[2]
In 1925 werd van start gegaan met de uitgave van
Guido Gezelle's Dichtwerken. Dit was een heruitgave van het volledige werk van Gezelle, in 10 delen, ter ere van de vijfentwintigste verjaardag van diens dood.
- In juli 1925 verschenen:
- 1. Dichtoefeningen. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 2. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- in augustus 1925 verschenen:
- 3. Gedichten, gezangen, gebeden en kleengedichtjes. Zevende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 4. Liederen, eerdichten en reliqua. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 5 en 6. Tijdkrans. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. 2 boekdelen
- in september 1925 verschenen: 7 en 8. Rijmsnoer. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, 1925. 2 boekdelen
- in oktober 1925 verschenen:
- 9. Hiawadha's lied. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
- 10. Laatste verzen. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
Deze uitgave was een samenwerking tussen Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo in Tielt en Uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam.
Op 30 januari 1925 schreef Abramsz aan Streuvels: Alvorens mij met drukker en papierhandelaar over Gezelle 1/10 te verstaan, zou ik U gaarne, natuurlijk met Uw goedkeuring, mijn plan eerst willen voorleggen. Teneinde eens van mijn ongeveer 2000 ex. 11/14 af te komen, zou ik 2000 ex. willen drukken van 1/10 en 1000 extra 1/10 om, als die 2000 1[1]/14 eventueel weg zijn, dan verder alleen 1/10 te verkoopen. Ik bemerk uit Uw schrijven, dat U voor België ook 1/10 noemt en dus 11/14 onuitgegeven laat, [...] Ik MOET voor mijn 3000 ex. natuurlijk bij Thieme terecht komen, omdat deze 11/14 heeft gedrukt. Vindt U mijn plan goed, dan kan ik U den prijs voor België der 2000 ex. opgeven, nadat ik met Thieme heb onderhandeld en daarna een concept-contract opmaken, wanneer ik den ingenaaiden verkoopsprijs voor Nederland heb bepaald. Alvorens iets te doen, wacht ik eerst Uw antwoord. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
In Kort overzicht van de geschiedenis van L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V Amsterdam (1947) lezen we op p. 68 van de catalogus: Guido Gezelle, Dichtwerken. 1925. XIV dln. Guido Gezelle's Dichtwerken waren in Nederland in 14 delen verschenen, de 10 delen die in 1925 opnieuw uitgegeven werden, met 4 bijkomende deeltjes Gelegenheidsgedichten. Dit wordt bevestigd in een brief van de firma Veen aan Streuvels van 13 januari 1925: mijn 2000 ex. Gezelle 11/14 (Gelegenheidsgedichten, kleine uitgave). Deze gedichten verschenen voor de eerste maal in 1912 bij Veen: Guido Gezelle, Gelegenheidsgedichten. Amsterdam, L.J. Veen, 1912. In 1913 verscheen een tweede, in 1915 een derde druk.
Op 10 maart 1933 schreef de Amsterdamse firma L.J. Veen aan Lannoo (= brief nr. 1): Ik heb alleen nog wat Gezelle 7 deelen gebonden te missen. Ik zou zeggen, neem b.v. 25 stel, voorloopig niet meer, en verkoop ze niet te goedkoop.
Ik zou moeten hebben Fl. 10. = per ex.; ingenaaid is afgeloopen, alleen 7 deelen geb. (niet 5) zijn leverbaar.
Als U om kleine Gezelle, Bloemlezing verlegen zit kan ik wel een postpakket maken. Of misschien hebt U gelijk met Gezelle, 7 dln. geb. nog wat op te geven?
Als U door die 25 stel heen bent zijn er nog wel 25 stel beschikbaar, maar kalmpjes aan is in deze tijden het beste.
Ik zou de korting van Gezelle, 7 dln. geb. niet te hoog stellen, en den verkoopsprijs met dien in Nederland Fl. 17.50 = Frs. 250. = in overeenstemming brengen.
Waarom hebt U mij niet eerst gewaarschuwd alvorens den Heer Lateur over dien nieuwen druk van Gezelle te spreken? Brief in Archief Joris Lannoo te Tielt, classeur 3, briefwisseling V-Z, 1932-1933
[6]
In Oorlogstijd is het dagboek van Streuvels, dat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog bijhield en waarvan stukken verschenen in
De Vlaamsche Post. Precies deze stukken veroorzaakten een ware commotie over de al dan niet Duitsgezindheid van Streuvels. In
Ingoyghem II schreef Streuvels:
De polemiek was begonnen bij de uitgeweken Belgen in Holland, met aanvallen en verweer langs twee kanten, — een onverkwikkelijke nasleep van hatelijke vitterijen. Hij besluit:
[...] dat in oorlogstijd de waarheid niet mag verkondigd worden. En dan wel en vooral omdat de vaderlandsliefde het vereist. Stijn Streuvels, Ingoyghem II, p. 9
Op 19 februari 1932 schreef Abramsz van de Amsterdamse uitgeversmaatschappij Veen aan Streuvels dat deel 1 van Streuvels' oorlogsdagboek In Oorlogstijd ontbrak. Hij zou het willen herdrukken, indien er iemand in België belangstelling zou hebben. Abramsz dacht onmiddellijk aan de Tieltse uitgeverij Lannoo. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
Slechts het eerste deeltje kende een herdruk.