<Resultaat 305 van 2531

>

Waarde Heer Lateur,
Hierbij de brief van de f[irm]a Veen terug.[1]
Speybrouck is overlast[2] met werk voor de abdijen van Averbode[3] en S[in]t Andries bij Brugge[4]. — Ik zal J[uffrou]w Vanden Bulcke vragen, doch moet eerst het boekje zien om te weten, hoe het best verlucht wordt en verwacht ook uwe opvatting er over. —
Ik hoop, dat u luxe- en gewone ex[emplaren] van 't Verleden in orde bevonden hebt.[5] Ik heb nog de n[umme]rs 23, 24 & 25 der luxeuitgave na te zien: er ontbreekt aan elk iets, dat ik zal trachten te doen herstellen.
In princiep ben ik akkoord met de uitgave van de volledige Gezelle-werken,[6] toch verwacht ik juiste prijsopgave vooraleer toe te slaan. Ik geloof echter dat de verkoopprijs zal moeten 6 fr[ank] zijn.[7] Zoodra ge antwoord uit Holland ontvangt[8] moogt ge gerust eens naar Thielt komen: ik ben zekerlijk thuis (overlast met kieswerk[9]) en we bespreken alles mondeling, ook de uitgave van 't boek van Björnson.[10]
U moogt er echter op rekenen, dat de uitgaven u in 't vervolg zullen voldoening geven:[11] ik bestelde een nieuwe grootere letter, waarvan ik U proef zend, zoodra de letter zal aangekomen zijn.[12]
In afwachting hoogachtend.
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] Er wordt me een schoone foto van G[uido] Gezelles borstbeeld (door J[ules] Lagae)[13] gevraagd? Kunt u me die niet leenen of laten weten waar ik ze krijgen kan? J[ules] Lagae heeft er geene.[14] (Paraaf Joris Lannoo)

Annotations

[1] Waarschijnlijk de brief die Streuvels gevoegd had bij zijn brief aan Lannoo van 22 februari 1925. Cf. Streuvels' vraag in zijn brief aan Joris Lannoo van 23 maart 1925.
[2] Dit is een reactie op Streuvels' vraag in zijn brief aan Joris Lannoo van 23 maart 1925.
[3] De gemeente Averbode is gegroeid rond de Norbertijnerabdij die er in 1135 werd opgericht. Arnold II, graaf van Loon, schonk daartoe zijn jachtgoed (met kapel, toegewijd aan Sint-Jan-de-Doper) op de grens van Loon en Brabant. In 1139 werd de stichting uitgaande van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen als zelfstandige abdij erkend. De abdij heeft zwaar te lijden gehad onder de godsdienstoorlogen, speciaal van 1574 tot 1591. Het huidige gebouwencomplex stamt uit de 17de en 18de eeuw. In 1942 zou het complex echter afbranden, op de kerk na, en zou het volledig heropgebouwd moeten worden. Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek. Deel 1: Vlaanderen, p. 60
[4] Rond 1100 werd de abdij van Sint-Andries oorspronkelijk en tot 1188 een Benedictijnerpriorij afhangend van Affligem, gesticht door Robrecht II, graaf van Vlaanderen, en Tancmar van Straten. Gaandeweg verrijkte de abdij haar bezittingen. In 1902 werd de stichting abdij geopend, in 1910 een abdijschool. Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek. Deel 2: Vlaanderen-Brussel, p. 976
[5] In zijn brief aan Joris Lannoo van 28 maart 1925 deelde Streuvels mee dat de boeken onderweg waren.
[6] Dit als antwoord op Streuvels' brief van 28 maart 1925. Lannoo is dus bereid de exploitatie voor Vlaanderen van Guido Gezelle's Dichtwerken op zich te nemen.
[7] I.p.v. de 5 frank die Streuvels vaststelde in zijn brief van 28 maart 1925.
[8] Cf. Streuvels' mededeling hieromtrent in zijn brief aan Joris Lannoo van 28 maart 1925.
[9] Waarschijnlijk i.v.m. lettertypes, papiersoorten e.d.
[10] Er werd nl. nog steeds gezocht naar een illustrator voor dit werk.
[11] Lannoo reageert hier op Streuvels' afkeurende reacties m.b.t. de uitgave van Kerkhofblommen, welke ontevredenheid er mede de aanleiding toe was dat het drukken van Guido Gezelle's Dichtwerken aan Veens drukker, Thieme, werd toevertrouwd i.p.v. aan Lannoo.
[12] Uit de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 1 mei 1925 blijkt dat Lannoo deze 'nieuwe grootere letter' in Duitsland bestelde.
[13] Jules Lagae maakte in 1905 borstbeelden en een medaille van Guido Gezelle.
[14] In een — geretourneerde — briefkaart van 7 mei 1925 vroeg Lannoo aan Abramsz: Wanneer mag ik den stempel van Lagae's borstbeeld van Gezelle verwachten?

Register

Naam - persoon

Gezelle, Guido (° Brugge, 1830-05-01 - ✝ 1899-11-27)

Priester-dichter en leraar.

