,27-10-'24
Waarde Heer Lateur
Hierbij check n[umme]r 2 voor 't honorarium van "Het Verleden".[1] — Ik zet nu een propaganda in van ± 4 weken. Tegen dien tijd zullen de recensies verschijnen en dan gaat alles zijn gewonen gang. —
Ik hoop Vrijdag naar Ingooighem te kunnen komen wegens de prachtex[emplaren] en de inbinding, doch zal u morgen of ten laatste overmorgen nog berichten of er geen belet is voor mij:[2] ik ben overlast en toch mogen we die zaak niet langer uitstellen (reeds 2 ex[emplaren] zijn besproken)[.]
Hartelijke groeten.
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] Ik kreeg 2 bewysn[umme]rs van "Het Vl[aamsche] Land"! U ook?[3] (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Er werd contractueel vastgelegd dat de betaling van Streuvels' honorarium voor Herinneringen uit het verleden in 4 stortingen van 2500 fr. zou gebeuren:
- 1- bij het afleveren der kopij; -
- 2- 1e November (bij 't verschynen);
- 3- 1e Januari 1925; -
- 4- na vaststelling van verkoop der eerste 1500 ex. in België.
[2]
Cf. hiervoor verder de brief van Joris Lannoo aan Streuvels van 30 oktober 1924.
[3]
In Het Vlaamsche Land (1924, pp. 636-637, 652-653, nummers van 4 en 11 oktober) was 'Mijn loopbaan op de planken' (het tiende deel uit Herinneringen uit het verleden, p. 195-213) verschenen.
Cf. mededeling van Stijn Streuvels in zijn brief aan Joris Lannoo van 7 oktober 1924 nog geen nummer van Het Vlaamsche Land ontvangen te hebben. Lannoo reageerde hierop in zijn brief aan Streuvels van 8 oktober 1924.