<Resultaat 790 van 2531

>

Waarde Heer Lateur,
Sedert gister is ons meisje buiten gevaar[1] en hebben we hulp. Heden reeds is moeder-de-vrouw weder in 't bureel binnen en ben ik van een heelen boel werk verlost. Wij zijn dus uit de "miserie", doch vergeten de uwe niet, waarvan U een woord zegt in uw laatste brief.[2] Ik weet er niets af, doch bij ons beiden rees het vermoeden, dat het is, zooals Vondel dichtte: de kleine treedt op 't kleed, de groote treedt op 't hart. We zijn er fel mee begaan, omdat we als ouders weten hoe lastig het moet zijn. We kunnen U niet helpen, doch willen doen wat we kunnen. Moeder heeft reeds denzelfden avond, dat we uw brief ontvingen de heele bende kleuters doen bidden om kracht en sterkte in de beproeving die U overkomt en[ ]om een gunstige oplossing indien mogelijk. Moge het niet nutteloos geweest zijn!
En nu onze zaken: Eerst de kleine zaken vooraleer de verwarde kluw van "Regenboog" aan te pakken.[3]
We zullen eerstdaags moeten "Kerkhofblommen" aanpakken.[4] Moeten we den tekst niet gebruiken van de jubileumuitgave, zoodat deze nu eens definitief zou worden.[5] Zoo ja, kunt U hem bezorgen? Misschien in losse bladen: dat zou dan reeds in orde zijn en gebruikt kunnen worden voor de volledige uitgave bij een aanstaanden herdruk.
De Vlaschaard is zeker aanstaande week Dinsdag af en voor Zondag 25 dezer overal in de boekhandels ook bij U. Van de gebonden ex[emplaren] ben ik zinnens de omslagteekening van Cantré te gebruiken. Of verkiest U de gewone band der kleine deeltjes? Ik meen, dat het voor deze jubileumuitgave best iets speciaals zou zijn. Een woordje a[lstublieft]
De bibliografie gaat hierbij:[6] ik bestatig, dat waar alles vermeld werd, Tieghem vergeten werd. Is het niet zoo?
Hierbij onder afzonderlijken omslag een heelen hoop papier. Proef van den omslag van De Pillecyns boek, die ge moogt behouden.[7] Ook nog een proef van het deel van het handschrift, dat we reeds ontvingen. (Er ontbreken nog het biografisch deel, een hoofdstuk over uw stijl, meen ik en dan een "lyrisch slot")[8] Naar mijn raming wordt het een boek van zeker 250 bl[ad]z[ijden] en ik geloof dat het heel nieuw zal zijn als uitgave en uitwerking. Aanstaande week zullen alle foto's geclicheerd zijn, wordt er een tweede proef gemaakt en zal ik U een nieuwe proef met de afdrukken bezorgen. Al wat ik zend moogt ge behouden, alleen zou ik een verbeterde proef van de bibliografie terug verlangen indien er iets aan moet verbeterd worden. Het smal zetsel is voor "De Vlaschaard" en het breed voor De Pillecyn's boek. In "De Vlaschaard" zou ik de vertalingen niet opnemen. Of vindt U het toch gewenscht?
"3 Russische Novellen".- Ik heb aandachtig het heele dossier nagezien[9] en kom tot dit besluit: ik treed op als de uitgever van zoodra Rigouts alle voorwaarden vervuld heeft, die ik niet kan vervullen. Dit is nu geschied, meen ik, en zal dan ook van heden af gaarne met U de finantieele kwestie bespreken. Uw eereloon blijft U natuurlijk vol[2]ledig uitbetaald door mij. Alleen moet ik zooals ik reeds vroeger deed en met meer reden dan te voren, gemak van uit betaling vragen. Het gaat er buitengewoon erg aan toe in de boekhandelswereld: betalingen van belangrijke sommen zijn uiterst zeldzaam en groote bestellingen ontvangen we haast niet meer. Steeds elken dag 1 ex[emplaar] van dit, en 1 ex[emplaar] van dat en twee van iets anders. Ik ben er zelf reeds mede bezig wat gebeuren zal met alle betalingen van de leveringen van "De Vlaschaard", die ik aanstaande week zal doen. Vertrouwelijk kan ik U mede deelen, dat er een speciale kommissie gevormd werd in den schoot van de Vl[aamsche] vereeniging tot bevordering van het Boekwezen[10] om de uitgevers en boekhandelaars met elkaar te doen overeenkomen in zake betalingen. - Het schijnt, dat we mogen verandering in den crisistoestand verwachten: ik geloof er intusschen nog niets van! Wat we best zouden doen, dat is onder elkaar eens de finantieele punten van onze akkoorden bespreken, als ge een of anderen dag na 4 uur in Kortrijk zijt. Indien gij er in de eerste tijden niet komt, dan kom ik desgewenscht zelfs naar Ingooigem. Ik zou dus graag gemak hebben in zake betalingen en de zaken zoo kunnen regelen, dat de geldkwestie opgelost wordt tot ons beider voldoening en in dit opzicht nooit de minste wrijving kan komen, want in de eerste maanden zal ik U nog al een sommetje moeten afdragen. De maandelijksche afkorting van Prutske[11] (dat maar niet gaan wil) + de laatste afbetaling "Tieghem"[12] + "De Vlaschaard"[13] + vermoedelijk "Kerkhofblommen", zonder te spreken van de gebeurlijke verkochte ex[emplaren] van "Reynaert["].[14] Dus een heele reek[15] en geen kleine sommen.
