Thielt den 18 Mei 1925
Waarde Heer Lateur,
Hierbij een brief van firma Veen[1] over de Gezelle uitgave[2], die mij eenigszins in moeilijkheden zal brengen met sommige Oversten van Onderwijsgestichten, vermits ik einde Juli niet kan leveren wat ze noodig hebben.[3] — Op dien tijd kon ik die heel gemakkelijk drukken en nog rapper.[4]
Wat "Een Vroolijke Knaap" betreft moet ik hieruit[5] besluiten, dat de nieuwe uitgave in Nederland niet mag verkocht worden, ook niet bij een anderen uitgever?
Joz teekent nu zekerlijk en zendt eerst eene schets.[6] Hij belooft na goedkeuring der schets, in 6 weken (ten minste), er mee klaar te zijn.[7] Ik zend U onmiddellijk na ontvangst de schets ter inzage.
Wilt u brief Veen met uw antwoord terugsturen.[8]
Hierbij ook proeve van den omslag mogelijks met de omranding in 't blauw.[9]
De Gezelle-uitgave zal hier goed gaan, dat voel ik reeds.
Nu ik om zeggens alles van U uitgeef,[10] reken ik er ook [op] dat mij uw aangekondigd nieuw werk insgelijks zal aangeboden worden.[11]
In afwachting hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] Ik ontvang zooeven de eerste teekening van Joz. met bijgevoegd kaartje. Ik zend U alles[.][12] (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Deze brief vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
Guido Gezelle's Dichtwerken, een heruitgave van het volledige werk in 10 delen, ter ere van de vijfentwintigste verjaardag van diens dood.
[3]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 10 april 1925.
[4]
Waarschijnlijk een verwijzing naar Streuvels' kritiek in zijn brief aan Lannoo van 14 maart 1925.
[5]
Uit de brief van de firma Veen aan Joris Lannoo.
[6]
Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 11 mei 1925.
[7]
Op 14 mei 1925 schreef Joz aan Joris Lannoo: Gisteren ontving ik uwen brief met de 2 boeken.
Gezien S. Streuvels er spoed achter zet, zal ik mijn best doen zoo vlug mogelijk te leveren. Ik werk 4 soms 5 dagen bij eenen uitgever en zoodoende beschik ik over weinig tijd; te meer daar ik ook ander geregeld werk heb. Ik reken er op dat 2 teekeningen per week u voldoening schenken? Meer kan ik u niet beloven. Overigens, ik wensch goed werk te geven...
Ik zal trachten binnen 3-4 dagen U eene eerste teekening te zenden. Oordeelt dan, en ingeval het goed is, stuurt ge dan dadelijk weer, want ik heb ze tot vergelijking met de volgende teekeningen noodig. Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, doos XIX, Streuvels-Uten
[8]
Cf. antwoord van Streuvels op 20 mei 1925.
[9]
De omslag voor de tien delen van Guido Gezelle's Dichtwerken. De proef is niet bij de brief bewaard gebleven. Cf. antwoord van Streuvels op 20 mei 1925.
[10]
In Vlaanderen althans.
[11]
Cf. antwoord van Streuvels op 20 mei 1925.
[12]
Op 16 mei zond Joz een briefkaart aan Lannoo. Hij schreef: Door deze meld ik U dat de teekening (eerste hoofdstuk) U verzonden werd.
Indien U 't werk goed acht, verwacht ik de teekening terug, want om verder te gaan heb ik ze noodig te vergelijken met de volgende teekeningen ter wille van 't karakter, aard en grootte. Misschien vindt u dit wel zonderling maar elk boek zou ik op eene andere manier (teekenwijze) illustreeren, al naar gelang 't karakter van 't boek (velen denken het tegenovergestelde: dat een teekenaar altijd zijn zelfde "genre" moet geven) maar boeken verschillen van inhoud tot in 't oneindige, dus... teekening naar gelang 't boek)[.] Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, doos XIX, Streuvels-Uten
De proeftekening is niet bij de brief bewaard gebleven.
