<Resultaat 776 van 2531

>

Geachte Heer Lateur,
Het wordt tijd, ernstig aan de laatste schifting van de foto's voor het werk van De Pillecyn te beginnen denken.[1] Ik stel voor, dat we samenkomen aan de statie te Kortrijk aanstaanden Dinsdag te 17.8 uur ofwel mogelijks den 23 dezer. Ik ben zinnens dien dag naar Tieghem te komen, eens met den Pastor te spreken[2] en de vertooning van het Volkstooneel bij te wonen. Ik zou vroeg uitzetten en in den morgen een uurtje er af doen om bij U thuis rustig, die schifting te doen, indien gij er geen bezwaar tegen hebt. - Het wordt tijd met de foto's vooruit te werken, indien we niet andermaal willen stil gelegd worden, gelijk nu door de schuld van D[e Pillecyn][3]
Ik voorzie, dat "Kerkhofblommen" (schooluitgave)[4] einde September zal moeten herdrukt worden. Ik zou wenschen een grooter getal te drukken, dan voorheen, om niet elk jaar nagenoeg te moeten herbeginnen. We kunnen, dat dan ook samen bespreken, om b[ijvoorbeeld] 5000 of 10.000 ex[emplaren] te drukken; ik zou alleen verlangen, dat het eereloon niet in eens moet betaald worden.[5]
Hebt U in het spotblad "Reynaert" het artikel over "Pallieterjanus" gelezen?[6] Zoo niet, dan kan ik U[ Ed]e[le] misschien wel een ex[emplaar] bezorgen. Zal er daarop reactie komen?[7]
Hoogachtend.
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Filip De Pillecijn was een werk over Streuvels aan het voorbereiden, nl. Stijn Streuvels en zijn werk. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het aanvankelijk oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg een sierlijk en gekleurd schutblad. Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
'Uitleg bij de platen':
  • Portret van den Jubilaris, met de zes kruisjes. Tegenover titelblad.
  • Zicht op het geboortedorp Heule (p. 11).
  • Bladzijde handschrift uit het Cahier de Narrations (p. 13).
  • Moeder met de twee zonen bij den rondreizenden portrettetrekker - eene gebeurtenis! (p. 14).
  • De Verluchting van het Schrijfboek (p. 15).
  • De Vroegste Handteekening (p. 15).
  • De Familiegroep in 1890 (p. 17).
  • De Bakkerij te Avelgem, waar een tijdlang twee merkwaardige namen boven de deur prijkten (p. 18).
  • De Scheldemeerschen in den Winter, waar Streuvels ging varen (p. 19).
  • Portret van den negentienjarigen Pasteibakker (p. 21).
  • De Schelde te Avelgem (p. 22).
  • De eerste Inspiratie onder de hoede van Vader Vondel (p. 24).
  • Moeder Lateur, die sprekend gelijkt op haar broer Guido Gezelle (p. 25).
  • Bij Moeder en Zuster en den hond Pan (p. 26).
  • Aan 't Werk in het kleine, smalle Kamertje te Avelgem; op tafel: het Idioticon en Loquela; aan den wand: eene plaat van Memlinck, de Oogst van Meunier, een Tanagrabeeldje, de portretten van Dostojevski, Ibsen, Verhaeren, Van Langendonck; op de schouw: Gezelle en Vermeylen (p. 27).
  • De groote Gebeurtenis: de eerste literaire Brief van Karel van de Woestyne, den 15 Mei 1896 (p. 28-29).
  • Schaduwknipsel (p. 30).
  • De Scheldemeerschen met den Kluisberg (p. 31).
  • Uit den joligen Tijd, met broer Karel en kozen Cesar (p. 32).
  • Een bocht van de Schelde (p. 34).
  • Uit den somberen Tijd (p. 35).
  • De Kerkstraat te Avelgem, met den Dorpsbarbier, den Kleermaker, enz. Links, de twee Schoolgaande Kinderen, Alida en Marietje Staelens (p. 36).
  • Foto uit den Tijd van Lenteleven (p. 38).
  • Horieneke in den bloemenwegel (p. 39).
  • De Ontmoeting met Jules De Praetere, die Lenteleven zal drukken (p. 41).
  • Met kozen Cesar in de Pampas (p. 42).
  • Met pastor Verriest en pastor Cuppens (p. 44).
  • In zwarte Gepeinzen verdiept (p. 45).
  • Het Lijsternest (p. 47).
  • Een Propagandatocht te Wacken, voor de Verriest-feesten, met Van Severen, Vermeylen, Eeckels, Toussaint, Sevens en Modest Huys (p. 48).
  • Aan het groote Raam (p. 50).
  • Over de Halve-deur (p. 51).
  • De Veldwegel achter het Huis (p. 53).
  • Geteekend Portret door Jules Fonteyne, in 1912 (p. 54).
  • Het Uitzicht ten Oosten, naar den Hoogen Berg te Tieghem (p. 56).
  • De Vogelnesten boven de Woning (p. 58).
  • Tocht in de Kempen, met Prof. Geurts, Cesar Gezelle, pastor Verriest, pastor Cuppens en Karel Lateur (p. 59).
  • Geteekend Portret door Flor. Aerts, in 1919 (p. 61).
  • Aan de Werktafel (p. 63).
  • 't Blanke Vel Papier (p. 64).
  • Een Krabbel van Flor. Aerts (p. 66).
  • De Lange, rechte Steenweg, voor den Oorlog, de vermaarde Olmendreef (p. 67).
  • De Houthakker aan 't Werk (p. 69).
  • Op 't Lijsternest is de bakker zijn Oven Trouw Gebleven - Element: Vuur (p. 70).
  • Terug van den Veldarbeid (p. 72).
  • Voeten die Vast op den Grond Staan (p. 73).
  • Element: Lucht (p. 75).
  • Met Vrienden op Reis (p. 76).
  • Ontwerp Bladzijde voor Ingoyghem uit Openlucht. Ter plaats geschreven, op den Heuvel te 4 ure 's Morgens bij 't opstaan der zon. (1/3 verkleind) (p. 78).
  • Een Zonne-foto (p. 79).
  • Op Reis met de Mijol-Club (p. 80)
  • Per Schip op Avontuur met de Schilders (p. 82).
  • Bezoek te Gemoet (p. 83).
  • Winterwerk: onder 't Licht der Lamp (p. 85).
  • Het Werktuig (p. 86).
