Thielt, 27 Juli 1932.
Waarde Heer Lateur,
Ik heb geleerd veel geduld te hebben als het eenigszins mogelijk is.
[1] Regenboog en
Van Mierlo schrijven me beiden, dat de
ex[emplaren] in de eerste dagen zullen afkomen.
[2] Ze komen niet en ik heb ze niet dringend noodig, omdat ik toch maar dwarsdoor met October met de
Russische Novellen zal werken.
Regenboog is reeds zijn broodwinning kwijt in deze slechte tijden en ik zoek hem geen moeilijkheden als 't mij niet schaadt.
Van Mierlo regelt nu alles met mij en die is solied naar ik weet. Alleen is de eerste kennismaking niet meegevallen, door het verkeerd zenden naar
A[msterdam][3] en nu door het voortdurend wegblijven der boeken. - Ik moet wel meer geduld hebben in andere zaken. Om er U maar twee te noemen uit de laatste dagen: het werk van
De Pillecyn, dat niet voor begin September zal geschreven zijn
[4] en het heele fabrikaat papier voor
De Vlaschaard dat ik weigeren moet omdat het in den zin der lengte een centimeter verschilt in de eene riem
[5] buiten de andere. Morgen moet ik die zaak regelen met den vertegenwoordiger van het fabriek, dat me aanstaande week vermoedelijk reeds ander papier zal leveren. Moest ik me lastig maken in dergelijke zaken dan wordt het leven ondragelijk. Ik doe mijn best om vooruit en voor al vooruit te werken.
Ik ontving nog geen ex[emplaar] van het boek. De gebonden ex[emplaren] zonder firma worden me beloofd voor de volgende week.
Alle plakbrieven
[6] werden verzonden verleden vrijdag avond, doch als er groote hoeveelheden drukwerk ingeleverd worden, moet de post van Tielt, die naar Gent en Brussel zenden en zoo zal de vertraging uit te leggen zijn. Misschien ook omdat de briefdragers 's Zondags geen drukwerk moet bestellen. Uw
ex[emplaren] werden met de dagelijksche briefwisseling gepost. Die druk is wel de definitieve. Dezen keer moet ik schuld bekennen en zeggen, dat ik vergeten was, dat op getint papier moest gewerkt worden. Anders zult U toch wel moeten vinden dat ik goed houtvrij papier gebruikte. U moest gezien hebben welk slecht effect dat maakte met witte rand onderaan dat panorama van Tieghem, zoo leelijk dat we allen vonden dat het best zou zonder boord zijn. Nu vermits U het anders vindt, moet ik zeggen: goest is koop en anderen zouden misschien in het oordeelen met U gestaan hebben. Het hangt hier in de parochiekerk uit en het doet goed aan. Het wapenschild is verschillend en niet passend geteekend in de twee kleuren.
B[ijvoorbeeld] heeft de linksche staf zes krullen in 't zwart en acht in 't rood. Ook de rest past niet op elkaar in de twee kleuren. Hetgeen zoo opviel in de panoramateekening was het uitloopen van de wegen en andere witte strepen in den witten rand.
De stokjes van de vlagjes werden met het machien gezaagd: ik ben er eens bijgeweest en dat uit gewone planken voor planchers.
[7] Het plakken van de vlagjes vind ik erg en het verwondert me zeer. Wat 's morgens geplakt werd, werd 's middags opnieuw verlegd en 's avonds
[2]nog eens. Eerst den volgenden morgen werden ze samen gerold met 10. De vlagjes die na den middag geplakt werden, werden 's avonds heel en al opengelegd en door mij en mijn vrouw soms heel laat nog verlegd. We hebben gezorgd zooals 't maar eenigszins mogelijk was. Ik kom zelf nog wel dezen zomer naar de streek en tracht zekerlijk eens naar 't bosch te gaan om de vlagjes te zien en zal met de pastor wel overeen komen.
[8] Het gaat niet op voor een nauw uitgerekenden prijs zoo maar telkens te herbeginnen drukken of de vlagjes te laten liggen en later aan te plakken. Er wordt hier nog al wat werk voortgebracht en het zekerste is steeds dadelijk afwerken.