Oom van Caesar Gezelle en Stijn Streuvels. Priester-dichter en leraar die met zijn nationaal-religieus geïnspireerde lessen, gedichten en journalistieke publicaties grote invloed uitoefende op de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Gezelle werkte achtereenvolgens in Roeselare (Klein Seminarie), Brugge, Kortrijk en opnieuw Brugge. Hij maakte vlug naam als Vlaams literair auteur met zijn Kerkhofblommen (1858), en was ook zeer actief als taalgeleerde, volkskundige, pamflettist, polemist, en stichter-stimulator en uitgever van tijdschriften als Rond den Heerd, Loquela en Biekorf. Gezelle was een taalparticularist, wat tot uiting kwam in zijn bijdragen aan deze tijdschriften. Hij liet tevens een bundel Laatste Verzen na die in 1901 postuum uitgegeven zou worden.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester, dichter, taalkundige en journalist. Zijn zus Louise Gezelle (1834 1909 was de moeder van Stijn Streuvels, die bijgevolg een neef was van Guido Gezelle.

Lagae, Jules (° Roeselare, 1862-03-15 - ✝ Brugge, 1931-06-01)

Beeldhouwer.

Kende als leerling aan het Klein Seminarie van Roeselare Albrecht Rodenbach. Hij volgde avondlessen aan de Academie te Roeselare. In 1881 was hij leerling aan de Academie te Brussel. Van 1888 tot 1892 verbleef hij in Italië. In Vlaamse kunstmiddens werd zijn 'Vlaamsch werk' geprezen en dit zeer uitdrukkelijk na het succes dat hij had geboekt met zijn monument voor de Argentijnse onafhankelijkheid te Buenos-Aires. Hij boetseerde in 1894 een buste van Gezelle, in Kortrijk geplaatst in 1902, en maakte in 1905 borstbeelden en een medaille van Guido Gezelle. Lagae kende Gezelle persoonlijk en had reeds in 1899 zowel een dodenmasker als een afgietsel van de handen van de dichter gemaakt. Hij was eveneens een vriend van Hugo Verriest, Streuvels' dorpsgenoot en toegewijde vriend. Lagae ontwierp verscheidene openbare monumenten. De laatste grote dag die hij mocht beleven was de inhuldiging van zijn Gezellemonument te Brugge in 1930. Hij stierf te Brugge, maar was woonachtig te Brussel. De waarde van Lagae ligt niet in zijn scheppend vermogen, maar in zijn bekwaamheid om levensecht en respectueus de menselijke gestalte te kunnen boetseren.

Lagae, Jules (° 1862 - ✝ 1931)

Beeldhouwer. Na zijn studies en een verblijf in Italië vestigde hij zich te Brussel, waar hij vooral als portrettist ruime bekendheid verwierf. Van zijn hand zijn o.a. borstbeelden van Guido Gezelle en Hugo Verriest. Hij beeldhouwde ook de standbeelden van Gezelle te Kortrijk en te Brugge, van Ledeganck te Eeklo en van Rodenbach te Roeselare. Gezelle vermeldde Lagae in 'Memento homo' uit de bundel Rijmsnoer, en droeg het gedicht 'In te speravi' aan hem op. Lagae vervaardigde bij Gezelles overlijden diens dodenmasker en maakte afgietsels van zijn handen.

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Speybrouck, Jozef (° Kortrijk, 1891-05-11 - ✝ Kortrijk, 1956-08-23)

Graficus-tekenaar.

Leerling aan de Academie van Kortrijk en leraar aan de St. Lucasschool te Kortrijk. Hij produceerde vooral godsdienstige werken. Vanaf 1921 ontstond er een nauwe samenwerking tussen Lannoo en Speybrouck. In datzelfde jaar heeft Speybrouck de uitgeverij Lannoo uitstekend gevisualiseerd in Vlaamse symbolen. Maar zijn grafisch oeuvre is uiteindelijk vergleden tot een stereotiepe verheerlijking van land en volk.

Vandenbulcke, Godelieve

Verzorgde de tekeningen van Vertellingen van Tolstoï. Werkte bij Jules Fonteyne. Geen verdere biografische gegevens gevonden.

Naam - uitgever

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Björnson, Björnstjerne, Een vroolijke knaap (1919). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
Derde, herziene uitgaaf [= tweede afzonderlijke druk], Thielt, J. Lannoo, 1925, XVI + 109 + [III] p., 21 x 16,4 cm. Streuvels' Volksboeken
Björnson, Björnstjerne, Een vroolijke knaap (1919). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Druk
  • [Eerste druk], uit het Noorsch vertaald door Stijn Streuvels, Zaltbommel, Nutsuitgeverij, 1919, 99 + [I] p., 19,3 x 13,4 cm. Volksboekerij onder redactie van de Nutscommissie voor Volkslectuur, nr. 7. [o.t.: En glad gut]
  • Derde, herziene uitgaaf [= tweede afzonderlijke druk], Thielt, J. Lannoo, 1925, XVI + 109 + [III] p., 21 x 16,4 cm. Streuvels' Volksboeken
  • Derde, herziene uitgaaf [= tweede afzonderlijke druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1926], XVI + 109 + [III] p., 21 x 16,4 cm. Streuvels' Volksboeken
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924). [bio]
[Eerste druk], Thielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, 1924, 280 + [VIII] p., 21,4 x 15,7 cm.
Extra info:
Colofon: 'De omslagteekening is van Alb. Saverys. Van deze uitgaaf werden 25 exemplaren getrokken op Hollandsch papier, genummerd van 1 tot 25.'
Streuvels, Stijn, Herinneringen uit het verleden (1924).
Druk