Ik vergat hooger te zeggen, dat Veen de exploitatie van de Russische Novellen voor Nederland in handen heeft. Hij behield de geb[onden] ex[emplaren] om enigszins te pogen wat winst te maken; ik nam alleen de ing[ebonden] die hier gemakkelijker verkoopen, doch [kan] en zal steeds geb[onden] ex[emplaren] leveren en zal er in voorraad hebben. (Initialen Joris Lannoo)
Ik eisch nu van "Regenboog", dat hij U het eereloon voor de gebonden ex[emplaren] betaalt ofwel met mij akkoord maakt over de betaling van het eereloon, zoodat dan alles absoluut tusschen ons zou gaan. Ik schrijf Rigouts daar nu over[16] en laat het U gauw weten, want ik meld hem, dat ik niets aan neem zoolang dit laatste punt, dat moeilijkheden kan verwekken, niet klaar is. Dat zal nu eindelijk het einde worden.
In een der eerste nummers van "Ons Volk ontwaakt" komt een bijdrage van Filip over U en uw werk met verscheidene foto's die nu bij den clicheur zijn.[17] Ik poog hetzelfde met de andere illustraties en ook met de radio.
Intusschen hoogachtend.
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] De amandelen van Joris Lannoos dochter Godelieve werden operatief verwijderd en daar waren nadien wat complicaties bij gekomen.
[2] Cf. brief van Stijn Streuvels aan Joris Lannoo d.d. 9 september 1932.
[3] Lannoo was nu al geruime tijd aan het onderhandelen met uitgeverij Regenboog om Drie Russische novellen over te nemen, maar er kwam maar geen schot in de zaak. Lode Rigouts van uitgeverij Regenboog bezorgde Streuvels het contract voor Drie Russische novellen op 22 juni 1931. Daarin wordt o.a. bepaald dat de bundel op maximum 3000 exemplaren zou verschijnen en dat er 20 genummerde exemplaren op Hollands papier zouden uitgegeven worden. Als honorarium zou Streuvels 5000 fr. ontvangen, aangevuld met 30 gewone exemplaren (waarvan 15 gebonden) en 10 luxe-exemplaren (in losse vellen). Op 7 september 1932 schreef Lannoo nog aan uitgeverij Regenboog: Sedert maanden nu dat er gewerkt wordt, om de overname van de "3 Russische Novellen" in orde te brengen, heb ik in deze zaak niets dan miseries gekend[.] Ik ga akkoord de uitgave over te nemen, omdat een deel der uitgave geen firma dragen: het blijkt achteraf, dat er toch op den omslag uw firmanaam staat en ik word in moeilijkheden gebracht met mijn hollandsch medeuitgever. Ik heb nog de kosten voor mij van nieuwe omslagen te laten maken en op te zenden. Ook het cliché moet diensvolgens gewijzigd worden en brengt me extra-onkosten. De presentex. van den schrijver te zenden is zoo hinkend gegaan, dat het nog niet in orde is en dat de vertaler me voortdurend lastig valt zoodat onze betrekkingen die totnogtoe steeds in volle verstandhouding geschied zijn er onder dreigen verbroken te worden. Ik wordt verweten, dat ik hem door U sedert maanden laat aan het lijntje houden. Waarom werden nog stees de gebonden luxe-ex. niet aan den schrijver (vertaler) niet gezonden. Ik vroeg het U verleden week nog. U beloofdet mij, dat alles zou gezonden worden. Dh. Lateur ontving geb. ex. der gewone uitgave en geen luxeex. en ik ontving spijts uw belofte nog steeds geen gebonden ex. Nu is mijn geduld werkelijk ten einde en ik wil in geen moeilijkheden komen met den heer Lateur door uw schuld, want hij houdt geweldig aan die luxe-ex. Daarom zal ik [in] den loop der week alles naar Turnhout terugsturen en vragen, dat ook uit Amsterdam alles terugkeert. (...) Een afschrift van de brief van Lannoo aan Regenboog wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 2, briefwisseling H-U, 1932-1933
[4] Lannoo wou een nieuwe uitgave brengen van Kerkhofblommen van Guido Gezelle. Hij deed dit voorstel reeds in zijn brief aan Streuvels van 11 augustus 1932. Cf. voor de afloop van deze kwestie o.a. de brief van Streuvels aan Lannoo van 12 oktober 1933.
[5] D.i. de Jubileumuitgave van Guido Gezelle's Volledige Werken. 18 delen. Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1930-1939. Tekstkritisch uitgegeven, ingeleid en verklaard door P. Allossery, F. Baur, E. De Cuyper en Al. Walgrave. Dit volledige werk van 5115 bladzijden werd uitgegeven naar aanleiding van het eeuwfeest van Gezelles geboorte in 1930, dat door het Guido Gezelle-comité (met o.a. Prof. Baur) georganiseerd werd. Jubileumcatalogus van de N.V. Standaard-Boekhandel uitgegeven ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan 1924-1949, p. 23 Drukkerij Erasmus te Gent drukte de volledige reeks. E. De Bom, Guido Gezelle Bibliographie, p. 5; Kort overzicht van de geschiedenis van L.J. Veen's uitgeversmaatschappij, p. 68; Het boek in Vlaanderen, p. 57
[6] Op blz. 200 en 201 van Stijn Streuvels en zijn werk bevindt zich 'Stijn Streuvels' Bibliographie', daarna worden de 'vertalingen van Stijn Streuvels' werk' (p. 201-202) in het Duits, Engels en Frans opgesomd.
