THIELT, 28-12-'29
Meulebeeksche Steenweg
Geachte Heer Lateur,
Ik laat U in den loop der volgende week eene drukproef
[1] bezorgen. Ik meen niet, dat U nieuwe fouten zult aantreffen.
[2]
Mijn nieuwe inrichting! Kritiek is zoo gemakkelijk ook in mijne zaak — U zult er wel meê eens zijn, vermits een schrijver er ook aan bloot staat. Loochenen dat ik vooruitga, zult U niet, als ik eerst gezorgd heb, dat er een ruime werkplaats gebouwd werd. Nu spaar ik eerst om machines te koopen en die komen er ook wel.
[3] Doch ik wil geen put maken, waar ik niet meer uit kan. De les van verscheidene
Vl[aamsche] en hollandsche uitgevers is nog heel versch voor mij. En als we in
Vl[aanderen] moeten samen komen, de uitgevers onder een, dan hebben we geen twee handen noodig om ze te tellen en kan ik over me zelf en over mijn collega's velerlei bedenkingen maken, vooral dat ons vak heel jong is en dat er voor den oorlog om zeggens niets van bestond en al wat er uit die bedenking volgt.
[4]
Die 100
ex[emplaren] b[ijvoorbeeld] van "
Geboorte van Christus" zijn overdrukken uit
Gudrun,
[5] die zoo goedkoop mogelijk voor rekening van het beheer
[6] gedrukt werden! Wát kan ik er aan doen, als ik voorstel zoo iets sierlijk met groote letter C 14 of C 16
[7] uit te geven op esparto
[8] en dat die juffrouwen me zeggen: hoe goedkooper hoe liever, omdat
Verschaeve die 100
ex[emplaren] krijgt als eereloon en ze
niet mogen in den handel gebracht worden.
Bruidslied zal einde Januari verschijnen tegen 9 fr[ank] winkelprijs het ex[emplaar] — Ik meende U den prijs niet te moeten laten weten, vermits gij ingeschreven zijt op mijn adressenlijst, een cataloog ontvangen hebt en zelfs heel goed ingekeken, vermits gij naar d[e ]h[eer] Abramsz geschreven hebt over den prijs der kleine uitgave van uw werken en weet, dat Kerstekind 6.50 fr[ank] verkocht wordt.
[2]
Ziehier mijn stelling en ik meen, dat ze zeer eerlijk is: als ik een boek aanvaard om uit te geven en er bestaat een kontrakt van onmiddellijke betaling van het eereloon, dan vind ik dat, in deze tijden van trage maar regelmatige inflatie, ik na een paar jaar niet verplicht ben deze prijzen te houden. Doch als ik een kontrakt heb met een schrijver en de betalingstermyn loopt over twee of drie jaar, dan vind ik mij verplicht zoodra de verkoopprijs stijgt ook de nog te betalen deelen van het eereloon te betalen. Of mijn uiteenzetting duidelijk is weet ik niet — ik zou ze liever bij gelegenheid mondeling verdedigen. Ik ga namelijk uit van het princiep: de schrijver beschikt onmiddellijk vrij over zijn centen; de mijne zitten onherroepelijk vast in de uitgave en dat voor jaren.
Ge zegt: op die wijze kan hij den verkoop van een boek volledig stopzetten! Als er iemand is, die den naam heeft van goedkoop uit te geven, ben ik het. En als er iemand is onder de boekhandelaars en uitgevers, die iets voor uwe uitgaven getracht heeft te doen,— niet alleen om het zaakje, maar omdat ik U als schrijver genegen ben — dan durf ik ook stout zeggen dat ik de laatste in de rij niet moet gaan staan. Had ik kleingeestig geweest, dan had ik allang de zaak opgegeven, ten gevolge van de talrijke zeer vriendelijke! brieven, die ik van U ontving. Voorloopig blijf ik onverstoorbaar voortwerken, al heb ik betere zaken aan de hand.
Dat het spijts de regelmatige bewerking, niet zoo schitterend gaat met den verkoop, zult U hierna vinden. De boeken liggen gestapeld en U kunt gerust komen tellen: 1907
ex[emplaren] Herinneringen; 3600
Jaar Nul; 2740
Kerstekind; — 2470
Tolstoi Vertellingen; 3024
Geluk in 't Huishouden; 2598
Vroolijke Knaap; (- 1650
Gezelle's
Kerkhofblommen.)
