Utrecht, .25 Januari 1934
Den Heere Stijn Streuvels"Het Lijsternest"
Ingoyghem.
Zeer Geachte Heer Streuvels,
Hierbij hebben wij de eer U, volgens contractueele overeenkomst de honorariumafrekening te doen toekomen voor verkochte exemplaren van Uw boek "De Rampzalige Kaproen", welke afrekening loopt over het afgeloopen jaar vanaf 1 Juni 1933 tot 31 December 1933.[1]
Ingesloten zult U een tweetal honorariumbons in duplicaat vinden, genummerd 303, 304, waarvan het totaal tegoedbedrag f[lorijn] 94.68 vermeerderd met f[lorijn] 60.- is f[lorijn] 154.68 bedraagt.
Beleefd verzoeken wij U ons, na accoordbevinding, de duplicaatbons te willen retourneeren, voorzien van Uw handteekening, na ontvangst waarvan wij U het bedrag, groot f[lorijn] 154.68 zoo spoedig mogelijk zullen overmaken.
In het vertrouwen, dat U met een en ander zult kunnen accoord gaan, teekenen wij,
Met de meeste hoogachting,
(handtekening C. Vos)
Directeur,
DE GEMEENSCHAP Directeur,
UITGEVERS UTRECHT u[itgeverij]
bijlage:
2 honorariumbons, n[umme]rs 303, 304
met 2 duplicaatbons.
Annotations
[1]
Het contract voor De rampzalige kaproen werd op 25 november 1932 door Stijn Streuvels ondertekend en bevindt zich nu in het Letterenhuis (S 935/C). Artikel 14o luidt: Elk jaar, op 31 Januari te beginnen met 31 Januari 1933 zal de auteur van de uitgevers een schriftelijke opgave van het aantal in het afgeloopen boekjaar verkochte exemplaren van de oplaag ontvangen.
