< | Resultaat 305 van 2531 | > |
---|
Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)
Priester-dichter en leraar.
Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.
Lagae, Jules (° Roeselare, 1862-03-15 - ✝ Brugge, 1931-06-01)
Beeldhouwer.
Kende als leerling aan het Klein Seminarie van Roeselare Albrecht Rodenbach. Hij volgde avondlessen aan de Academie te Roeselare. In 1881 was hij leerling aan de Academie te Brussel. Van 1888 tot 1892 verbleef hij in Italië. In Vlaamse kunstmiddens werd zijn 'Vlaamsch werk' geprezen en dit zeer uitdrukkelijk na het succes dat hij had geboekt met zijn monument voor de Argentijnse onafhankelijkheid te Buenos-Aires. Hij boetseerde in 1894 een buste van Gezelle, in Kortrijk geplaatst in 1902, en maakte in 1905 borstbeelden en een medaille van Guido Gezelle. Lagae kende Gezelle persoonlijk en had reeds in 1899 zowel een dodenmasker als een afgietsel van de handen van de dichter gemaakt. Hij was eveneens een vriend van Hugo Verriest, Streuvels' dorpsgenoot en toegewijde vriend. Lagae ontwierp verscheidene openbare monumenten. De laatste grote dag die hij mocht beleven was de inhuldiging van zijn Gezellemonument te Brugge in 1930. Hij stierf te Brugge, maar was woonachtig te Brussel. De waarde van Lagae ligt niet in zijn scheppend vermogen, maar in zijn bekwaamheid om levensecht en respectueus de menselijke gestalte te kunnen boetseren.
Lagae, Jules (° 1862 - ✝ 1931)
Beeldhouwer. Na zijn studies en een verblijf in Italië vestigde hij zich te Brussel, waar hij vooral als portrettist ruime bekendheid verwierf. Van zijn hand zijn o.a. borstbeelden van Guido Gezelle en Hugo Verriest. Hij beeldhouwde ook de standbeelden van Gezelle te Kortrijk en te Brugge, van Ledeganck te Eeklo en van Rodenbach te Roeselare. Gezelle vermeldde Lagae in 'Memento homo' uit de bundel Rijmsnoer, en droeg het gedicht 'In te speravi' aan hem op. Lagae vervaardigde bij Gezelles overlijden diens dodenmasker en maakte afgietsels van zijn handen.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Speybrouck, Jozef (° Kortrijk, 1891-05-11 - ✝ Kortrijk, 1956-08-23)
Graficus-tekenaar.
Leerling aan de Academie van Kortrijk en leraar aan de St. Lucasschool te Kortrijk. Hij produceerde vooral godsdienstige werken. Vanaf 1921 ontstond er een nauwe samenwerking tussen Lannoo en Speybrouck. In datzelfde jaar heeft Speybrouck de uitgeverij Lannoo uitstekend gevisualiseerd in Vlaamse symbolen. Maar zijn grafisch oeuvre is uiteindelijk vergleden tot een stereotiepe verheerlijking van land en volk.