19. Maart 1935.
Hooggeachte Heer Streuvels,
Het was mij een groot genoegen, met Uwen brief van 14. Maart weer eens een levensteeken van U te mogen ontvangen.[1]
Ja, de duitsche uitgaaf van De Vlaschaard is nu sedert eenigen tijd[2] totaal uitgeput, maar ik heb er geen oogenblik aan gedacht, dit heerlijk boek te laten vallen, integendeel heb ik reeds lang[3] den wensch, er eene nieuwe mooie vertaling te laten van maken. In de oude vertaling komen niet alleen „enkele betreurenswaardige blunders” voor, ze is effenaf slecht en onwaardig. Ik heb hier eene omwerking ervan liggen, die mij echter evenmin kan bevredigen. Ernstige pogingen, de vroegere vertaling te verbeteren, hebben mij de overtuiging gegeven, dat[ ]hier slechts eene volledig nieuwe vertaling mogelijk is. Ze zal bepaald binnenkort verschijnen en ik ben zeker, dat ze U zal bevallen. Het zou mij een genot zijn, indien ik dit mooie werk in den loop van den zomer zelf kon doen.[4]
Wat nu „Der Arbeiter” betreft, het spijt mij zeer, U de toelating, deze novelle in eene andere duitsche uitgaaf te laten opnemen, niet te kunnen geven, vermits dit prachtig stukje vlaamsche vertelkunst in 't begin van de volgende maand opnieuw in de Insel-Bücherei verschijnt.[5] Ook „Die Ernte” is een blijvend bestanddeel der Insel-Bücherei en wordt telkens nieuw gedrukt.[6] In ons verdrag staat trouwens uitdrukkelijk, dat wij het recht hebben, gedeelten uit Uw werk in de Insel-Bücherei op te nemen.[7] Zoodra de nieuwe uitgaaf van De Vlaschaard verschenen is, zullen wij met bezonderen nadruk voor publiciteit zorgen.
Ik veroorloof mij, de lijst der door U gewenschte boeken niet als bestelling te betrachten, maar ze U lijk vroeger als geschenk voor Uwe bibliotheek aan te bieden. Deze bibliotheek, de mooie kamer, waarin zij staat, met de schrijftafel in het heldere licht van den dag, van waaruit U den „Vlaschaard” hebt gezien, blijft mij steeds in aangenaamste herinnering, en het is mijn vurige wensch, deze kamer en vooral Uzelf in niet al te verre toekomst eens te mogen terugzien.
Wees oprecht verzekerd, dat ik in onveranderde diepe vereering en hartelijke toeneiging steeds blijf
Uw
(handtekening Anton Kippenberg)
(handtekening Anton Kippenberg)
Annotations
[1]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Anton Kippenberg van 14 maart 1935.
[2]
Sinds 1918.
[3]
sinds 18 augustus 1933.
[4]
Op 18 augustus 1933 ontvouwt Insel Verleger Kippenberg zijn plannen om Der Flachsacker, d.i. de Duitse vertaling van De vlaschaard, uit te brengen in een nieuwe vertaling, om daarna een keuze te maken uit het hele oeuvre volgens het drievoudige oorlogscontract en om ten slotte kleinere werken van Streuvels te brengen in de Insel-Bücherei. Maar omdat er niets gebeurde en Streuvels had gezien dat de duitsche uitgaaf van De vlaschaard sedert geruime tijd uit Uw catal. verdwenen is (of het boek er ooit in is voorgekomen?) vraagt hij in zijn brief aan Kippenberg van 14 maart 1935 waarom er zo weinig publiciteit voor dit boek werd gemaakt in tegenstelling met de drukke publiciteit voor vertalingen van andere Vlaamsche boeken, Timmermans dus. Streuvels vervolgt: In geval Gij er aan verzaken wilt, en de uitgaaf vrij laat, zou ik er aan houden eene nieuwe uitgaaf te laten verschijnen, opdat het boek, samen bij de andere Duitsche vertalingen, kan in den handel komen. Adolf Spemann werd in deze brief nog niet genoemd.
Kippenberg wist dat Spemann op een uitgave van Der Flachsacker aasde, omdat die bij hem had aangedrongen om een gemeenschappelijke Streuvelscampagne op te zetten in de Duitse pers. Dit blijkt uit de brief van Adolf Spemann aan Stijn Streuvels van 11 maart 1935. Nauwelijks vijf dagen later schrijft Kippenberg aan Streuvels in het Nederlands dat hij vasthoudt aan zijn voornemen om zelf een nieuwe, verbeterde vertaling van het werk uit te geven. Spemann kon zijn Vlaschaard-droom opbergen. Het contract van december 1915 bleef onherroepelijk in Leipzig liggen en de nieuwe uitgave van Der Flachsacker werd uitgegeven door Insel Verlag. H. Speliers, Als een oude Germaanse eik, p. 296-297.
[5]
Stijn Streuvels, Der Arbeiter. Erzählung (1935).
[6]
Het zou nog tot 1940 duren vooraleer een herdruk van Die Ernte door Insel Verlag op de markt werd gebracht. De vertaling was dan ook niet meer van de hand van Rudolf Alexander Schröder, maar wel van Peter Mertens.
[7]
Insel-Bücherei is een reeks boeken die door Insel Verlag op de markt werd gebracht. Daarbinnen bracht Insel Verlag een 'Flämische Reihe', een reeks van twaalf boeken met een uitgesproken voorkeur voor de auteurs van Van Nu en Straks.
Aan artikel 1 van het drievoudige oorlogscontract voegde Kippenberg achteraf nog 1 zin toe, nl. Der Insel Verlag ist berechtigt einzelne Teile der Auswahl auch in seine Insel-Bücherei zu veröffentlichen.