[7] Filip De Pillecijn was een werk over Streuvels aan het voorbereiden, nl. Stijn Streuvels en zijn werk. De Amsterdamse firma Veen en uitgeverij Lannoo waren het aanvankelijk oneens over wie het werk mocht uitgeven. Uiteindelijk verzorgde Lannoo de uitgave voor België, de firma Veen was verantwoordelijk voor de Nederlandse uitgave. De Vlaamse uitgave besloeg 202 pagina's. Ze werd gedrukt op zwaar kunstdrukpapier en gezet uit de Hollandse Medievalletter, 12 punten. 110 meestal onbekende foto's, tekeningen en facsimiles versierden de uitgave. Het boek kostte 30 fr. ingenaaid en 44 fr. gebonden in linnen. Er werden ook 50 genummerde exemplaren gedrukt op Russel With Artpaper en gebonden in linnen tegen 75 fr. per exemplaar. Het boek kreeg een sierlijk en gekleurd schutblad. Catalogus Uitgeverij Lannoo 1933
[8] Inhoudstafel Stijn Streuvels en zijn werk:
  • Uitleg bij de platen, p. 7
  • Van Frank Lateur tot Stijn Streuvels, p. 11
  • Het Werk van Stijn Streuvels, p. 31
  • De Kunst van Stijn Streuvels, p. 151
  • Op het Lijsternest, p. 196
[9] De briefwisseling tussen Lannoo en Regenboog en die tussen Lannoo en Van Mierlo, de drukker van Drie Russische novellen wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt (classeur 3, briefwisseling P-S, 1931-1932; classeur 2, briefwisseling H-U, 1932-1933; classeur 3, briefwisseling V-Z, 1932-1933).
[10] Vanaf 1930 namen de Vereeniging ter Bevordering van het Boekwezen en de Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen jaarlijks het initiatief tot 'De Week van het Vlaamsche Boek'. In deze week, steeds begin november, werd het Vlaamse boek op alle mogelijke manieren gepromoot: men organiseerde een tentoonstelling, 'een prijskamp' voor het mooiste boek en een wedstrijd voor de lezers. Ook de boekhandelaars deden hun best om in die week het Vlaamse boek zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Uit deze Boekenweek groeide in 1932 de Boekenbeurs, waarop jonge Vlaamse uitgevers en Nederlandse importeurs hun werken konden tentoonstellen. Anderhalve eeuw boektypografie 1815-1965, p. 324; Elektronische NEVB
[11] Deze luxe-editie werd verdeeld over uitgeversmaatschappij L.J. Veen en H. Cayman. Beiden gaven 500 exemplaren uit onder hun naam. De niet verkochte exemplaren (een partij van 216 exemplaren en een partij van 200 exemplaren) wil Streuvels — twee jaar later — aan Lannoo aanbieden. In 1930 stelde Streuvels Lannoo voor, de vijfhonderd exemplaren voor België uit te geven. Dit durfde Lannoo niet aan en de uitgave kwam in handen van H. Cayman te Brugge. Blijkbaar kende de verkoop geen groot succes, aangezien H. Cayman zijn niet verkochte partijen (216 exemplaren) nu kwijt wil. Volgens het verkoopcontract van de luxe-editie van Prutske zal Lannoo 416 exemplaren aan 50 fr. per exemplaar kopen. De manier van betaling geschiedde via maandelijkse aflossingen van 500 fr. Precies n.a.v. deze maandelijkse (niet-)betalingen kwam het tussen Streuvels en Lannoo in november 1934 tot een onenigheid.
[12] Volgens het contract (artikel 2) voor Tieghem, Het Vlaamsche lustoord moest Streuvels 0.80 frs. per gedrukt exemplaar honorarium krijgen, dat is de gezamenlijke som van 4000 (vierduizend) franken. Deze som moest als volgt uitbetaald worden: de helft (2000 frs.) bij het verschijnen van het boek,- vastgesteld op uitersten datum van 1 Augustus 1932 - en de andere helft (2000 frs.) drie maanden daarna, zijnde 1 November 1932.
[13] Volgens het contract (artikel 2) voor de negende druk van De vlaschaard moest Streuvels de som van 20.000 (twintigduizend) franken ontvangen. Deze som moest als volgt uitbetaald worden: de eerste som van 5000 frs. bij het verschijnen van het boek, uiterlijk op 1 September van negentien honderd twee en dertig; eene tweede som van 5000 frs. 1 November van hetzelfde jaar; eene derde som van 5000 frs. op 1 Januari van negentienhonderd drie en dertig en eene vierde en laatste betaling van 5000 frs. op 1 Maart van hetzelfde jaar negentienhonderd drie en dertig.
[14] Lannoo hielp deze exemplaren 'opruimen'.
[15] Reek = (gewestelijk, Zuidnederlands) rij, reeks Van Dale, J-R, 2775
[16] De brief van Joris Lannoo aan Regenboog d.d. 13 september 1932 wordt bewaard in het Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 2, briefwisseling H-U, 1932-1933.
[17] Dit artikel verscheen in: Ons Volk. Jaargang 18, nr. 50, 11 december 1932, p. 785-788. Het nummer, met een foto van Streuvels op de voorpagina, was volledig gewijd aan de West-Vlaamse auteur. De Pillecijns bijdrage 'Streuveliana' bevat bovendien nog volgende foto's:
  • - Streuvels met hoed als landwerker (handen in de zij, gestreept onderhemd): 'Den voormiddag in den hof met boomen en planten bezig.'
  • - 'Element: Lucht.'
  • - 'Voeten die vast op den grond staan.'
  • - 'De boomen van ongediert gezuiverd houden den mensch lenig en stevig.'
  • - 'Winterwerk: Onder 't licht der lamp.'
  • - 'Het werktuig.' (close-up van pen)
  • - 'Krabbel van een Waalschen schilder.'

