Thielt, den 18 Februari 1926.
Mynheer Lateur,
Ik hoop dat de boeken u zullen toegekomen zijn,[1] want er is ook nog een Thieltsche geschiedenis aan verbonden. Ik vertel ze u bij gelegenheid!
Al krijgt Dereygher alle prospectussen en aanbiedingen even goed als de andere boekhandels, krijgen we zelden, heel zelden een bestelling! Boycot uit misnoegdheid?[2]
Mijn telefoonn[umme]r is 169.[3]
De staat bestelt niets, niets, niets![4] Althans bij mij niet en in de laatste tijden waren er geen belangrijke bestellingen van uw werken! — Ik kondig ze alle aan in "Pallieter" van deze week[5] en zal dit nu verscheidene opeenvolgende malen doen (soms een week er tusschen laten om andere boeken aan te bevelen.)
Al de ex[emplaren] van "De Werkman" zijn ingebonden. Ik bewaar en klasseer al de brieven van Veen en vind nu juist dien brief nopens "De Werkman" niet.[6] Ik schrijf er heden nog eens over! Ik herinner me dat ze 60 à 80 c[en]t het ex[emplaar] moesten kosten en dan kan ik daar niet mede van de baan. Dus moogt u stellig in de eerste dagen daarover bepaald antwoord verwachten.
Over Gezelle zijn we nog in briefwisseling.[7] We ontvingen van Laatste Verzen[8] ± 200 ex[emplaren] van een vel er uit te kort. Ik geloof, wel dat wij het tot het goede einde zullen brengen, maar ondertusschen hangt daarvan af of ik Deel I zal kunnen leveren ofte niet. U wordt natuurlijk eerst bediend, maar de firma Veen is ook natuurlijk niet haastig om dit [in] orde te brengen: een schadepost voor haar. —
Ik zoek al ± acht dagen omslagpapier voor "De Vlaschaard". 't Kleur is moeilijk te vinden, tenzij in minderwaardige kwaliteit.[9]
"Waarom ik Vl[aanderen] Liefheb"[10] is sedert dezen morgen in orde nadat ik ... het handschrift naar Veen teruggestuurd heb. — Ik zend u nog een proef met vriendelijk verzoek opmerkingen te willen maken, vooraleer we verder zetten.
In afwachting hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Lannoo had de alleenverkoop voor Vlaanderen van De vlaschaard op zich genomen. Op 22 januari 1926 informeerde Stijn Streuvels naar zijn deel van de present-exemplaren. Lannoo antwoordde diezelfde dag nog dat de presentexemplaren sedert ca. 3 weken 'in aantocht' waren. Cf. verder Streuvels' briefkaart van 19 februari.
[2]
Dit als antwoord op Streuvels' mededeling in zijn brief van 16 februari 1926, dat hij bij Dereygher te Brugge geen enkel exemplaar van Binnenwateren vond.
[3]
Cf. Streuvels' vraag op 16 februari 1926.
[4]
Cf. Streuvels' vraag op 16 februari 1926.
[5]
Pallieter: satirisch weekblad met als redacteurs Filip De Pillecijn, Johan De Maeght, Karel Leroux, en Paul Kenis. Geïllustreerd door Joz. De Swerts. Pallieter verkondigde radicaal Vlaamse stellingen. Gedrukt en uitgegeven bij Lannoo van 2 april 1922 tot 17 juni 1928. Elektronische NEVB
[6]
Namelijk de brief waarin de voorwaarden gesteld worden voor de overname door Joris Lannoo van de resterende exemplaren van De Werkman.
[7]
Cf. Streuvels' vraag op 16 februari 1926.
[8]
Guido Gezelle, Guido Gezelle's Dichtwerken. 10. Laatste verzen. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925].
[9]
Cf. Streuvels' opmerking over de omslag in zijn brief aan Joris Lannoo van 16 februari 1926.
[10]
Dit resulteerde in: Georges Blachon, Waarom ik Vlaanderen liefheb. In Nederland werden exemplaren verspreid door L.J.Veen, Amsterdam (vermeld op de titelpagina, terwijl op het blad tegenover de titelpagina vermeld is: Drukkerij J. Lannoo, Thielt). R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 47, p. 190 Het gesigneerde handschrift van deze vertaling van Streuvels telt 130 bladzijden (formaat: 28,3 x 22 cm) en wordt bewaard in het Letterenhuis (S 935/H(8)).