt und gerade dieses Stück ist so ausserordentlich schön. Ich habe es in der wundervollen Prachtausgabe gefunden, die Sie mir im Sommer mitgebracht haben.[10]
Allerdings müsste man zum Zweck der Reproduktion dann wohl das Original auf einige Wochen hier in Stuttgart haben, denn das Format unserer Bände ist ja etwas kleiner als das Bild in der flämischen Luxusausgabe, sodass also ein neues Klischee gemacht werden müsste.
Nehmen Sie für heute die herzlichsten Grüsse und Wünsche auch für Ihre verehrte Gattin, ebenso lässt meine Familie vielmals grüssen.
In alter Verehrung stets
Ihr
(handtekening Adolf Spemann)

Annotations

[1] Cf. brief van Stijn Streuvels aan Adolf Spemann d.d. 23 december 1950.
[2] Cf. briefkaart van Stijn Streuvels aan Adolf Spemann d.d. 6 januari 1951.
[3] Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Adolf Spemann d.d. 16 januari 1951.
[4] Op 19 november 1798, ruim drie jaar na de stichting van de Bataafse Republiek, besloot de regering op voorstel van Isaac Gogel naar Frans voorbeeld een nationaal museum op te richten. Hierin werden in eerste instantie de restanten van de stadhouderlijke collecties in opgenomen, samen met allerlei voorwerpen die afkomstig waren van staatsinstellingen. Op 31 mei 1800 opende het Rijksmuseum als Nationale Kunstgalerij voor het eerst zijn deuren. Het was toen gevestigd in het Huis ten Bosch in Den Haag. Er waren toen ruim 200 schilderijen en historische voorwerpen te zien. Samen met de eerste directeur, C.S. Roos, zorgde Gogel in de jaren hierop voor tal van aankopen. De eerste aankoop, 'De Zwaan' van Jan Asselijn, werd voor 100 gulden gekocht en geldt nog steeds als een van de topstukken van het Rijksmuseum. In 1808 verhuisden de collecties op bevel van de nieuwe koning Lodewijk Napoleon naar Amsterdam, dat de hoofdstad van het Koninkrijk Holland werd. De kunstwerken en voorwerpen werden ondergebracht in het Paleis op de Dam, het voormalige Amsterdamse stadhuis. Daar werden ze verenigd met de belangrijkste schilderijen van de stad, waaronder de Nachtwacht van Rembrandt. In 1809 opende het Koninklijk Museum op de bovenverdieping van het paleis zijn deuren. Enkele jaren nadat Willem I als nieuwe koning in 1813 naar Nederland was teruggekeerd, werd het museum als ‘Rijks Museum’ samen met de uit Den Haag afkomstige nationale prentencollectie overgebracht naar het Trippenhuis, een 17de-eeuws stadspaleisje aan de Kloveniersburgwal waar de latere Koninklijk Nederlandse Academie van Wetenschappen toen al gehuisvest was. Tot verdriet van directeur Cornelis Apostool werden onder meer de historische voorwerpen in de jaren 1820 aan het inmiddels in Den Haag opgerichte Kabinet van Zeldzaamheden toegewezen. In Haarlem kwam in 1838 in Paviljoen Welgelegen een apart museum voor moderne, 19de-eeuwse kunst. Anders dan onder Lodewijk Napoleon werden in die tijd vrijwel geen grote aankopen gedaan. Het Trippenhuis was als museum ongeschikt. Velen vonden bovendien dat Nederland een echt nationaal museumgebouw moest hebben. Maar pas in 1876 kon na jarenlang gedoe met de bouw hiervan begonnen worden. De architect, Pierre Cuypers, had voor het Rijksmuseum een ontwerp in historische stijl gemaakt, een mengeling van gotiek en renaissance. Menigeen was hier niet gelukkig over en vond het gebouw te middeleeuws en te weinig écht Nederlands. In 1885 werd het officieel geopend. Behalve de