Register

Naam - persoon

Cantre, Jozef (° Gent, 1890-12-26 - ✝ Gent, 1957-08-25)

Houtsnijder.

Jozef Cantré was zoals zijn oudere broer, de houtsnijder Jan-Frans (1866-1931), leerling aan de Gentse Academie van Schone Kunsten, waar hij les kreeg van Jean Delvin. Cantré stond onder invloed van het sociale realisme van Constantin Meunier maar ook van het symbolisme van George Minne. In 1914 werd hij lid van de Gentse Belgische Werkliedenpartij (BWP). Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde Cantré zich in de Gentse Socialistische Jonge Wacht en in de Vredesgroep der Socialistische Partij, waarvan hij een tijdlang voorzitter was. Samen met andere Jonge Wachten schreef hij zich begin november 1916 als vrije student in aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. Hij ontwierp in opdracht van de Hoogeschoolbond een 'Gedenkpenning ter herinnering aan de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool'. In maart 1918 aanvaardde hij een tijdelijke betrekking als tekenmeester aan diezelfde 'Vlaamsche Hoogeschool'. Aan het eind van de oorlog verhuisde Cantré naar Nederland. In maart 1919 werd hij uit de Gentse BWP gestoten, samen met onder andere Edgar Alleman en Johan Lefèvre. In het proces van de Vlaamsche Hoogeschool werd hij in juli 1920 door het assisenhof van Oost-Vlaanderen tot vijf jaar cel veroordeeld. In 1930 keerde hij terug naar Gent en kwam in contact met de intellectuelen van het socialistische Geestesleven, zoals Paul-Gustave Van Hecke en Frits Van den Berghe. Cantré kreeg nu opdrachten van de Belgische staat, zoals het memoriaal Peter Benoit in Harelbeke (1934). In datzelfde jaar ontwierp hij het grafmonument voor René De Clercq op het kerkhof van Lage Vuurse (Nederland). Bij de onthulling was hij verontwaardigd over het optreden van Nederlandse fascisten die de Romeinse groet brachten. Cantré repliceerde met de gebalde antifascistische vuist. In 1938 gaven August Balthazar en Emile Langui hem de opdracht om het monument voor Edward Anseele te kappen. Het standbeeld, in Schots Balmoral-graniet, werd in 1948 onthuld. In 1941 werd Cantré lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. Via Anseele (jr.) kreeg hij talrijke openbare opdrachten (een reliëf in het Centraal Station in Brussel, 1953; het reliëf en de fries van het EGW-gebouw aan het Gentse Zuidplein, 1954). Verder illustreerde hij een aantal publicaties van de socialistische uitgeverij De Vlam. Bij zijn dood werd de 'socialistische kunstenaar' uitgebreid gememoreerd in de socialistische pers. Zijn socialistisch-activistische 'jeugdzonde' werd daarbij vergeten.

De Pillecyn, Filip (° Hamme, 1891-03-25 - ✝ Gent, 1962-08-07)

Letterkundige en Vlaams strijder.