Heden morgen uit
A[msterdam] antwoord gekegen, dat
De Pillecyns werk op sterk glanspapier gedrukt zal worden.
[9] Met het naturapapier
[10] wordt dus opgeruimd. Ik zal dan heel zwaar papier nemen, zoodat het werk toch een zekere hand heeft. Hier bij enkele proefvellen, die overbleven.
[11]
Hoogachtend gegroet.
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] - Proeven op dat sterk glanzend papier heb ik niet meer, doch dat zal iets zijn in den aard van "Op de Vl[aamsche] Binnenwateren", doch nog meer glanzend. (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
In deze brief reageert Joris Lannoo op het schrijven van Streuvels d.d.
25 juli 1932.
[2]
Lannoo was al geruime tijd aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om
Drie Russische novellen over te nemen. Cf. brief van Regenboog aan Stijn Streuvels van
17 mei 1932. Op 22 juni 1932 had Lannoo nog aan uitgeverij Regenboog geschreven:
De zaak komt in orde voor de overname. Ik ben bereid de uitgave van de "Drie Russische Novellen" over te nemen. Ik regel het eereloon van den vertaler voor de ingenaaide ex.; U regelt het voor de geb. ex. en liever zonder uitstel, dan is alles uit tusschen U en den Heer Lateur en dat geeft U en hem gerustheid. Ik zou echter tegen gunstprijs een tiental geb. ex. verlangen te ontvangen. Het is dus wel verstaan, dat U niets, absoluut niets aan den boekhandel levert. Kan ik nu met den heer van Mierlo-Proost onderhandelen voor het betalen van ex. die ik zal gekocht hebben?
Er moeten naar de Uitgeversfirma L.J. Veen te Amsterdam 500 ex. gestuurd worden zonder firmanaam. De rest aan mij. De zending naar Amsterdam moet ongefrankeerd geschieden.
Ik bepaalde den verkoopprijs tegen 18 fr. en zou nu graag den prijs der gebonden ex. vernemen, om daarvan ook met zekerheid prijs te kunnen opmaken. Afschrift van de brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 3, briefwisseling P-S, 1931-1932
In zijn brief aan Streuvels van
27 juni 1932 had Lannoo dan ook het volgende beloofd:
Deze week komt alles af van Regenboog. Toch stond Streuvels erop dat Lannoo bij de drukker van
Drie Russische novellen, nl. Van Mierlo, zou informeren of en welke exemplaren daar nog aanwezig waren. Op 29 juni 1932 schreef Van Mierlo aan Lannoo:
Dato 22 dezer schreef de Heer Rigouts, Bestuurder der Uitgeverij Regenboog, ons dat U van hem het volgende hebt overgenomen:
I.003 genaaide exemplaren op naam Regenboog,
34I dito zonder firmanaam,
500 dito dito voor Uwe rekening te sturen aan Uitgeverij L.J. Veen, A'dam,
hetzij in het geheel 1844 boeken getiteld
"3 Russische Novellen", van Stijn Streuvels, ad
fr. 2,90 per stuk + de vracht.
Alvorens U dezelve te sturen, ware het ons aangenaam voor de regelmatigheid Uw akkoord te lezen.
De Heer Rigouts had ons tevens gemeld dat U zoudt schrijven nopens de betaling. Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 3, briefwisseling V-Z, 1932-1933
Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Lannoo van
25 juli 1932.
[3]
Op
5 juli 1932 schreef Lannoo aan Streuvels:
Met Van Mierlo is alles in orde: hij is in sommige zaken zelfs te vlug. Zonder order verstuurde hij reeds de boeken naar A'dam en ik kreeg nog niets.
[4]
Filip De Pillecijn was een werk over Streuvels aan het voorbereiden, nl.
Stijn Streuvels en zijn werk. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het aanvankelijk oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg een sierlijk en gekleurd schutblad.
Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
[5]
Een riem papier bevat 500 vel papier, vroeger waarschijnlijk ongeveer de dagproductie van een papiermaker die handgeschept papier maakte.
GWP, deel 19, p. 589
[6]
De in de brief vermelde plakbrieven of affiches
H. Lemaire, De taal van Stijn Streuvels, deel II/5, p. 1330 kondigden het verschijnen van
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord aan. Deze affiches waren bovendien ook bedoeld voor het passiespel
Drama Christi, dat in juni 1933 te Tiegem werd opgevoerd.
