Thielt, den 28 April 1926
Waarde Heer Lateur,
Een Broeder Marist[2] — die mij als zeer bevoegd voorgesteld werd — zou willen eene volledige schooluitgave maken van "Kerkhofblommen"[3] en "Kerstekind"[4]. — Wil me daarover uw meening laten kennen.[5]
De schooluitgave van "Kerkhofblommen"[6] is ver geruimd en ik heb geen bezwaar tegen deze nieuwe. — Met Kerstekind zou er anders moeten tewerk gegaan worden: daar heb ik nog een heele voorraad van, doch de verklaring zou achteraan kunnen bijgevoegd worden, want er zijn nog een heel deel ex[emplaren], die niet ingenaaid zijn en die daarvoor kunnen gebruikt worden: zoo zou de oplage rapper verdwijnen in beider voordeel. Klasuitgaven gaan altijd sneller van de hand, omdat ieder leerling een handboek moet hebben. Ziedaar mijn meening: ik wacht nu op de uwe![7] — Ik vergat nog te zeggen, dat ik "Kerstekind" aan denzelfden prijs zou verkoopen, al moet ik 16 en misschien meer bl[ad]z[ijden] bijdrukken: om des wille van den snelleren verkoop!
In afwachting hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] De "Revisie" is al in handen der zetters en komt zekerlijk morgen. (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Cf. Streuvels' prijsopgave voor de 17-delige reeks Stijn Streuvels' werken (1919-1921).
De oorspronkelijke uitgave van L.J. Veen was meestal in een effen wit of grijs omslag met een stofomslag met een foto van Stijn Streuvels. De gebonden exemplaren, door L.J. Veen op de markt gebracht, hadden een bruine band, waarop een illustratie van Em. Viérin. R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 77
[2]
Lid van de Sociëteit van Maria, een rooms-katholieke congregatie van priesters en broeders. Dit is misschien Pieter Meersseman, hoewel niets gevonden werd over zijn 'broederschap'. In latere brieven wordt namelijk vermeld dat Pieter Meersseman een inleiding wil maken bij de nieuwe schooluitgave van Kerkhofblommen en Het kerstekind.
[3]
Guido Gezelle, Kerkhofblommen, voor het eerst verschenen in 1858.
[4]
Dit resulteerde in een (apart verschenen) boekje dat bedoeld was als 'hulpmiddel bij het lezen en bestudeeren van "Het Kerstekind"', namelijk: P. Meersseman, Leiddraad bij de studie van Stijn Streuvels' kerstekind. Tielt, J.Lannoo, s.d., 51 pp.
Er bestaat ook een uitgave met de leidraad en de tekst in één boek: Stijn Streuvels, P. Meersseman, Het kerstekind. Tielt, J.Lannoo, s.d., [VIII] + 84 pp. Het bevat dezelfde inleiding, aantekeningen en vragen. De woordverklaringen zijn in het werk zelf onderaan de pagina aangebracht.
[5]
Cf. antwoord van Stijn Streuvels op 1 mei 1926.
[6]
Guido Gezelle, Kerkhofblommen Met voorwoord van Caesar Gezelle. Vijftiende druk. Schooluitgave. Thielt, J. Lannoo, s.d. [1925], 49 pp.
[7]
Cf. hiervoor de brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo van 1 mei 1926.