De Pillecyn studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit van Leuven, was actief in de studentenkring Met Tijd en Vlijt en was voorzitter van het Algemeen Katholiek Studentenverbond. Tijdens de oorlog was hij een van de leiders van de frontbeweging. Hij schreef er enkele gedichten, die Lannoo in 1920 - samen met gedichten van Jozef Simons - bundelde onder de titel Onder den hiel. Vanaf 1919 concentreerde De Pillecyn zich op de journalistiek. Na zijn medewerking aan het dagblad De Standaard, werd hij hoofdsecretaris van het dagblad De Tijd, dat zich meer met de Vlaamse kwestie bezighield. In dezelfde periode hielp hij bij de publicatie van het satirische weekblad Pallieter. In 1926 promoveerde hij tot doctor in de Germaanse filologie, met een studie over Verriest. Tijdens het interbellum was hij leraar te Malmédy en later te Mechelen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij in 1941 directeur van het Middelbaar Onderwijs. De repressie veroordeelde hem na de Tweede Wereldoorlog wegens een te grote Vlaamsgezindheid tot vijf jaar gevangenisstraf. In de gevangenis van Sint-Gillis schreef hij drie romans: Jan Tervaert (1947), Mensen achter den dijk (1949) en De Veerman en de jonkvrouw (1950). Na zijn vrijlating in 1949 bleef hij verderschrijven (o.a. Aanvaard het Leven, 1956 en Rochus,1951). De Pillecijn schreef tevens een studie over Stijn Streuvels, Stijn Streuvels en zijn werk (1932).

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Rigouts, Lode (° Antwerpen, 1904 - ✝ Sint-Job-in-'t-Goor, 1970)

Oprichter en leider van de uitgeverij Regenboog te Borgerhout. Hij verwierf nadien enige bekendheid als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd.

Van den Vondel, Joost (° 1587-11-17 - ✝ 1679-02-05)

Zeer invloedrijke Nederlandse dichter en toneelschrijver. Zijn werk wordt getypeerd door elementen uit de renaissance en de rederijkersliteratuur. 'Lucifer', 'Gijsbrecht van Aemstel' en 'Adam in ballingschap' zijn drie van zijn bekendste toneelstukken.

Naam - uitgever

Regenboog

Resoluut anti-traditionalistisch, ook naar de vormgeving modern, werkte van 1925 tot 1932 te Borgerhout de uitgeverij Regenboog, opgericht en geleid door Lode Rigouts (1904 - 1970), die nadien enige bekendheid verwierf als vertaler en bewerker van toneelstukken, vooral voor de jeugd. Rigouts bracht prozawerk van Fritz Francken (Legenden, 1925), Filip De Pillecijn (De rit, 1927), Theo Bogaerts (Brusselsche krabbels, 1927), Lode Zielens (Het jonge leven, 1928), Victor J. Brunclair (De monnik in het westen, 1929), Victor De Meyere (De beemdvliegen, 1930), toneel van P.G. Buckinx (De tredmolen, 1926), poëzie van Frans De Wild (Het huis op de vlakte, 1926), V.J. Brunclair (De dwaze rondschouw, 1926), A.W. Grauls (Cantabile, 1929), Julia Tulkens (Heibloempjes, 1931) en de epische Pan-gedichten van Karel De Winter. Tot de laatste publicaties van Regenboog behoorden de 'memoires' Tien jaar in den Belgischen kerker (1930) en Vier jaar in 't land der Incas (1931) van August Borms. De allerlaatste was de vertaling van Drie Russische novellen (1932) van Stijn Streuvels. Een latere poging van Rigouts om een Vrije Boekengilde van linkse signatuur op te richten (1938) kwam niet van de grond. L. Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. Deel II: de twintigste eeuw, p. 107.

In een omzendbrief die het ontstaan van uitgeverij Regenboog aankondigde, stond onder andere: 'In Vlaanderen is geworden een Vlaamsch-Nationalistische uitgeversfirma REGENBOOG.' AMVC-Letterenhuis,R 296/D.

L.J. Veen

Nederlandse uitgeverij die in 1887 door Lambertus Jacobus Veen was opgericht. De firma maakte naam door werk te publiceren van o.a. Louis Couperus en Stijn Streuvels.