[7]
plancher: Frans voor 'plankenvloer'
[8]
Vanaf 5 juni 1931 was Leon Van Oost priester te Tiegem. Vermoedelijk was het op aanvraag van deze pastoor dat
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord werd herdrukt.
Godfried Van de Meulebroeke, Terugblik op Tiegem, p. 103
Tieghem, Het Vlaamsche lustoord werd verkocht in de Kapellewinkel of Boutique de Bois de St.-Arnould, een souvenierwinkeltje vlakbij het Tiegembos. Godfried Van de Meulebroeke, Terugblik op Tiegem, p. 50
[9]
Op 23 juli 1932 bezorgde Joris Lannoo de Amsterdamse uitgeverij Veen een prijsopgave voor het drukken van
Stijn Streuvels en zijn werk op verschillende soorten papier. Hij schreef:
Dat ik niet vroeger proeven kon zenden, lag aan het feit, dat verleden Zaterdag een cliché zoodanig geschonden werd, dat ik er vlug een ander moest laten maken in Duitschland, want ik had er maar juist genoeg om dit vel te illustreeren. Heden morgen is het nieuw cliché aangekomen en heden werden dan ook de proeven verder gemaakt. Op dit oogenblik is het werk beëindigd, doch ik durf heden de proeven niet verzenden, omdat ze gevlekt bij U zouden toekomen: dit gebeurt heel zeker aanstaanden maandag voormiddag. Ik ben sedert een paar dagen fel bezig met de prijsberekening en heb dezen namiddag kunnen beëindigen. Het wordt een duur boek! Ongeveer 100 platen, die speciaal geëtst worden, een hoog eereloon, nog verhoogd door het schenken van vele boeken aan den schrijver voor het bevorderen van de studie, hooge drukonkosten, want dergelijk werk vordert langzaam.
Hier nu de prijzen, indien we elk 1000 ex. van de oplage namen:
- Op houtvrij glanspapier van 120 gr.: 15.70 fr.
- Op naturapapier van 100 gr.: 17.80 fr.
- Op naturapapier van 100 gr. en gedrukt in 2 kleuren: 19.60 fr.
Indien we elk 1500 ex. nemen:
- Op houtvrij glanspapier van 120 gr.: 12.90 fr.
- Op naturapapier van 100 gr.: 15.I0 fr.
- Op naturapapier van 100 gr. en gedrukt in twee kleuren: 16.60 fr.
Deze prijsberekening is gemaakt voor een boek van 14 vel in plaats van 10 zooals eerst voorzien. Ik moet bekennen, dat de onkosten merkelijk hooger zijn, dan ik eerst voorzag en dat ik zelf mijn aangekondigden winkelprijs van 25 fr. vermoedelijk op 35 zal moeten brengen.
Ik stel glanspapier van 120 fr. voor, om het boek even dik te maken als dit op naturapapier van 100 gr. Het wordt heel zeker belangrijk door de onbekende illustratie, die pas gemaakt werd en natuurlijk moet aangevuld worden, door typische foto's ook meestal onuitgegeven van vrober tijden.
Op deze prijzen en hoeveelheden kan ik dan ook niets afdoen want alles is heel nauw berekend, omdat de hooge prijs me zelf reeds verrast had. Ik vind ook dat we niets minder kunnen, dan een goede uitgave geven, zoodat ze tevens door den aantrek der platen verkoopen moet. De Heer De Pillecyn zal pas rond 15 Augustus klaar komen en dan zal nog het heele eerste hoofdstuk dat U gedeeltelijk in proef bezit moeten herwerkt worden met meer biografische bijzonderheden over Streuvels. Op 26 juli 1932 antwoordde de Nederlandse firma:
Voor de partij hebben wij gekozen het houtvrij glanspapier Colombier-formaat (62 x 85 cm) 120 gram, clichés in zwartdruk. Brieven in Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 3, briefwisseling V-Z, 1932-1933
[10]
Niet-gestreken papieren worden aangeduid als 'natuurpapier'.
H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 63
[11]
Niet bij de brief bewaard gebleven.