  • Bezoek aan Mistral, te Arles (p. 87).
  • Bloemen en Planten moeten Verzorgd worden (p. 89).
  • De Boomen van Ongediert gezuiverd, houden den Mensch Lenig en Stevig (p. 91).
  • 's Morgens voor Dag en Dauw om Mollen te Vangen (p. 93).
  • Den Voomiddag in den Hof met Boomen en Planten Bezig (p. 94).
  • 's Namiddags bij de Boeken (p. 95).
  • De Mensch heeft Oogen om te Kijken (p. 97).
  • Noenestond in den Zomer (p. 99).
  • Boomen die men zelf Geplant heeft, zijn de Schoonste (p. 100).
  • In de Veranda (p. 103).
  • Bloesemweelde in de Kruin van den Appelaar (p. 104)
  • Krabbel van een Waalschen Schilder (p. 106).
  • Op Wandel (p. 107).
  • De Beste Vrienden zijn de Boeken (p. 108).
  • Element: Water (p. 110).
  • Masker (p. 113).
  • Lijsters gereed het Nest uit te Vliegen (p. 114).
  • Ondertusschen wordt er kalm voortgewerkt (p. 115).
  • De Ingang langs den Tuin (p. 117).
  • Van hieruit blikt men over de Wijde Ruimte (p. 118).
  • 't Jongste van het Nest (p. 119).
  • Masker door Van Immerzeel (p. 121).
  • Met 't Waterhoen op de Leie (p. 122).
  • Borstbeeld door Gaston Martens (p. 124).
  • Op Zoek naar het Juiste Woord (p. 126).
  • Op den Uitkijk (p. 127).
  • Prutske aan 't Mijmeren (p. 129).
  • In 't Land van Genoveva. 't Laacher Meer in 't Eifelgebergte (p. 131).
  • Masker achter Tralies (p. 134).
  • Onder de Boomen (p. 135).
  • Onder den IJzertoren te Dixmuide (p. 136).
  • Krabbel door Alb. Vandyck (p. 139).
  • Tocht op de Leie (p. 140).
  • De Geschrevene Tekst wordt naderhand Getypt (p. 143).
  • Prentenkijken blijft altijd eene prettige Bezigheid (p. 146).
  • Bladzijde Handschrift uit Alma (op de helft verkleind) (p. 148).
  • Medaillon door Karel Lateur (p. 150).
  • Zicht over Ingoygem dorp (p. 151).
  • 's Zondags in den Zomertuin (p. 154).
  • Een Duitsche Baanwacht die weinig ontzag uitoefent (p. 155).
  • In de Bibliotheek te Antwerpen (p. 156).
  • Op 't Water met Saverijs (p. 160).
  • Na den Arbeid smaakt de Pijp lekker (p. 164).
  • Bezoekers op Lijsternest worden Welkom toegewuifd (p. 167).
  • Bij de Kippen (p. 171).
  • Portret geteekend door Alb. Vandyck (p. 176).
  • Moeder met haar Twee Jongste Dochters (p. 181).
  • Het Gezin (p. 186).
  • En nu op Reis (p. 190).
  • Tweede Bezoek in 't land van Genoveva (p. 193).
  • Het Wapenbord (p. 195).
  • Het Lijsternest: 't Geen de Tijd er van gemaakt heeft (p. 196).
  • Het Feestmaal van den 60-Jarige: Wààr en Wie is de Jubilaris? (p. 198).
[2] Vanaf 5 juni 1931 was Leon Van Oost priester te Tiegem. Vermoedelijk was het op aanvraag van deze pastoor dat Tieghem, Het Vlaamsche lustoord werd herdrukt. Godfried Van de Meulebroeke, Terugblik op Tiegem, p. 103
[3] Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Joris Lannoo van 12 augustus 1932.
[4] Guido Gezelle, Kerkhofblommen. Zeventiende druk. Schooluitgave. Met inleiding van Caesar Gezelle. Tielt, J. Lannoo, s.d.
[5] Cf. voor de afloop van deze kwestie o.a. de brief van Streuvels aan Lannoo van 12 oktober 1933.
[6] Het betreft hier de boekbespreking van Pallieterjanus, een boek van de hand van Floran Lambrechts. De bespreking werd opgenomen in het veertiendaagse satirische tijdschrift Reinaert d.d. 6 augustus 1932 (derde jaargang, nr. 16: nr. over Hullebroeck, p. 354-356).
Reinaert verscheen van 4 januari 1930 tot mei 1940 en werd in Gent uitgegeven. De tekening op het voorblad was tot midden 1939 van de hand van Frits Van den Berghe. Het blad hekelde scherp de gematigde Vlaamsgezinden, Frans Van Cauwelaert, Camille Huysmans, Gustaaf Sap, later ook Herman Vos en stelde de radicale Jong-Vlaamse activisten (Jong-Vlaanderen) als voorbeeld. Elektronische NEVB
In de boekbespreking lezen we o.a. het volgende: Van de persen der drukkerij Ernest Sele, Prinsesstraat, 11, Antwerpen, kwam in 1930 een lijvig boek onder bovenstaanden titel, dat we slechts heden ter bespreking mochten ontvangen. Er was trouwens over het verschijnen van dit pamfletair werk reeds heel wat verteld in het kleine Vlaamsche literaire wereldje; ijverige vrienden van den schrijver kondigden het aan als een revelatie, als een meesterwerk van neerhalende kritiek, als een godsklop, die het zoo hoog gekwoteerde oeuvre van Timmermans moest neersmakken; (...) Evenmin lijkt het ons waarschijnlijk, dat de auteur, de hr. Floran Lambrechts (is dit een deknaam?), een baantje zou hebben verkregen als privaatsekretaris bij Felix Timmermans. Wanneer de hr. Floran Lambrechts de moeilijke taak der kritiek heeft opgegeven, dan is het waarschijnlijk, omdat het sukses van zijn werk (wie krijgt thans nog een gansche oplage in 24 uur tijds verkocht?) hem heeft in staat gesteld, een wereldreis te maken, waarbij hij misschien om 't leven kwam bij een scheepvaartramp, of levend werd opgegeten door ruidhuiden of andere niet literaire volksstammen. Het is echter een feit, dat sinds het verschijnen van dit werk, niemand nog een levensteeken des heeren Floran Lambrechts heeft vernomen. (...)
[7] Cf. antwoord van Stijn Streuvels in zijn brief aan Joris Lannoo van 12 augustus 1932.

