Waarde Heer,
Nog altijd ontving ik geen antwoord van Veen al schreef ik acht dagen geleden. Zoo kan ik het kontrakt niet opmaken, omdat de oplage geen 5000 ex[emplaren] zal bedragen, indien Veen niet optreedt als medeuitgever.[1] Ik schreef hem dan ook over Het Verleden. Zoodra ik antwoord ontvang, zend ik kontrakt en species.[2] Misschien komt het wel met een der eerste postbestellingen, zooniet schrijf ik nog eens!
Met hoogachting
(handtekening Joris Lannoo)
26-7-'24 Zaterdag namid[dag]
THIELT
26.VII.1924
Heer Frank Lateur
Letterkundige
Ingooighem
Letterkundige
Ingooighem
Annotations
[1]
Tussen Lannoo en de firma Veen waren er onderhandelingen aan de gang over de uitgave van Vertellingen van Tolstoï. Uit de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 29 april 1924 blijkt dat Lannoo de alleenverkoop in Nederland aan de firma Veen wil afstaan mits deze 2000 exemplaren afneemt. Op dit moment was er hieromtrent nog geen duidelijke afspraak.
[2]
Cf. verder de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 2 augustus 1924.