schilderijen en prenten uit het Trippenhuis kwamen bijna alle oudere schilderijen van de Stad Amsterdam in het Rijksmuseum te hangen, waaronder schilderijen als Rembrandts 'Joodse Bruidje' die de bankier A. van der Hoop aan de stad had nagelaten. Uit Haarlem werd de verzameling 19de-eeuwse kunst aan het museum toegevoegd. Ook een belangrijk deel van het Kabinet van Zeldzaamheden, dat inmiddels was opgegaan in het nieuwe Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst, kwam weer naar Amsterdam terug. Omdat de collecties voortdurend groeien en museale inzichten doorlopend veranderen, is in de loop van de tijd nogal veel aan het Rijksmuseumgebouw gesleuteld. Zo werden tussen 1904 en 1916 aan de zuidwestzijde zalen aangebouwd, de huidige Philipsvleugel, die deels bedoeld waren om de collectie 19de-eeuwse schilderijen in onder te brengen die het echtpaar Drucker-Fräser het museum had geschonken. In de jaren 1950 en 1960 werden de oorspronkelijke twee binnenhoven volgebouwd om meer zaalruimte te creëren. In 1927 was onder het bewind van hoofddirecteur Schmidt-Degener het Nederlandsch Museum opgesplitst in de afdelingen Vaderlandse Geschiedenis en Beeldhouwkunst & Kunstnijverheid. Na 1945 werden zij in aparte delen van het gebouw ondergebracht. In de jaren 1950 ontstond voorts de Afdeling Aziatische Kunst als gevolg van de onderbrenging van de collectie van de Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst. https://www.rijksmuseum.nl/nl/organisatie/geschiedenis
[5] Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Adolf Spemann d.d. 16 januari 1951.
[6] Het betreft: Ernst Ritter von Dombrowski, Holzschnitte. Graz / Wien, Moser, 1949, 159 S. Mit einer Einführung von Hans Riehl.
Spemann verstuurt het boek op 15 februari naar Streuvels.
[7] Cf. hiervoor verder de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d. 15 februari 1951.
[8] Streuvels werd op 3 oktober 1951 80 jaar.
[9] Cf. hiervoor verder de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels d.d. 15 februari 1951.
[10] Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Adolf Spemann d.d. 16 januari 1951. Het 'zomerschilderij met de blauwe hemel' is een aquarel dat werd opgenomen in de vijftiende druk van De vlaschaard. Voor deze luxe-editie maakte Albert Saverys 4 paginagrote aquarellen (waterverfschilderijen), voor elk hoofdstuk één. Elk aquarel toont een landschap, maar telkens op een ander tijdstip van het jaar en van de vlasteelt, al naargelang de evolutie in het boek zelf.
  • Aquarel bij De zaaidhede: een verlaten, moerassige akker. In maart, als het werk op de akker reeds volop aan de gang zou moeten zijn, is het nog steeds slecht weer is.
  • Op de tweede aquarel van De wiedsters is het weer duidelijk zachter geworden. Er mag gezaaid worden, maar 'de vlaschaard' is mislukt. Barbele, Vermeulens vrouw, gaf de vrouwen uit de omgeving de opdracht de vlaschaard te wieden.
  • Als de wiedsters klaar zijn, begint de Bloei van het vlas. Er wordt druk gewerkt op de akker (derde aquarel).
  • Aquarel bij De slijting: de slijters gaan aan het werk, maar worden verrast door een onweer.

Register

Naam - persoon

Lateur, Isa (° Ingooigem, 1922-12-13)

Jongste dochter van Frank Lateur. Gehuwd met Hugo Baert.

Saverys, Albert (° Deinze, 1886-05-12 - ✝ Petegem-aan-de-Leie, 1964-04-29)

Kunstschilder en aquarellist, vriend van Stijn Streuvels.

