Utrecht 28 December 1931
Den Heere Stijn StreuvelsHet Lijsternest, Ingoyghem.
Hooggeachte Heer Streuvels,
Uw brief van 27 December[1] kwam in goede orde in ons bezit. Wat U ons mededeelt betreffende het werk dat U onderhanden heeft, en wat U ons vraagt betreffende de Dom-serie, achten wij van zoodanig belang dat het ons beter voorkomt daar eens persoonlijk met U over te spreken. Mochten wij binnenkort Vlaanderen bezoeken dan zullen wij U gaarne even te voren verwittigen wanneer wij een oogenblik van Uw kostbare tijd in beslag kunnen nemen. Mocht dit bezoek nog te lang in het verschiet liggen, dan verzoeken wij U ons iets uitvoeriger te schrijven over de germaanschen Boeren-roman waaraan U werkt.[2]
Intusschen geven wij U de verzekering van onze bijzondere hoogachting en bewondering,
De Gemeenschap-uitgevers
Utrecht
D[irecteur]
(handtekening L.M.A. Kuitenbrouwer)
dg
u[itgeverij]/k[uyle]
Utrecht
D[irecteur]
(handtekening L.M.A. Kuitenbrouwer)
Annotations
[1]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan De Gemeenschap van 27 december 1931.
[2]
Cf. hiervoor verder de brief van Stijn Streuvels aan De Gemeenschap van 6 februari 1932.