THIELT, 28.X.1928.
Ieperschestraat 22-24Geachte Heer Lateur,
'n Nattige Zondag houdt iemand thuis en bij de kachel en zoo wordt er briefwisseling beantwoord.
U zijt feitelijk volkomen vrij tegenover mij voor de exploitatie van een nieuwe uitgave van Gezelle hier te lande, doch nu de firma Veen en ik zoo goed zaken doen met elkaar, — en dat sedert 1921 — zult u er wel geen bezwaar in zien, ons beiden aan 't werk te zien.[2] De heer Abramsz scheen het ook liefst zoo te hebben, volgens ik duidelijk uit onze samenkomst (2 Oct[ober] l[aatst]l[eden]) kon begrijpen.
Mijn tweede schrijven in den loop der verleden week,[3] was het gevolg van het bericht verleden Dinsdag in De Standaard verschenen.
Het Gezelle-comité schijnt me moeilijk te vlotten, als ik alle berichten samenbreng en zie hoe b[ijvoorbeeld] gouwraden 1000, 500, 2000 en... 0 fr[ank] toelagen stemmen.[4] Zonder finanties vlot het niet! En misschien is het ook aangewezen, dat rechtstreeks met uitgevers onderhandeld wordt, als er nu toch een Jubileum-uitgave komt, liever dan met een comité... zonder centen — zooals alle comités in Vl[aanderen] zeker zijn![5]
In de eerste dagen begin ik de reklame van de nieuwe uitgaven van uw werken, die ik overnam.[6] De 15 deelen nam ik over tegen een merkelijk voordeeliger prijs, dan die door U gesteld; anders zou ik er niet op in gegaan zijn.[7]
De lezing in 't Davidsfonds zal ik niet voorstellen.[8]
Ik ben bereid de reeks volksboeken voort te zetten.[9] Kan ik vernemen wanneer die persklaar zullen zijn?
"Herinneringen" gaat heel lastig![10] Ik bied het nu aan bij de boekhandel samen met de nieuwe, die ik overnam, tegen bijzondere condities (met 5 of 10 % extra korting) ... doch niet als in 't Davidsfonds!
Genegen
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] Weet u dat de heer Abramsz den 1 Nov[ember] zijn 40jarig jubileum herdenkt? Gelukwenschen kunnen dien dag te zijnen huis aangeboden worden (Nassaukade 91) 's namiddags van 2 tot 4 uur. — Ik neem voor hem rond 1 ½ een telegram te sturen. (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Guido Gezelle's Dichtwerken.
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 24 oktober 1928.
[2]
De samenwerking tussen Lannoo en de firma Veen dateert inderdaad van 1921. Lannoo kocht vaak door Veen uitgegeven werken van Streuvels aan, die hij op zijn beurt aan de Belgische boekhandel te koop aanbood. Bij gezamenlijke uitgaven kregen de boeken steeds een dubbel uitgeversadres. Een voorbeeld van dergelijk project is de reeks Stijn Streuvels' Werken (1919-1921). Aangezien de firma Veen de publicatierechten op Streuvels' werken bezat, was Lannoo bij elke zelfstandige Streuvelsuitgave verplicht met deze Nederlandse uitgeverij te onderhandelen. In 1942 kwam het tot een conflict waardoor de firma Veen afstand deed van de publicatierechten. Op die manier kwam een einde aan twintig jaar onderhandelen tussen Tielt en Amsterdam. Een zeer vruchtbare samenwerking tussen Lannoo en Streuvels was er het rechtstreekse gevolg van. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 177, p. 192-193
[3]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 25 oktober 1928. Eerste schrijven: brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 24 oktober 1928.
[4]
De gouwraden waren de verschillende plaatselijke verenigingsafdelingen van het comité. Blijkbaar vlotte de samenwerking tussen deze raden niet al te best. Daarenboven stemden ze te weinig subsidies om de jubileum-uitgave te financieren. De enige oplossing bleek uiteindelijk de uitgave in handen te geven van een uitgever i.p.v. zelf voor de uitgave in te staan (zoals Toussaint van Boelaere van plan was).
[5]
Op 15 januari 1929 schrijft Abramsz van de Amsterdamse uitgeverij Veen aan Streuvels: Ik acht het geen bezwaar als er geen geld voor de subsidie van Gezelle's werken is dat de uitgaaf dan voor rekening van den Vlaamschen en Hollandschen uitgever wordt ondernomen en ik weet als Lannoo met de uitgaaf wordt belast deze er juist zoo over denkt. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[6]
Cf. brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 24 oktober 1928.
[7]
Lannoo heeft de vijftien delen van de zeventiendelige reeks Stijn Streuvels' Werken (d.i. zonder De vlaschaard) uiteindelijk aan 93,75 fr. per stel ingenaaid (en 187,50 fr. per stel gebonden) van de firma Veen overgenomen. Brief van de firma L.J. Veen aan Stijn Streuvels van 14.08.1928, Letterenhuis, S 935/B2/Veen Streuvels vroeg er 112,5 fr. voor. Cf. Streuvels' brieven van 12 en 15 augustus 1928.
[8]
Streuvels liet in zijn brief van 25 oktober duidelijk merken, dat hij 'niet bijzonder gesteld' was op een lezing in het Davidsfonds.
[9]
Cf. Streuvels' vraag in zijn brief aan Lannoo van 25 oktober 1928.
[10]
Cf. Streuvels' vraag in zijn brief aan Lannoo van 25 oktober 1928.