Albert Saverys, die vaak in Frankrijk werkte, volgde een opleiding aan de Academie te Gent, o.m. bij J. Delvin en G. Minne. Werkte mee in de drukkerij-uitgeverij De Eikelaar, was daarvoor reeds lange tijd medewerker van de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene. Hij werd professor aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Zijn vroege werk is pointillistisch, maar hij ging al snel over op een persoonlijke stijl, die gekenmerkt wordt door een vlotte schilderwijze en een eigen koloriet, d.w.z. het effect van de gezamenlijke kleuren van het kunstwerk. Saverys' oeuvre omvat zowel landschappen (voornamelijk van de Leiestreek), stillevens als bloemstukken en straalt een oppervlakkige levensblijheid uit en bereikt door de innemendheid van de onderwerpen en de trefzekere penseelvoering decoratieve effecten.

Streuvels, Stijn (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Von Dombrowski, Ernst Ritter

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Prütske, Die Geschichte einer Kindheit. (1935). Vertaald door: Schmülling, Hermine. [bio]
Vertaling van:
Streuvels, Stijn, Prütske, Die Geschichte einer Kindheit. (1935). Vertaald door: Schmülling, Hermine.
Druk
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. Mit zwei Bildern. Einbandvignette nach einem Relief von Prütske. 1. Auflage (1. - 5. Tausend), Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., März 1935, 190 + [II] p., 19,5 x 12,3 cm. Lebendige Welt. Erzählungen - Bekenntnisse - Berichte. Herausgeber der deutschen Streuvels-Ausgabe: G. Pohl.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 2. Auflage, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., 1937, 190 + [II] p., 19,7 x 12,4 cm. Lebendige Welt. Erzählungen - Bekentnisse - Berichte (uitg.).
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 3. Auflage, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, September 1940, 190 + [II] p., 19,8 x 12,5 cm. Schutzumschlag von Fritz Busse. Einband von Ilse Schüle. Lebendige Welt. Erlebnisbücher und Tatsachenromane.
  • Stuttgart, Engelhornverlag, 1944, 190 p. Lebendige Welt. [Neue Aufl.] (Deutsche Bücherverzeichnis, 1941-1950, niet bevestigd door de uitgever).
  • Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, 1944, 185 + [VII] p., 19,5 x 12,3 cm. Adolf Spemanns Sonderausgabe.
  • Übertragen von Hermine Schmülling, in: Ausgewählte Werke in zwei Bänden. Erster Band, [1945], p. 529-687.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Hermine Schmülling. 4. Auflage, Stuttgart, Deutsche Verlags-Anstalt, 1961, 167 + [I] p., 19,1 x 11,8 cm.
Streuvels, Stijn, Kinderseelchen (1937). Vertaald door: Valeton, Anna. [verhaal]
Vertaling van:
Streuvels, Stijn, Kinderseelchen (1937). Vertaald door: Valeton, Anna.
Druk
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 1. - 5. Tausend, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., Januar 1937, 58 + [VI] p., 18,8 x 12 cm. Einband von Ilse Schüle. Umschlag von Fritz Busse. Neue Engelhorn Bücherei (7).
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 6. - 10. Tausend, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, August 1940, 58 + [VI] p., 18,9 x 11,7 cm. Einband von Ilse Schüle. Umschlagbild von Fritz Busse. Neue Engelhorn Bücherei (7).
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 11. - 15. Tausend, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, 1942, 58 + [VI] p., 19,6 x 12,3 cm. Neue Engelhorn Bücherei (7) (uitg.).
  • Van één of meer herdrukken tussen 1942 (11.-15. Tausend) en 1947 (31.-35. Tausend) is er geen spoor in het Deutsches Bücherverzeichnis;, de uitgeverij Engelhorn kon hierover evenmin iets meedelen, daar ze over geen volledig archief meer beschikt. (Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 97)
  • Übertragen von Anna Valeton in: Ausgewählte Werke in zwei Bänden. Zweiter Band, 1945, p. 253-292; herdruk: 1948.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 31. - 35 Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag, 1947, 60 + [IV] p., 19,8 x 12,2 cm. (uitg.).
Streuvels, Stijn, Frühling (1937). Vertaald door: Valeton, Anna. [verhaal]
Vertaling van:
Streuvels, Stijn, Frühling (1937). Vertaald door: Valeton, Anna.
