THIELT, 4 September 1928.
Ieperschestraat 22-24Geachte Heer Lateur,
Hierbij kontrakt "Kerkhofblommen" terug.[1] Voor dit boekje zal ik maar niet spreken op Art[ikel] V n[ame]l[ijk] dat de prijs niet verhoogen mag zonder overleg enz[ovoort] U wordt onmiddellijk uitbetaald en kunt onmiddellijk met uw eereloon handelen volgens verlangen; de uitgever echter staat voor de mogelijkheid, dat het kapitaal, dat hij in een uitgave steekt, niet meer kan tot zijn waarde komen zonder verhoogen van den verkoopprijs. U kunt deze toestand genoeg verstaan zonder verdere redeneering. En deze mogelijkheid zie ik werkelijkheid worden zoodra de frank heel en al door de Belga vervangen wordt.[2] Dan stijgen in eens nog vele waren, omdat ze nog niet verhoogd werden in verhouding tot de inzinking van onze munt.
Ik meen, niet beter te kunnen doen dan het antwoord van de firma Veen in zake overname der 15 deeltjes hierbij te voegen.[3] Inkoopen aan 6 fr[ank] plat en alle onkosten voor mij gaat zelfs niet om aan 12 fr[ank] te verkoopen en de deeltjes 14 fr[ank] stellen, beteekent evenveel als een onmogelijk te slagen zaak aanpakken. (Wil a[lstublieft] bijgaanden brief (der f[irm]a Veen) bij gelegenheid terugbezorgen.) Ik laat de zaak dus zooals ze was; anders werd de uitgave reeds a[anstaande] maandag bij den boekhandel aangeboden in vooruitzicht van het komend winterseizoen.[4]
Hoogachtend
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Dit contract voor de schooluitgave van Kerkhofblommen vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[2]
De Belga was een tijdelijke munteenheid ter waarde van vijf frank of 0,209211 gr. fijn goud. Deze munt werd in 1926 ingevoerd, maar vond een moeilijke ingang, waardoor ze in 1946 weer werd ingetrokken. Valery Janssens, De Belgische frank: anderhalve eeuw geldgeschiedenis, p. 207; Grote Winkler Prins Encyclopedie, deel 3, p. 544
[3]
Deze brief betreffende de overname van de '15 deeltjes' (cf. Lannoos brief van 30 augustus 1928) vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
[4]
Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Joris Lannoo van 5 september 1928.