< | Resultaat 649 van 2531 | > |
---|
Abramsz, A.P. (° 1887 - ✝ 1938)
Directeur van de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen.
Dhr. Abramsz trad in 1888 toe tot de Nederlandse uitgeverij L.J. Veen. Aanvankelijk bestond zijn taak uit het colporteren van boeken. Zijn persoonlijke voorkeur ging uit naar de werken van Marie Corelli en Hall Caine. Na het overlijden van de stichter L.J. Veen, werd Abramsz bedrijfsleider. Toen in 1930 het bedrijf in een naamloze venootschap werd omgezet, werd hij tot directeur benoemd. Na bijna vijftig jaar zich ijverig ingezet te hebben voor deze zaak, overleed Abramsz in 1938.
De Landtsheer, Clemens (° Temse, 1894-05-25 - ✝ Oostende, 1984-04-04)
Bediende en secretaris van het IJzebedevaartcomité.
Clemens De Landtsheer, die bestemd was de drukkerij en uitgeverij van zijn vader over te nemen, volgde een drukkersopleiding in Turnhout (1907-1910). Hij werkte er echter slechts enkele jaren. Als cultuurflamingant verleende hij zijn medewerking aan het blad De Schelde en de plaatselijke studiekring Onder Ons. Door zijn ervaringen aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog radicaliseerde hij zijn Vlaamsgezindheid. Dit resulteerde in een actieve medewerking aan verschillende Vlaamse verenigingen. Hij werd voorzitter van de gemeentelijke afdeling van het Verbond der Vlaamsche Oud-Strijders (V.O.S.), was medestichter van de Vlaamsche Toeristenbond (V.T.B.) en werd in 1924 secretaris van het IJzerbedevaartcomité.
De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)
Letterkundige en Vlaams strijder.
De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.