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907). [roman]
Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
Inhoud:
  • 1. De zaaidhede
  • 2. De wiedsters
  • 3. Bloei
  • 4. Slijting
Streuvels, Stijn, De vlaschaard (1907).
Voorpublicatie
  • De zaaidhede, in: De beweging, 1907, januari, jg. 3, dl. 1, p. 1-33
    De wiedsters, in: De beweging, 1907, februari, jg. 3, dl. 1, p. 129-166
    Bloei, in: De beweging, 1907, april, jg. 3, dl. 2, p. 5-44
    De slijting [deel I], in: De beweging, 1907, mei, jg. 3, dl. 2, p. 146-186
    De slijting [slot], in: De beweging, 1907, juni, jg. 3, dl. 1, p. 273-311.
  • De kruisdagen (fragment uit De vlaschaard) [uit 2], in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1907, februari, jg. XVII, dl. 23, p. 123-125.
  • De kruisdagen [fragment uit 2], in: Aan doctor Alfons Depla, = speciaal nummer van De Vlaamsche Vlagge, 1907, jg. XXXIII, afl. 3, p. 129-132.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], [IV] + 332 p., 20,8 x 15,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1907], Luxe-uitgave. [VIII] + 342 + [II] p., 25 x 19 cm.
  • Derde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [IV] + 243 + [I] p., 21,5 x 16 cm.
  • Vierde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1912], [IV] + 223 + [I], 21 x 15,3 cm.
  • Vijfde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1914], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,3 cm.
  • Zesde druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1917], [IV] + 259 + [I] p., 21 x 15,7 cm.
  • Zevende druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], in twee volumes: dl. I: [VIII] + 132 p.; dl. II: [VIII] + 315 + [I] p., 18,3 x 12 cm, in: Stijn Streuvels' werken, deel [4 & 5].
  • Achtste druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1926], 269 + [III] p., 21,5 x 17,2 cm.
  • Negende druk, [1932], Tielt, J. Lannoo, 357 + [III] p., 18,4 x 12,4 cm.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-345.
  • [Tiende druk], [1941], in: Stijn Streuvels's werken, deel II., Amsterdam, L.J. Veen.
  • Elfde druk, Volksuitgaven, in opdracht van Agentschap Dechenne, Tielt, J. Lannoo, 1941, 223 + [I] p., 19 x 13,3 cm.
  • Twaalfde druk, Antwerpen/Tielt, N.V. Standaard Boekhandel/J. Lannoo, [1941], 300 + [I] p., 21 x 15,3 cm, Lijsternestreeks nr. XII.
  • [Dertiende druk], J.L. Van Schaik, B[e]p[er]k, Pretoria, 1942, [IV] + 227 + [III], 18,7 x 11,6 cm.
  • [Veertiende druk] = Dertiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], [VI] + V + [I] + 197 + [III] p., 19,5 x 14,7 cm. De omslagtekening is van Paul Lateur. Met 20 p. afbeeldingen uit de film. Met een inleiding, 'De gefilmde vlaschaard', door Stijn Streuvels, p. I-V.
  • [Vijftiende druk] = Veertiende druk. 162e tot 199e duizend. Foto's [14] met speciale toelating overgenomen uit den Terra-film 'De vlaschaard'. Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1943], 208 p., 19,2 x 13,4 cm, filmeditie - Volksuitgave.
  • [Zestiende druk] = Vijftiende druk, Tielt/Antwerpen, J. Lannoo/Standaard Boekhandel, [1944], 235 + [V] p., 34 x 24,8 cm, 'Weeldeuitgave' geïllustreerd met 4 aquarellen van Albert Saverys.
  • [Zeventiende druk], [1948], In: Stijn Streuvels' verzamelde werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 5-261.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Kortrijk, 't Leieschip, p. 7-292.
  • [Achttiende druk], [1953], in: Stijn Streuvels' volledige werken. Deel VI., Amsterdam, L.J. Veen.
  • [Negentiende druk], Kortrijk, 't Leieschip, [1955], 293 + [III] p., 18,4 x 12,7 cm.
  • [Twintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1962], 303 + [I] p., 18,4 x 12,8 cm.
  • [Eenentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, 1965, 254 + [VI] p., 29,4 x 26,2 cm.
  • [Tweeëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1966], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëntwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1967], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1968], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vijventwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zesentwintigste druk], Kaapstad/Brugge - Utrecht, Romanticapers, Orion, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Zevenentwintigste druk], Orion - Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Achtentwintigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1970], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Negenentwintigste druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 495-742.
  • [Dertigste druk], Brugge - Utrecht, Desclée De Brouwer, [1972], 254 + [VI] p., 29,5 x 26,2 cm.
  • [Eenendertigste druk], [Brugge], Orion, [1974], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Tweeëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1977], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Drieëndertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1978], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm.
  • [Vierendertigste druk], Nijmegen/Brugge, Gottmer/Orion, [1980], 303 + [I] p., 18,6 x 12,6 cm.
  • [Vijvendertigste druk], Nijmegen/Beveren, Orbis en Orion, [1983], 303 + [I] p., 18,4 x 12,6 cm, filmeditie.
  • [Zesendertigste druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1985], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Zevenendertigste druk] = tweede druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1989], 275 + [I] p., 19,9 x 12,5 cm, Grote Marnixpocket nr. 285.
  • [Achtendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1993], 275 + [V] p., 19,9 x 12,5 cm.
  • [Negenendertigste druk] = derde druk bij Manteau, Het Laatste Nieuws, 2003, 223 + [I] p., 20,4 x 11,8 cm, reeks: Het Laatste Nieuws, nr. 22.
Digitaal
  • Diplomatische weergave van de eerste druk. Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, februari 2004. .
Streuvels, Stijn, Stijn Streuvels' Werken [reeks]
De nummering van 1 t/m 17 komt niet voor op de boeken; ze is ontleend aan het Nieuwsblad voor den Boekhandel en aan Veen's Fondscatalogus, waar de reeks wordt voorgesteld als: Goedkoope uitgave.
Streuvels, Stijn, Stijn Streuvels' Werken
Deel
  • De vlaschaard, Zevende druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1920], in twee volumes: dl. I: [VIII] + 132 p.; dl. II: [VIII] + 315 + [I] p., 18,3 x 12 cm, in: Stijn Streuvels' werken, deel [4 & 5].
Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908). [studie]
Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
Streuvels, Stijn, Tieghem, Het Vlaamsche lustoord (1908).
Druk
