THIELT, 6 Sept[ember] 1929.
Meulebeeksche SteenwegWaarde Heer Lateur,
Ik had met den heer Abramsz een en ander besproken, dat het verkoopen van uw werken in Vl[aanderen] zou bevoordeeligen en moest over 't een en 't ander met U spreken.[1] Totnogtoe kreeg ik geen antwoord: nu kan ik niet langer wachten, omdat mijn cataloog e[erstkomende] week herdrukt wordt.
Als U in de zaak liever niet tusschenkomt, zal ik geen nieuw werk van U in mijn fonds uit dat van de firma Veen kunnen overnemen, en dat zou ik voor ons beiden spijtig vinden.[2]
Genegen groet.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Vermoedelijk betreft het hier Lannoos plan om de prijzen van Streuvels' werken te uniformiseren. De verkoopprijzen van Streuvels' boeken verschilden van boekhandel tot boekhandel, afhankelijk van het tijdstip waarop de boekhandelaars de voorraad van de firma Veen kochten. Met de hulp van enkele grotere boekhandels als De Nederlandsche Boekhandel en de Standaard Boekhandel stelde Lannoo een catalogus op, waarin vaste prijzen werden vastgesteld. Vervolgens stuurden ze deze catalogi naar alle Vlaamse boekhandels. Zij waren verplicht deze prijzen te volgen, zodat vanaf oktober 1929 de prijzen van Streuvels' werken overal gelijk waren. In een brief van december 1929 schreef Lannoo aan de Nederlandse uitgeverij: Ziehier: door mijn werking en door de uitgave van mijn cataloog zijn al de prijzen van Uwe uitgaven in Vl. gelijkvormig; ... Brief van L.J. Veens Uitgeversmaatschappij aan Stijn Streuvels van 09.12.1929, Letterenhuis, S 935/B2/Veen
[2]
Cf. antwoord van Stijn Streuvels op 10 september 1929.