Register

Naam - persoon

De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)

Letterkundige en Vlaams strijder.

De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908). [studie]
Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908).
Druk
  • [Eerste druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 51 + [I] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 148 + [II] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij., [1933], 18,1 x 12,2 cm.
  • Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 743-866.

Naam - instituut/vereniging

Vlaams Volkstoneel

Het Vlaamsche Volkstooneel (1924-1932) was een rondreizend Zuid-Nederlands beroepstoneelgezelschap dat beschouwd wordt als een hoogtepunt van het katholieke theaterrenouveau dat al kort na de eeuwwisseling werd ingezet. Het ontstond uit een fusie van het Fronttoneel van Oscar De Gruyter en het toneel van het Verbond der Vlaamse Oudstrijders (V.O.S.). De Gruyter trok zich na zijn rol als eerste directeur terug in 1924. Wiens Moens nam toen de leiding op zich, Johan De Meester verzorgde de regie. Nu kwam de nadruk op het spectaculaire te liggen. Het werd een 'schoktheater' dat het volk moest wakker schudden. Van 1925 tot 1930 was de Nederlander Johan De Meester artistiek leider. Hij was het die de groep naar artistieke hoogtepunten voerde. De officiële benaming was toen Katholiek Vlaamsch Volkstoneel, hoewel op programmabrochures meestal Vlaams Volkstoneel stond. In juni 1929 verliet De Meester het gezelschap en hij werd opgevolgd door Anton Van de Velde. Het kwam tot een crisis binnen het gezelschap en in maart 1930 verliet Staf Bruggen de groep en richtte een nieuw gezelschap op dat eerst het Nieuwe Volkstoneel werd genoemd en in 1935 opnieuw het Vlaams Volkstoneel. Aangezien de meeste auteurs met Bruggen meegingen (groep Staf Bruggen), moest Van de Velde het rooien met een minder talrijke groep (groep Van de Velde) en in 1932 gaf hij er de brui aan.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

Vlaams Volkstoneel

Naam - persoon

De Pillecyn, Filip
Lateur, Frank

Titel - andere werken

Kerkhofblommen
Pallieterjanus
Stijn Streuvels en zijn werk

Titel - tijdschriften en kranten

Reinaert

Titel - werken van Streuvels

Tieghem