Thielt den 3 Januari 1925.
Waarde Heer Lateur,
"Herinneringen" gaat goed! Moest de verkoop zoo voort meêslaan, dan zou ik U in elk geval gedurende 1925 mogen een 4e storting laten bezorgen.[1] — N[ota Bene] De boekbinder Eggermont te Kortrijk, waarvan vroeger sprake,[2] verbindt niet meer! Was het met dezen dat U onderhandelen zoudt?[3] — Kunt u ons de andere twee adressen niet terugbezorgen van degenen, die een prachtex[emplaar] gevraagd hebben[4] buiten Notaris Persijn (Jules Lagae en ? (met adres a[lstublieft]) Myn vrouw heeft die heeren verwittigd[5] en 't kaartje, dat we van U kregen is zoek geraakt, zoodat we nu zelf hun adres niet meer kennen.
Ja, Gezelle moet hier aan een schappelijken prijs op de boekenmarkt gebracht worden, doch een gulden als inkoopprijs voor "Kerkhofblommen" is te hoog![6] 't Zou moeten ± de verkoopprijs zijn, waarop ik zelf tot 40 % moet kunnen geven en dan natuurlijk nog iets verdienen! Daarbij de verzendingskosten zijn tamelijk hoog en aan de grens plakt de tolman er nog de overdrachtszegel op, die hier in gebruik is![7] Kan de zaak opgelost? —
In 1925 schik ik in elk geval naar Algerië te reizen, doch kan absoluut nog geen datum opgeven![8] Doch bij mijn schoonbroêrs[9] zou slechts logement voor 2 personen zijn! In hotels is 't zeer kostelijk!
Heel genegen —
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Dit als antwoord op Streuvels' suggestie in zijn brief aan Lannoo van 2 januari 1925. Cf. betalingswijze voor Herinneringen uit het verleden, door Streuvels uiteengezet in zijn brief aan Joris Lannoo van 3 september 1924. De eerste storting gebeurde rond 2 september 1924, het tweede deel honorarium werd per check betaald op 27 oktober 1924, het derde deel op 1 januari 1925.
[2]
Cf. briefkaart van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 20 november 1924 en briefkaart van Streuvels aan Lannoo van 25 november 1924.
[3]
Dit als antwoord op Streuvels' postscriptum van zijn brief aan Lannoo van 2 januari 1925.
[4]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 7 december 1924 en antwoord van Lannoo op 9 december. Op 18 december stuurde Streuvels de adressen naar Lannoo.
[5]
Uit deze zinsnede blijkt dat Maria De Tavernier zich begin 1925 al bezighield met een gedeelte van Lannoos briefwisseling en met praktische zaken.
[6]
Reactie op Streuvels' voorstel in zijn brief aan Lannoo van 2 januari 1925 om de resterende exemplaren van de veertiende druk van Kerkhofblommen voor 1 gulden van de Amsterdamse firma Veen aan te kopen en met zo weinig mogelijk winst op de markt te brengen.
[7]
In België moest men taksen betalen op goederen (o.a. boeken) die vanuit de buurlanden (in dit geval vanuit Nederland) de grens over werden gebracht. Reeds in augustus 1890, op de internationale 'Boekwezendag' n.a.v. de 300ste verjaardag van het overlijden van Christoffel Plantin in Antwerpen, werd gepleit voor het afschaffen van alle tolrechten die het vrije verkeer van het boek tot dan toe belemmerden, zonder veel succes echter. R. Pelckmans en Ludo Simons, Overzichtscatalogus. Honderd jaar De Nederlandsche Boekhandel / Uitgeverij Pelckmans, p. 5-6
[8]
Reactie op Streuvels' opmerking in zijn brief aan Lannoo van 2 januari 1925.
[9]
Maurits en Gerard De Tavernier, twee broers van Joris' vrouw Maria.
