Ingooighem
< | Resultaat 345 van 2531 | > |
---|
Gijssels, Willem (° Dendermonde, 1875-04-23 - ✝ Antwerpen, 1945-02-05)
Flamingant en activist.
Hij verliet België in 1918, maar vestigde zich in 1921 in Antwerpen. Hij debuteerde zeer jong met verzen in lokale bladen en vanaf 1916 leidde hij het voordien door Octaaf Steghers geredigeerde, uitgesproken activistische weekblad Vlaamsch Leven, waarin tal van jongeren debuteerden. Hij schreef honderden gelegenheidsgedichten en liederen; na zijn aanstelling in gemeentelijke dienst te Antwerpen (o.m. op verzoek van burgemeester C. Huysmans) maakte hij ook tal van gelegenheidsgedichten voor patriottische plechtigheden, hetgeen hem dan weer van nationalistische zijde kwalijk werd genomen.
Kenis, Paul (° Bocholt, 1885-07-11 - ✝ Etterbeek, 1934-06-29)
Dichter, romancier, criticus en journalist.
Redacteur van De Boomgaard (1909-1911) en van Ons Vaderland (1914-1922). Na de Eerste Wereldoorlog was hij een tijdlang secretaris van de Vereniging van Vlaamsche Letterkundigen. Van oktober 1925 tot juni 1926 was hij tevens redacteur van Lees Mij, het tijdschrift van de Vereniging van Vlaamsche Letterkundigen. In de jaren twintig schreef hij het hagiografische leven van Edward Anseele op basis van een aantal gesprekken met de Gentse socialistische voorman. In zijn artistieke werk was Kenis sterk Frans georiënteerd.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
De Vereniging van Vlaamse Letterkundigen werd op 23 november 1907 te Antwerpen opgericht onder voorzitterschap van Prosper van Langendonck (1862-1920). De vereniging bepleitte bij de regering de splitsing van de diensten van onderwijs, kunsten en wetenschappen en van de Hogere Raad voor Volksopleiding en de Raad voor de Openbare Bibliotheken en zocht tegelijk toenadering tussen Noord en Zuid. Tussen juni 1914 en maart 1921 lag de werking van de vereniging stil. Na de wapenstilstand kon ze slechts moeizaam haar activiteiten hervatten als gevolg van de kloof tussen activisten en 'passivisten' die zich tijdens de oorlogsjaren had gevormd. August Vermeylen, de eerste naoorlogse voorzitter was antiactivistisch (Frank Lateur profileerde zich eerder als pro-activistisch), diende zijn ontslag in maar werd in 1924 opnieuw bereid gevonden om het voorzitterschap op zich te nemen (tot 1939). Sinds haar oprichting zette de VVL zich als pluralistische vereniging in voor auteursbelangen (o.a. het bepleiten van een vaste boekenprijs), het statuut van de schrijver, het fonds van letterkundigen en de uitkering van een leenvergoeding voor auteurs. Uit deze vereniging zal in 1929 de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen voortkomen.