2 Aug[ustus] 1924.
Waarde Heer Lateur
Gister avond ontving ik het geteekend kontrakt van Veen terug en voeg hierbij de door mij geteekende overeenkomst + den check van ½ van uw honorarium.[1] — Zonder ongevallen zal 't boek over 14 dagen verschijnen.
Van "Het Verleden" eischt de firma[2] het formaat der 17 kleine deelen[3] en inzage van een deel der kopij. Heden namiddag zend ik hem alles, zoodat we hiermee ook spoedig vooruitkomen.
Maandag zult u nog 62 bl[ad]z[ijden] van de Tolstoïvertellingen in proef ontvangen.
Hartelijk gegroet
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
De betaling van het honorarium voor Vertellingen van Tolstoï geschiedde als volgt: Art. II. De tweede ondergeteekende [Joris Lannoo, JD] betaalt aan eersten ondergeteekende [Frank Lateur, JD] voor deze ééne uitgaaf, de som van 2500 (twee duizend vijf honderd franken) waarvan de eerste helft, zijnde 1250 (duizend twee honderd vijftig franken) betaald wordt bij het leveren der copie, en de tweede helft, zijnde: 1250 (duizend twee honderd vijftig franken) bij het verschijnen van het boek, dat niet later dan op vijftienden September 1924 mag verschijnen'. Contract in Letterenhuis, S 935/C
[2]
de Amsterdamse uitgeverij Veen
[3]
Het formaat van deze boekjes is 18 x 12 cm. Het formaat van Herinneringen uit het verleden bedraagt 21,4 x 15,7 cm.
Cf. verder de brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 3 augustus 1924.