  • [Eerste druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 51 + [I] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Gent, Boek- en Steendrukkerij Fr. Vercauteren, [1908], 148 + [II] p., 17,5 x 11,5 cm.
  • [Tweede druk], Amsterdam, L.J. Veen's Uitgeversmij., [1933], 18,1 x 12,2 cm.
  • Tweede [= derde] bijgewerkte [druk], Tielt, Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo, [1932], 175 + [I] p., 18,5 x 12,3 cm.
  • [Vierde druk], in: Volledig werk. Deel II. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 743-866.
Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn. [vertaling]
[Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.
Prischwin, MichailSergejew-Zensky, SergejGorky, Maxim, Drie Russische novellen, Michail Prischwin, S. Sergejew-Zensky, Maxim Gorky (1932). Vertaald door: Streuvels, Stijn.
Druk
  • [Eerste druk], Antwerpen, Uitgeverij 'Regenboog', [1932], [IV] + 179 + [I] p., 19,8 x 15 cm.
Streuvels, Stijn, Prutske (1922). [bio]
[Derde druk] = Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1930], 269 + [III] p., 28,5 x 23,7 cm.
Extra info:
Colofon: 'Dit is de afdoende uitgaaf van "Prutske", gezet in de letter van Garamont Corps 16 uit de lettergieterij "Plantijn" te Brussel. Van deze uitgaaf werden getrokken: duizend exemplaren op mat couchépapier genummerd van 1 tot 500 voor de N.V. L.J. Veen's Uitgevers-maatschappij te Amsterdam en van I tot D voor den uitgever van "Cultura" H. Cayman te Brugge. Er werden tien exemplaren getrokken op Japansch papier, geteekend van A. tot J., elk met een oorspronkelijke aquarel van Albert Saverys, waarvan exemplaar A met al de oorspronkelijke teekeningen en de exemplaren B.C. en D geheel eigenhandig geïllustreerd door Albert Saverys. Het boek werd gedrukt op de pers van den "Eikelaar" te Kortrijk en verzorgd door den drukker Antoine Lins; voltooid in den zomer van het Jaar negentien honderd honderd dertig.'
Inhoud:
  • 1. In den dop
  • 2. Op den drempel der wereld-halle
  • 3. Het poppengezin
  • 4. Het dagelijksch bedrijf
  • 5. Het winterhalfjaar
  • 6. De twee geitjes
  • 7. Het zomerhalfjaar
  • 8. Het ontwikkelen der persoonlijkheid
  • 9. Afscheid
Streuvels, Stijn, Prutske (1922).
Voorpublicatie
  • In den dop, in: De Gids, 1920, december, jg. 84, nr. 12, p. 335-349.
  • Op den drempel der wereld-halle, in: De Stem, 1922, april, jg. 2, p. 362-374.
  • Het poppengezin, in: De Stem, 1922, mei, jg. 2, p. 385-416.
  • Het dagelijksch bedrijf, in: De Beiaard, 1922, dl. II, september, jg. 7, p. 161-176.
  • Het winterhalfjaar, in: Vlaamsche Arbeid, 1922, Nieuwe Reeks, oktober, jg. 17, p. 364-384.
  • De twee geitjes, in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 32 (1922), deel 64, p. 173-188 (september) onder de titel: 'Prutske en de geitjes'.
  • Het zomerhalfjaar, in: De Stem, 1922, november, jg. 2, p. 980-1012.
  • Het ontwikkelen der persoonlijkheid, in: De Stem, 1922, oktober, jg. 2, p. 885-914.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1922], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Tweede druk], titeluitgave van eerste druk, Amsterdam, L.J. Veen; Kortrijk, Zonnewende, [1929], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Derde druk] = Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1930], 269 + [III] p., 28,5 x 23,7 cm.
  • [Vierde druk], [1941], in: Stijn Streuvels' Werken. Deel II, Kortrijk, Zonnewende, p. 349-649.
  • [Vijfde druk], Tielt-Antwerpen, J. Lannoo, Standaard-Boekhandel, 1945, 227 + [I] p., 17,3 x 13 cm.
  • [Zesde druk], [1948], In: Stijn Streuvels' Verzamelde Werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 263-487.
  • [Zevende druk], [1953], In: Streuvels' Volledige werken. Deel VII., Kortrijk, 't Leieschip, p. 179-428.
  • Achtste druk, [1957], [Brugge], Desclée De Brouwer, 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Negende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1961], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Tiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1962], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Elfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1966], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Twaalfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1967], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Dertiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Nijmegen - Brugge], Orion, Desclée De Brouwer, [1971], 262 + [II] p., 18,5 cm x 12,7 cm.
  • [Veertiende druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 127-335.
  • [Zestiende druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1986], 234 + [VI] p., 20,5 x 12,5 cm.
Streuvels, Stijn, Reinaert de vos, Naar de handschriften van het middeleeuwsche epos herwrocht door Stijn Streuvels (1907). [bewerking]
Met een inleiding van Prof. Dr. J.W. Muller en verlucht met randen en teekeningen door B.W. Wierink, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [VI] + 28 + 184 p., 33 x 25 cm. Luxe-uitgave.
Streuvels, Stijn, Reinaert de vos, Naar de handschriften van het middeleeuwsche epos herwrocht door Stijn Streuvels (1907).
Voorpublicatie
  • Eerste vijf hoofdstukken verschenen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, nr. 3, januari 1907, Eerste blad, C.
Druk
  • Amsterdam, G. Schreuders (voor de Mij voor Goede en Goedkoope Lectuur), [1907], 219 + [IX] p., 18,4 x 12,3 cm. Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, [1910], 214 + [VIII] p., 18,3 x 11,5 cm, Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1918, 206 + [X] p., 18,3 x 11,9 cm. Nederlandsche Bibliotheek onder leiding van L. Simons, Nos. XI-XII.
  • Brussel, [Arbeiderspers], [1956], [II] + 228 + [IV] p., 18,5 x 11,5 cm, Reinaert-Reeks, nr. 64.
  • Uyt het Middelnederlandsch in verstaanbaar Vlaamsch herschreven door Stijn Streuvels en uitgegeven door het Davidsfonds in 't jaar O.H. M.C.M.X. Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, 200 p., 28,2 x 22 cm. Nr. 167 van de Davidsfonds-uitgaven.
  • Uyt het Middelnederlandsch in verstaanbaar Vlaamsch herschreven door Stijn Streuvels en uitgegeven door het L.J. Veen te Amsterdam in 't jaar O.H. M.C.M.XI. Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne.
  • Met een inleiding van Prof. Dr. J.W. Muller en verlucht met randen en teekeningen door B.W. Wierink, Amsterdam, L.J. Veen, [1910], [VI] + 28 + 184 p., 33 x 25 cm. Luxe-uitgave.
  • Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, Amsterdam, L.J. Veen, in 't jaar O.H. M.C.M.XXI, 170 + [II] p., 28 x 22 cm.
  • Opgeluisterd met teekeningen door Gustaaf van de Woestijne, [Brugge-Utrecht], Desclée De Brouwer, [1969], 142 + [X] p., 20 x 27 cm.
  • Fragment. Gedrukt ter N.V. Drukkerij 'Vada' te Wageningen, in het jaar MCM.XXVIII, 16 p., 23,8 x 15,7 cm.