Druk
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von A. Valeton. 1.-5. Tausend, Stuttgart, J. Engelhorns Nachf., März 1937, 75 + [V] p., 18,8 x 11,7 cm. Einband von Ilse Schüle. Umschlag von Fritz Busse. Neue Engelhorn Bücherei, 8.
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 6. - 15. Tausend, Stuttgart, Engelhorns Nachf. Adolf Spemann, [1943], 80 p., 19,6 x 12,3 cm. (uitg).
  • Alleinberechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 16. - 20. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag Adolf Spemann, [1947], 77 + [III] p., 19,6 x 12,1 cm. Einband: Fritz Busse.
  • Neue berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Adolf Spemann. Stuttgart, Engelhorn Verlag Adolf Spemann, s.d. [1953], 78 + [II] pp., 19,4 x 12 cm. Sammlung Adolf Spemann.
    'Die vier Bilder wurden für diese Ausgabe von Ernst von Dombrowski gezeichnet und in Holz geschnitten. Das Original entstand 1898 und hat den Titel Lente. Die neue berechtigte Übertragung aus dem Flämischen wurde von Adolf Spemann nach der endgültigen Fassung der "Volledigen Werken" (Uitgeverij 't Leischip in Kortrijk, 1950) besorgt und vom Dichter durchgesehen.'
Streuvels, Stijn, Der Flachsacker (1951). Vertaald door: Valeton, Anna. [roman]
Vertaling van: Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Streuvels, Stijn, Der Flachsacker (1951). Vertaald door: Valeton, Anna.
Druk
  • Berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 1. bis 4. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag Adolf Spemann, 1951, 196 + [IV] p., 19,4 x 12,2 cm. Umschlag und Einband von Alfred Finsterer.
  • Zürich, Büchergilde Gutenberg, 1953, 255 + [I] p., 21 x 13,8 cm. Berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. Lizenzausgabe der Büchergilde Gutenberg. Darf nur an Mitglieder verkauft werden.
Streuvels, Stijn, Der Flachsacker (1951). Vertaald door: Valeton, Anna. [roman]
Berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 1. bis 4. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag Adolf Spemann, 1951, 196 + [IV] p., 19,4 x 12,2 cm. Umschlag und Einband von Alfred Finsterer.
Vertaling van: Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Streuvels, Stijn, Der Flachsacker (1951). Vertaald door: Valeton, Anna.
Druk
  • Berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. 1. bis 4. Tausend, Stuttgart, Engelhornverlag Adolf Spemann, 1951, 196 + [IV] p., 19,4 x 12,2 cm. Umschlag und Einband von Alfred Finsterer.
  • Zürich, Büchergilde Gutenberg, 1953, 255 + [I] p., 21 x 13,8 cm. Berechtigte Übertragung aus dem Flämischen von Anna Valeton. Lizenzausgabe der Büchergilde Gutenberg. Darf nur an Mitglieder verkauft werden.
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907). [roman]
[Zestiende druk] = Vijftiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1944], 235 + [V] p., 34 x 24,8 cm, 'Weeldeuitgave' geïllustreerd met 4 aquarellen van Albert Saverys.
Inhoud:
  • 1. De zaaidhede
  • 2. De wiedsters
  • 3. Bloei
  • 4. Slijting
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Voorpublicatie
  • De zaaidhede, in: De beweging, 1907, januari, jg. 3, dl. 1, p. 1-33
    De wiedsters, in: De beweging, 1907, februari, jg. 3, dl. 1, p. 129-166
    Bloei, in: De beweging, 1907, april, jg. 3, dl. 2, p. 5-44
    De slijting [deel I], in: De beweging, 1907, mei, jg. 3, dl. 2, p. 146-186
    De slijting [slot], in: De beweging, 1907, juni, jg. 3, dl. 1, p. 273-311.
  • De kruisdagen (fragment uit De vlaschaard) [uit 2], in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1907, februari, jg. XVII, dl. 23, p. 123-125.
  • De kruisdagen [fragment uit 2], in: Aan doctor Alfons Depla, = speciaal nummer van De Vlaamsche Vlagge, 1907, jg. XXXIII, afl. 3, p. 129-132.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], [IV] + 332 p., 20,8 x 15,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], Luxe-uitgave. [VIII] + 342 + [II] p., 25 x 19 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [IV] + 243 + [I] p., 21,5 x 16 cm.
  • Vierde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1912], [IV] + 223 + [I], 21 x 15,3 cm.
  • Vijfde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,3 cm.
