<Resultaat 769 van 2531

>

Waarde Heer Lateur,
Van Ned[erlandsche] Boekhandel ontving ik bestelling van 1ex[emplaar] Reynaert[1] met 25 % ofwel 2 ex[emplaren] met 30 %. Ik leverde een ex[emplaar] Ik kan uw ongeduld begrijpen.[2] Ik durf er bij zeggen, dat ik er ook gewoonlijk zooveel niet heb. Maar het geldt nu een collega, waar ik steeds de beste relaties mee had.[3] Toch heb ik hem gister geschreven, dat ik voor einde der volgende week alles moet hebben en dat gij uw ex[emplaren] moet hebben of dat hij alles mag behouden.[4] Ik schreef het eerder om de zaak te doen vooruit gaan, dan om werkelijk te weigeren, al spijt het me dat ik die zaak aanpakte. Totnogtoe komen alle miseries door de schuld van derden en ik krijg den last op den hals. Ik schreef U zeker reeds, dat de geb[onden exemplaren] zonder firma nog bij den binder waren. Ik heb gezegd, dat het om het even was of U geb[onden] ex[emplaren] met of zonder firma "Regenboog" op zoudt ontvangen.
Boek De Pillecyn:[5] Was het een werk van U, dat Veen aangeboden wordt, ik ging er mee bij een ander, doch het gaat over uw werk en mijn plan om al uw werken meer te doen koopen bij het verschijnen, laat ik niet los. Ook zou een ander uitgever niet veel voelen voor een werk over U als alles bij Veen is. Om mijn plan uit te voeren moet ik dus langs Veen.
De clichés blijven, doch nooit kan dat iets worden als de briefkaart, die ik van U ontvang: dat is een soort koperdiepdruk, die niet tusschen den tekst in kan gedrukt worden, omdat het een heel ander machien is, dat voor dergelijk werk moet gebruikt worden.[6]
Voor de uitgave van de Kabylen-Legenden ben ik te vinden, doch zou eerst verlangen te weten, welk eereloon ik U en [2]aan Diederichs zal moeten betalen.[7] Een goedkoope uitgave zou [het] in elk geval moeten worden, want hier als in Nederland worden Novellen minder gekocht, dan romans. Zorgt er voor dat ik daarover eerst bepaalde cijfers krijg. Zijn de Duitsche Uitgevers te gulzig, dan zal 't moeilijk gaan, vooral in deze tijden, dat wij 't al lastiger krijgen met trage betaling.
Ik ben in relatie gekomen met den vertegenwoordiger van het glasfabriek Leerdam en ik kan alles (afzonderlijke stukken) bekomen met 45 % op de gestelde prijzen, doch alleen eerste keus wordt geleverd. Met die 45 % er af komt de prijs nog iets hooger, dan het gelegenheidskoopje, dat we deden, doch de glans is veel mooier. Wij zullen vermoedelijk onze reeks verkoopen en enkele der mooiste en groote stukken in eerste keus in de plaats koopen. Moest U iets verlangen, dan wil ik natuurlijk steeds gaarne voor U zonder winst bestellen. Er is buiten onze stukken nog een zeer groote keus en ik krijg vermoedelijk wel een volledigen cataloog in handen.
Met hoogachting gegroet.
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Lannoo hielp deze exemplaren 'opruimen'.
[2] Joris Lannoo reageert hier verder op de brief van Streuvels van 28 juli 1932.
[3] Lannoo heeft het hier over Lode Rigouts, met wie hij sedert geruime tijd aan het onderhandelen was om Drie Russische novellen over te nemen.
[4] De brief van Joris Lannoo aan uitgeverij Regenboog dateert van 20 juli 1932 en wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 2, briefwisseling H-U, 1932-1933.
[5] Filip De Pillecijn was een werk over Streuvels aan het voorbereiden, nl. Stijn Streuvels en zijn werk. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het aanvankelijk oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg een sierlijk en gekleurd schutblad. Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
[6] Voor het drukken van boeken of tijdschriften onderscheiden we drie technieken: de hoogdruk, de vlakdruk en de diepdruk. Diepdruk wordt ook koperdiepdruk genoemd. In het Engels heet deze wijze van drukken photogravure, in het Fans héliogravure, bij afkorting gravure respectievelijk hélio. Een gravure is een metalen plaatje (meestal koper) waarin met een burijn een voorstelling is gekrast (gesneden). Wanneer men nu de gravure met inkt inrolt, en vervolgens weer afveegt, blijft de inkt in de verdiepte gedeelten van de plaat hangen. Legt men er dus vervolgens een velletje papier op en oefent men enige druk uit, dan blijft op het gladde metaal het papier schoon en bij de verdiepte lijnen van de voorstelling wordt de inkt uit de diepte getrokken en komt op het papier. G. Rogers, Gids voor de redacteur, p. 147; H. Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 72
[7] Streuvels stak heel wat tijd in het vertalen uit het Duits van 'Wijsheid bij de Kabylen' van Frobenius: Leo Frobenius, Volksmärchen der Kabylen. Jena, Diederichs, 1921-1922, 3 vol. Reeks: Atlantis: Volksmärchen und Volksdichtungen, 1-3. 1: Weisheit; 2: Das Ungeheuerliche; 3: Das Fabelhafte. Streuvels' vertaling bleef echter ongepubliceerd. H. Speliers, Dag Streuvels, p. 468

Register

Naam - persoon

De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)

Letterkundige en Vlaams strijder.

