Thielt, den 22 Februari 1926.
Geachte Heer Lateur,
De boeken moesten u ten laatste Donderdag geworden zijn.[1] Ik heb klacht ingediend; naar alle waarschijnlijkheid ligt schuld aan den dienst tusschen statie en tram te Kortrijk. Ik mag U verzekeren, dat het volstrekt aan ons niet ligt, indien de boeken niet tijdig aankwamen en vind het nu juist spijtig dat [ze] niet tijdig aankwamen.
Het omslagpapier in Holland bestellen[2] kost stukken van menschen, lijk al wat van daar uit naar hier moet komen. B[ijvoorbeeld] het plaatje op den omslag van "De Binnenwateren"[3] heb ik in Holland mede besteld, maar 't kost mij ook een frank.
De kopij Blachon[4] ontvangt u zoodra ik ze van Veen terugkrijg. We zullen dadelijk doorzetten: zoo voorzie ik het toch.
De eerste bestellingen, als antwoord op de aank[ondiging] in Pallieter[5] van verleden Zaterdag, zijn reeds aangekomen. — Massa-bestellingen langs 't ministerie[6] om zijn natuurlijk de beste om een uitgave rap te doen schuiven. Ik wacht... en hoop, dat het lukken zal.
Hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)
Zoo juist brengt de avondpost mij uw kaartje.[7] Eindelyk dus aangekomen! Best! — Saverijs schrijf ik onmiddellijk: In Jan[uari] ben ik bij hem geweest en hij beloofde me Barbaix te zenden naar 4,5 plaatsen in Gent om foto's te nemen van zijn eerste werken, omdat ik er slechts liefhebbersfoto's van bezit. Die kerel! — Ik heb zelfs alles op een papierken geschreven, dat hij behouden heeft! (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Lannoo had de alleenverkoop voor Vlaanderen van De vlaschaard op zich genomen. Op 22 januari 1926 informeerde Stijn Streuvels naar zijn deel van de present-exemplaren. Lannoo antwoordde diezelfde dag nog dat de presentexemplaren, die eerst naar Lannoo verzonden waren, sedert ca. 3 weken 'in aantocht' waren. Het pak boeken werd eerst in Gent bij de douane opgehouden, en nu ze doorgezonden werden naar Streuvels lieten ze weer op zich wachten.
Cf. Streuvels' briefkaart van 19 februari 1926.
[2]
Het omslagpapier voor De vlaschaard. Cf. de vraag die Stijn Streuvels stelde in zijn brief aan Joris Lannoo van 20 februari 1926.
[3]
Het plaatje op Op de Vlaamsche binnenwateren is van de hand van Albert Saverys. Het betreft het schilderij 'De toren van Damme' (1924), met rechts onderaan de opdracht: Voor Streuvels, een herinnering aan 't reisje met de boot. P. Huys, Albert Saverys, een kunstenaarsleven, p. 188 Ook binnenin het werk zijn verschillende foto's en tekeningen/schilderijen van Albert Saverys, Jozef De Coene en Albrecht Deleu opgenomen.
[4]
Cf. Streuvels' vraag op 20 februari 1926.
[5]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 18 februari 1926.
Pallieter was een satirisch weekblad dat een zestiental bladzijden telde, het formaat van een hedendaags nieuws-magazine had en te Brussel verscheen tussen 2 april 1922 en 17 juni 1928. De eerste uitgever was A. d'Hanens; na hem kwamen o.a. Filip De Pillecijn en Paul Kenis. Pallieter kende bij aanvang ongeveer 4000 inschrijvingen. Veel van dit succes was te danken aan de tekeningen van Joz De Swerts (Joz), die elke week een karikaturaal portret van een figuur uit de Vlaamse Beweging of de actualiteit op de voorpagina plaatste. De hoofdartikelen die geschreven werden door De Pillecijn waren dan steeds geconcentreerd rond de figuur op de voorpagina. Het blad verkondigde radicaal Vlaamse stellingen, waarbij het de activistische Vlaams-nationalisten verdedigde en andersdenkenden hevig aanviel. Het stelde zich onafhankelijk van elke partij-politiek op en maakte veel vijanden. Het blad verdween toen de koopkracht na een muntdevaluatie daalde. Elektronische NEVB
[6]
ministerie van Kunsten en Wetenschappen
[7]
Cf. briefkaart van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 21 februari 1926.