[9] Voor uw eigen werk en de vertalingen zal nog in lang geen spraak zijn van herdrukken, vermits ik met
d[e ]h[eer] Abramsz overeenkwam zijn overschot te helpen verkoopen en dat hij er mij regelmatig aan herinnert.
Met genegen wedergroeten.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Drukproef van
Het bruidslied.
[3]
De verhuizing in 1929 van uitgeverij Lannoo van de Ieperschestraat naar de Meulebeekschesteenweg (later tot Kasteelstraat omgedoopt) betekende de eerste bedrijfsuitbreiding. Later werden nieuwe machines geplaatst en interne verbouwingen tot stand gebracht.
Lannoo: 50 jaar in volle zee, p. 6
[4]
Aan het eind van de negentiende eeuw was Vlaanderen op het gebied van uitgeven van boeken van weinig betekenis. Als Vlaamse uitgevers waren er toen Van In voor schoolboeken, en het Davidsfonds en het Willemsfonds, die voor een eigen publiek publiceerden. Er was dus weinig of geen sprake van een degelijk uitgebouwd uitgeversbedrijf in Vlaanderen. De Eerste Wereldoorlog schudde het kleine Vlaamse uitgeverswereldje duchtig dooreen. Uitgevers van naam weken uit naar Engeland (Kryn) of Nederland (De Groeve), werden gedeporteerd naar Duitsland (De Lille) of dienden aan het front (Lannoo). Sommige uitgevers kwamen in het activisme terecht en anderen gingen op non-actief (Willemsfonds en Davidsfonds).
Pas in de jaren na de Eerste Wereldoorlog raakte het Vlaamse uitgeversbedrijf, ondanks een economische crisis in de jaren '30, werkelijk in expansie. Het waren vooral oud-frontsoldaten en overtuigde flaminganten die uitgeverijgeschiedenis schreven. Firma's als Lannoo, De Standaard, De Sikkel, Excelsior en Het Kompas waren toen de grotere uitgeverijen, die in deze Vlaamse geest boeken op de markt brachten. Met 'de les van verscheidene Vl. en Hollandsche uitgevers' wijst Lannoo op de kleinere uitgeverijen, die door de economische malaise over kop gingen. Lannoo behoorde m.a.w. tot de beperkte galerij van Vlaamse uitgevers die zich na de Eerste Wereldoorlog moeizaam gevestigd hadden. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 153; Elektronische NEVB
[5]
Wanneer een artikel uit of een onderdeel van een groter werk als afzonderlijke brochure geproduceerd wordt, wordt dat een overdruk genoemd.
G. Rogers, Gids voor de redacteur, p. 159
Het betreft hier een
overdruk van De Geboorte van Christus uit het vierde nummer van de tiende jaargang (december 1928) van het tijdschrift
Gudrun, p. 97-107 en p. 140 tot 150. Lannoo drukte het 24 pagina's tellende boekje op 100 exemplaren. Op de eerste pagina wordt vermeld:
niet in den handel
Drukkerij J. Lannoo, Thielt.
[6]
Het beheer van
Gudrun was toen in handen van M. Verhaeghe uit Egem.
[7]
De lettergrootte werd aangeduid d.m.v. het corps (C) en werd uitgedrukt in veelvouden van punten. Dit is de afstand van het topje van de stok van de letter tot het onderste eind van de staart. Als het letterbeeld bijvoorbeeld 14 punten meet, hebben we met corps 14 te doen.
H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 145-148
[8]
Espartogras of alfagras is een stugge grassoort, die vooramelijk groeit in Noord-Afrika en Zuid-Spanje. Dankzij de goede vezelkwaliteit kan de espartocelstof gebruikt worden voor het vervaardigen van papier. Het geeft een ondoorzichtig, opdikkend en soepel papier, dat vooral gebruikt wordt voor romandruk en cyclostyle.
Proost en Brandt NV, Papier op Papier. Verklaring van gewone en ongewone papieruitdrukkingen, p. 55-56; W.J.C Van Bergen, Het papierboek, p. 17
[9]
Guido Gezelle,
Kerkhofblommen. Zeventiende druk. Schooluitgave. Met inleiding van Caesar Gezelle. Tielt, J. Lannoo, s.d.