De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Naam - uitgever

De Nederlandsche Boekhandel

Begin 1893 ging De Nederlandsche Boekhandel, de eerste professionele Nederlandstalige boekhandel in Antwerpen, op initiatief van Max Rooses van start aan de Antwerpse Sint-Jacobsmarkt. De zaak — met tot in 1931 de Nederlander L.H. Smeding als directeur — was bijna volkomen in Noord-Nederlandse handen, en de import van het Noord-Nederlandse boek maakte de allereerste bestaansreden uit. Daarnaast wilde men echter eveneens de uitgave en de verspreiding van oorspronkelijk Vlaams literair werk behartigen. De verkoop gebeurde niet enkel via de winkel zelf, maar ook via vertegenwoordigers die het land afreisden met boeken. Bovendien richtten oudgedienden van De Nederlandsche Boekhandel elders in het land eigen zaken op. Als uitgever trad De Nederlandsche Boekhandel niet meteen op de voorgrond; wel verbond hij zijn naam aan enkele boekuitgaven van Van Nu en Straksers, zoals De Bom, Hegenscheidt en Van Langendonck, hoewel hun toonaangevende werk bij uitgevers in Nederland verscheen, zoals precies Streuvels' werk dat voor een groot deel bij L.J. Veen in Amsterdam verscheen. Veen stond wel in nauw contact met Smeding. In 1932 werd Herman Oosterwijk directeur van De Nederlandsche Boekhandel.

Eugen Diederichs Verlag

Duitse uitgeverij die door Eugen Diederichs werd opgericht in 1896 in Florence (Italië). Later verhuisde de uitgeverij naar Leipzig en ten slotte in 1904 naar Jena. In korte tijd groeide de zaak uit tot een toonaangevende culturele uitgeverij in Duitsland.

Regenboog

Resoluut anti-traditionalistisch, ook naar de vormgeving modern, werkte van 1925 tot 1932 te Borgerhout de uitgeverij Regenboog, opgericht en geleid door Lode Rigouts (1904 - 1970), die nadien enige bekendheid verwierf als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd. Rigouts bracht prozawerk van Fritz Francken (Legenden, 1925), Filip De Pillecijn (De rit, 1927), Theo Bogaerts (Brusselsche krabbels, 1927), Lode Zielens (Het jonge leven, 1928), Victor J. Brunclair (De monnik in het westen, 1929), Victor De Meyere (De beemdvliegen, 1930), toneel van P.G. Buckinx (De tredmolen, 1926), poëzie van Frans De Wild (Het huis op de vlakte, 1926), V.J. Brunclair (De dwaze rondschouw, 1926), A.W. Grauls (Cantabile, 1929), Julia Tulkens (Heibloempjes, 1931) en de epische Pan-gedichten van Karel De Winter. Tot de laatste publicaties van Regenboog behoorden de 'memoires' Tien jaar in den Belgischen kerker (1930) en Vier jaar in 't land der Incas (1931) van August Borms. De allerlaatste was de vertaling van Drie Russische novellen (1932) van Stijn Streuvels. Een latere poging van Rigouts om een Vrije Boekengilde van linkse signatuur op te richten (1938) kwam niet van de grond. L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 107.

In een omzendbrief die het ontstaan van uitgeverij Regenboog aankondigde, stond onder andere: 'In Vlaanderen is geworden een Vlaamsch-Nationalistische uitgeversfirma REGENBOOG.' AMVC-Letterenhuis,R 296/D.

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Reinaert de vos, Naar de handschriften van het middeleeuwsche epos herwrocht door Stijn Streuvels (1907). [bewerking]
Met een inleiding van Prof. Dr. J.W. Muller en verlucht met randen en teekeningen door B.W. Wierink, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [VI] + 28 + 184 p., 33 x 25 cm. Luxe-uitgave.
Streuvels, Stijn, Reinaert de vos, Naar de handschriften van het middeleeuwsche epos herwrocht door Stijn Streuvels (1907).
Voorpublicatie
  • Eerste vijf hoofdstukken verschenen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, nr. 3, januari 1907, Eerste blad, C.
Druk
  • Amsterdam, G. Schreuders (voor de Mij voor Goede en Goedkoope Lectuur), [1907], 219 + [IX] p., 18,4 x 12,3 cm. Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, [1910], 214 + [VIII] p., 18,3 x 11,5 cm, Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1918, 206 + [X] p., 18,3 x 11,9 cm. Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Brussel, [Arbeiderspers], [1956], [II] + 228 + [IV] p., 18,5 x 11,5 cm, Reinaert-Reeks, nr. 64.
  • Uyt het Middelnederlandsch in verstaanbaar Vlaamsch herschreven door Stijn Streuvels en uitgegeven door het Davidsfonds in 't jaar O.H. M.C.M.X. Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, 200 p., 28,2 x 22 cm. Nr. 167 van de Davidsfonds-uitgaven.
  • Uyt het Middelnederlandsch in verstaanbaar Vlaamsch herschreven door Stijn Streuvels en uitgegeven door het L.J. Veen te Amsterdam in 't jaar O.H. M.C.M.XI. Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne.
  • Met een inleiding van Prof. Dr. J.W. Muller en verlucht met randen en teekeningen door B.W. Wierink, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [VI] + 28 + 184 p., 33 x 25 cm. Luxe-uitgave.
  • Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, Amsterdam, L.J. Veen, in 't jaar O.H. M.C.M.XXI, 170 + [II] p., 28 x 22 cm.
  • Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, [Brugge-Utrecht], Desclée De Brouwer, [1969], 142 + [X] p., 20 x 27 cm.
  • Fragment. Gedrukt ter N.V. Drukkerij 'Vada' te Wageningen, in het jaar MCM.XXVIII, 16 p., 23,8 x 15,7 cm.
Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
[Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.
Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Druk
  • [Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.