  • Zesde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1917], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,7 cm.
  • Zevende druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], in twee volumes: dl. I: [VIII] + 132 p.; dl. II: [VIII] + 315 + [I] p., 18,3 x 12 cm, in: Stijn Streuvels' werken, deel [4 & 5].
  • Achtste druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1926], 269 + [III] p., 21,5 x 17,2 cm.
  • Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-345.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Amsterdam, L.J. Veen.
  • Elfde druk, Volksuitgaven, in opdracht van Agentschap Dechenne, Tielt, J. Lannoo, 1941, 223 + [I] p., 19 x 13,3 cm.
  • Twaalfde druk, Antwerpen/Tielt, N.V. Standaard Boekhandel/J. Lannoo, [1941], 300 + [I] p., 21 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. XII.
  • [Dertiende druk], J.L. Van Schaik, B[e]p[er]k, Pretoria, 1942, [IV] + 227 + [III], 18,7 x 11,6 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], [VI] + V + [I] + 197 + [III] p., 19,5 x 14,7 cm. De omslagtekening is van Paul Lateur. Met 20 p. afbeeldingen uit de film. Met een inleiding, 'De gefilmde vlaschaard', door Stijn Streuvels, p. I-V.
  • [Vijftiende druk] = Veertiende druk. 162e tot 199e duizend. Foto's [14] met speciale toelating overgenomen uit den Terra-film 'De vlaschaard'. Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], 208 p., 19,2 x 13,4 cm, filmeditie - Volksuitgave.
  • [Zestiende druk] = Vijftiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1944], 235 + [V] p., 34 x 24,8 cm, 'Weeldeuitgave' geïllustreerd met 4 aquarellen van Albert Saverys.
  • [Zeventiende druk], [1948], In: Stijn Streuvels' verzamelde werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-261.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Kortrijk, 't Leieschip, p. 7-292.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Amsterdam, L.J. Veen.
  • [Negentiende druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1955], 293 + [III] p., 18,4 x 12,7 cm.
  • [Twintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 303 + [I] p., 18,4 x 12,8 cm.
  • [Eenentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, 1965, 254 + [VI] p., 29,4 x 26,2 cm.
  • [Tweeëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1966], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1967], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1968], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vijventwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zesentwintigste druk], Kaapstad/Brugge - Utrecht, Romanticapers, Orion, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zevenentwintigste druk], Orion - Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Achtentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Negenentwintigste druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 495-742.
  • [Dertigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1972], 254 + [VI] p., 29,5 x 26,2 cm.
  • [Eenendertigste druk], [Brugge], Orion, [1974], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Tweeëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1977], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1978], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierendertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1980], 303 + [I] p., 18,6 x 12,6 cm.
  • [Vijvendertigste druk], Nijmegen/Beveren, Orbis en Orion, [1983], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm, filmeditie.
  • [Zesendertigste druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1985], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Zevenendertigste druk] = tweede druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1989], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Achtendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1993], 275 + [V] p., 19,9 x 12,5 cm.
  • [Negenendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Het Laatste Nieuws, 2003, 223 + [I] p., 20,4 x 11,8 cm, reeks: Het Laatste Nieuws, nr. 22.
Digitaal
  • Diplomatische weergave van de eerste druk. Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, februari 2004. .