Naam - instituut/vereniging

Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen

Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), vereniging zonder winstoogmerk (vzw), opgericht in april 1929 te Antwerpen. Initiatiefnemers waren August Vermeylen en Maurice Roelants, die toen respectievelijk voorzitter en secretaris van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen waren. Medestichters uit de uitgeverswereld waren Maurits de Meyer, Eugène De Bock, Joris Lannoo, Lode Opdebeek, Gabriël Opdebeek, Leo Kryn, Marcel Stijns, Leo Simons, Kamiel Geerardijn en Herman Oosterwijk. Vanuit de boekhandel waren Gustaaf de Graeve, Armand Roggen, Willem Rombout, Jan Van der Leest, Jozef Verhelst en L. Smeding betrokken. Eerste voorzitter werd de Nederlander Smeding, opgevolgd door achtereenvolgens Kryn (1931-1940), Adolf Herckenrath (1945-1951), Emiel Courtin (1952-1954, 1964-1966 en 1975-1976), De Meyer (1955-1956), De Bock (1956-1957), Van Garsse (1957-1960), Jan François (1961-1963 en 1976-1978), Karel De Bock (1966-1974 en 1982- 1985), René Reysen (1979-1982), Marcel Cornu (1985-1987), Marcel Mertens (1987-1989), Isi de Vries (1989-1991), Gilbert Goris (1992-1995) en Luc Demeester (1995-). Ook de naoorlogse directeur Antoon Wouters (1949-1988) speelde een belangrijke rol. Met de VBVB wilden de uitgevers de Vlaamse achterstand inhalen, gezien de Franstalige dominantie in het Cercle belge de la Librairie (1883) en in het Syndicat des Editeurs belges/Syndicaat der Belgische Uitgevers (1921). De oprichting van de VBVB kwam tegemoet aan het doorvoeren van een professionalisering in de Vlaamse uitgeverij en boekhandel. De letterkundigen werden meteen bij aanvang nauw bij de VBVB betrokken, omwille van de overtuiging dat de vereniging een belangrijke rol te spelen had in de Vlaamse sociaal-culturele ontvoogding. Tussen 1929 en 1931 steeg het ledenaantal van 22 naar 83 boekhandelaren en uitgevers. De VBVB begon in 1929 haar werking met de uitgave van een vaktijdschrift voor het boekbedrijf. De eerste activiteiten voor een ruimer publiek waren enerzijds de jaarlijkse uitgave van Het Boek in Vlaanderen (een overzicht van de voorbije publicaties) en anderzijds de organisatie van de jaarlijkse Boekenweek, beide in 1930. Dit laatste leidde in 1932 tot het organiseren van de eerste Boekenbeurs voor Vlaanderen, waarop jonge Vlaamse uitgevers en Nederlandse importeurs hun jongste Nederlandstalige publicaties konden voorstellen. Enkel tijdens de Tweede Wereldoorlog zou deze Boekenbeurs niet doorgaan.