<Resultaat 292 van 2531

>

J. LANNOO
Uitgever
Thielt
Waarde Heer Lateur,
Dezen morgen ontvang ik de proef van E[erwaarde Heer] C[aesar] Gezelle terug,[1] die ook wenscht de stukken Nog eens, Jaargetijde, Het Kruis, uit het Italjaansch en R.I.P. te zien verschijnen.[2] Ik vind het niet volstrekt noodig na de vroeger genomen inlichtingen,[3] doch ik heb er niets tegen. Mag dit geschieden. Ik schrijf ondertusschen aan E[erwaarde Heer] Gezelle hem meldende, dat wij niet de heele vroegere schooluitgave herdrukken;[4] of hij 't dan nog noodig vindt bovengenoemde gedichten op te nemen. Uw beide antwoorden zullen me wel melden wat ik doen moet.[5]
(paraaf Joris Lannoo)
THIELT 25.II.1925
Heer Frank Lateur
Ingooighem
 

Annotations

[1] D.i. de proef van Kerkhofblommen. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 20 februari 1925.
[2] Kerkhofblommen bestaat uit verschillende delen, te weten 'Kerkhofblommen' zelf, 'Bezoek bij 't graf', 'Nog eens', 'Jaargetijde', 'Het Kruis', 'Uit het Italiaansch', 'R.I.P.', 'Het kindeke van de dood', 'Gouden Roozen', 'Zielgedichtjes' en 'Aanteekeningen'. Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 28 januari 1925.
Aan het verzoek van C. Gezelle zal geen gehoor worden gegeven.
[3] Naast onderling overleg met Streuvels had Lannoo ook inlichtingen ingewonnen bij twee bevriende leraars.
[4] De bedoelde 'vroegere schooluitgave' is hoogstwaarschijnlijk: Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Met voorwoord van Caesar Gezelle. Achtste druk. Schooluitgave. Amsterdam, L.J. Veen, s.d. [1906], een uitgave die naast 'Kerkhofblommen', 'Bezoek bij 't graf' en 'Het kindeke van de dood' ook 'Nog eens', 'Jaargetijde', 'Het Kruis', 'Uit het Italiaansch', 'R.I.P.', 'Gouden Roozen' én de 162 oorspronkelijke 'Zielgedichtjes' bevatte, en die dus volledig was.
Om redenen vermeld in Streuvels' brief aan Lannoo van 27 januari 1925 wilden Lannoo en Streuvels de vijftiende uitgave beperken tot een gedeeltelijke uitgave.
[5] Cf. briefkaart van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 26 februari 1925.

Register

Naam - persoon

Gezelle, Caesar (° Brugge, 1875-10-24 - ✝ /, 1876-10-23 - ✝ ?) - Moorsele, 1939-02-11)

Vlaams dichter, priester, prozaschrijver en essayist.

Neef van Guido Gezelle en Stijn Streuvels, en een goede vriend van de jonge Streuvels. Hij volgde een priesteropleiding en studeerde Germaanse filologie aan de KUL. Van 1900 tot 1913 was hij poësisleraar in Kortrijk. In die periode schreef hij naturalistische verzen en proza en was net als zijn oom Guido een voorstander van het West-Vlaamse taalparticularisme. Hij schreef literaire bijdragen voor flamingantische tijdschriften als Ons Volk Ontwaakt en Vlaanderen en artikels in Biekorf en Dietsche Warande en Belfort. In 1919 werd hij onderpastoor te Roesbrugge; in 1921 keerde hij terug naar Ieper, waar hij godsdienstleraar werd aan de rijksmiddelbare school en geestelijk directeur van een kloostergemeenschap. Als eigenaar van het Guido Gezelle-archief was het zijn taak zijn ooms werk en leven bij het publiek bekender te maken; in het licht van deze functie stond hij in nauw overleg met Streuvels, die dan weer toezag op het drukken van het werk van Guido Gezelle. Gezondheidsproblemen dwongen hem tot vervroegde rust (1933). Als dichter bleef Caesar Gezelle in de schaduw van zijn oom, als prozaïst was hij een meester in de impressionistische schets. Aan zijn oom wijdde hij een aantal belangrijke studies, waaronder een biografie (1918).

Gezelle, Caesar (° 1875 - ✝ 1939)

Neef van Guido, en net als hij een priester-dichter, die weliswaar ook proza schreef.

Leopold Romaan Gezelle, Caesar (° 1875 - ✝ 1939)

Oomzegger van Guido Gezelle en neef van Stijn Streuvels. Na zijn priesterwijding in 1899 te Brugge en filologische studies aan de Leuvense universiteit werd hij achtereenvolgens leraar te Kortrijk, onderpastoor te Ieper en leraar aan het klein seminarie te Versailles (tijdens de Eerste Wereldoorlog). Vanaf 1919 was hij weer werkzaam in zijn eigen bisdom: eerst te Roesbrugge en ten slotte te Ieper, waar hij godsdienstleraar en geestelijk directeur van de kloostergemeenschap van de H. Familie was. Hij schreef ook proza en poëzie.

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Indextermen

Naam - persoon

Gezelle, Caesar
Gezelle, Guido
Lateur, Frank

Titel - andere werken

Kerkhofblommen