- Herinneringen: 2031 (verkoopt het moeilijkst)
- Jaar Nul: 2719
- Tolstoïvertellingen: 3080
- Geluk in 't Huishouden: 2530
- Vroolijke Knaap: 2700
- Waarom ik Vl[aanderen] liefheb: 405
- Kerstekind: 3044
< | Resultaat 527 van 2531 | > |
---|
Björnson, Björnstjerne (° Kvikne, Österdalen, 1832-12-08 - ✝ Parijs, 1910-04-26)
Noors dichter, schrijver en toneelschrijver.
Hij was de zoon van een predikant en studeerde vanaf 1852 enige tijd in Christiania (Oslo), waar hij de vier jaar oudere Ibsen leerde kennen. In 1857 verscheen de eerste van zijn vele populaire boekenromans en -vertellingen, en werd ook zijn eerste toneelstuk, Mellem slagene, een eenakter, opgevoerd, gevolgd door vele nationale drama's, meestal gebaseerd op oude Noorse sagen. Zijn sterk nationalistisch gevoel inspireerde hem ook tot het schrijven van het Noorse volkslied Ja, vi elsker dette landet en deed hem ijveren voor afscheiding van Zweden, een activiteit waardoor hij verschillende keren in moeilijkheden geraakte en het land moest verlaten.
Van 1857 tot 1859 was hij directeur van het Noorse nationale theater in Bergen, daarna redacteur van Aftenbladet, reisde door Europa en had van 1865 tot 1867 de leiding van de schouwburg in Oslo, waar hij o.a. zijn populaire komedie De nygifte (1865) en zijn romantische tragedie Maria Stuart i Skotland (1864) liet opvoeren. Van 1873 tot 1875 vertoefde hij in Italië, waar hij zijn eerste sociale, naturalistische toneelstukken schreef, o.a. En fallit (1875). Hij wierp zich daarna op de probleemliteratuur, maar zijn voor het Noorwegen van die tijd gedurfde ideeën over politieke, maatschappelijke en ethisch-religieuze problemen als erfelijkheid, opvoeding e.d. wekten veel weerstand en het werd steeds moeilijker zijn stukken gespeeld te krijgen. Hoewel hij toneel bleef schrijven, o.a. En handske (1883) schreef hij in die tijd vooral romans en novellen, die soms ook, om dezelfde redenen, sensatie verwekten.
Björnson kreeg in 1903 de nobelprijs voor letterkunde. Zijn werk reflecteert dezelfde idealen van waarheid en vrijheid als dat van Ibsen, maar zijn levensbeschouwing is minder somber en zijn geloof in de mensen groter. Samen hebben zij een revolutie veroorzaakt in het Noorse denken, en zij hebben het Noorse toneel in die tijd dat van elk ander land voorbij doen streven. Hoewel Björnson de originaliteit en diepgang van Ibsen miste en als toneelschrijver ver achter deze bleef, gaven zijn reputatie als romanschrijver en populariteit als politiek leider een bijzondere betekenis aan zijn stukken. Beide Noorse auteurs hebben grote invloed gehad op het nieuwe naturalistische drama in heel Europa.
De Swerts, Joz (° Antwerpen, 1890-03-08 - ✝ Merksem, 1939-06-28)
Leraar tekenen en illustrator, o.a. van enkele werken van Streuvels. Hij signeerde zijn werk meestal als Joz. Hij werd bekend als afficheontwerper, o.m. voor de IJzerbedevaarten, als boekillustrator en als een der belangrijkste medewerkers van Pallieter (1922-1927). Joz tekende wekelijks een karikatuurportret van een figuur die in de publieke belangstelling stond, welke dan de frontpagina sierde en de illustratie vormde bij het hoofdartikel van Filip De Pillecyn. Ook de 'Opstellen' van 't Pallieterke in hetzelfde weekblad werden door hem geïllustreerd. Hij was een der eerste en beste karikaturisten in de moderne Vlaamse pers, die zijn tekenstift als een wapen gebruikte om de verworpenheid van zijn volk aan de kaak te stellen. Dat Pallieter het vijf jaar volhield was vooral aan hem te danken.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Vermeulen, Edward (° Beselare, 1861-04-12 - ✝ Hooglede, 1934-07-06)
Pseudoniem: Warden Oom
Gemeenteontvanger en schrijver.
Vermeulen studeerde aan het Klein Seminarie te Roeselare. Aanvankelijk wilde hij priester worden, maar een ziekte op 16-jarige leeftijd verhinderde dit. Hij herstelde en bleef op de ouderlijke hoeve werken, tot hij in 1898 gemeenteontvanger van Hooglede werd. Algauw begon Vermeulen te schrijven. Naast bijdragen in Biekorf en Manneke uit de Mane, schreef hij onder het pseudoniem Warden Oom enkele romans (o.a. Herwording, 1911; Trimards, 1912), waarin hij zijn Vlaamse overtuiging sterk naar voren liet komen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij een tijdlang in de Turnhoutse gevangenis omdat hij verdacht werd van anti-Duitse geschriften. In 1924 ondertekende hij het manifest van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond, maar actief optreden deed hij niet. In 1931 werd ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag een huldiging georganiseerd te Roeselare. Drie jaar later stierf deze 'Conscience van de twintigste eeuw' te Hooglede.