<Resultaat 886 van 2531

>

Waarde Heer Lateur,
Ik ontving van den Heer Abramsz, sedert mijn Amsterdamsche reis geen... woord![1] Het komt er nu toch niet op aan: de prijs kan er door en er is middel er mee te werken. Ik neem de uitgave aan! Ik meen, dat we hier best zouden 75 fr[ank] verkoopprijs stellen, want ik zal nog een heele reeks onkosten van verpakking, verzending, taks, enz[ovoort] hebben. En dan wordt de verkoopprijs der gebonden ex[emplaren] 110 fr[ank]-- Het spijt me dat de uitgave zoo verschijnt zonder losse nummers voor het onderwijs naar keus van de leeraars. Wat in elk geval tijdens het verlof zou moeten verschijnen is een herdruk van de schooluitgave van Kerkhofblommen[2] en dan mogelijks in den loop van het volgend jaar indien de tijden eenigszins overeind blijven, misschien een afzonderlijke druk van een ander deel met een inleiding voor den leerling.[3] Om afzonderlijk de Gelegenheidsged[ichten] te drukken voel ik vooralsnog geen lust: ik heb voor de kooplustigen nog voldoende ex[emplaren] in 14 deelen, waaruit ze koopen kunnen.[4]
Hierbij gaan onder afzonderlijken omslag de 3 deelen Dichtoefeningen (= 18 fr[ank]). Ik trek deze kleine som af van de betaling van deze maand, dus niet storten.[5]
Vertelsels uit het hooge Noorden. Bestaat reeds geen boek met dien titel? Ik droeg het gister bij De Vaere, terwijl ik toch bij d[e ]h[eer] Lootens moest zijn. We krijgen eerst een paar proeven van illustratiewerk, vooraleer hij definitief opdracht krijgt. Wil intusschen zeggen welke uw voorwaarden zijn voor deze uitgave.[6]
Het boek over de molens. Ik heb dadelijk het handschrift terug ontvangen. De uitgave lijkt me een gewaagde zaak in dezen tijd. Kan ik het boek bekomen zonder eereloon en met de noodige illustraties, dan kan dat misschien er door. Ik laat de clichés maken van de foto's door den schrijver[7] geleverd. De uitgave kan naar mijn oordeel hoogstens 500 ex[emplaren] [bedragen] en dan ben ik nog niet overtuigd, dat ze er doorgaat. Ik meen ook, dat de uitval op d[e ]h[eer] Debruyn van V[laamsche Toeristenbond], hoe gewettigd ook, best zou achterwege blijven, omdat we langs V[laamsche Toeristenbond] een goed afzetgebied zouden missen voor deze gewaagde uitgave. Hebt gij met d[e ]h[eer] Vindevogel nu een ander inzicht in deze uitgave, dan verneem ik dat wel. Ook die Heer Braet uit Oostcamp zei, dat molenaars geen boekenkoopers zijn en dat zou dus het experiment zijn in hoever ze koopers zijn van een boek van een collega over hun vak.[8]
Hoogachtend gegroet.
(handtekening Joris Lannoo)

Annotations

[1] Joris Lannoo reageert hier op de brief van Streuvels van 3 juli 1933.
[2] Lannoo wou een nieuwe uitgave brengen van Kerkhofblommen van Guido Gezelle. Hij deed dit voorstel reeds in zijn brief aan Streuvels van 11 augustus 1932. Cf. voor de afloop van deze kwestie o.a. de brief van Streuvels aan Lannoo van 12 oktober 1933.
[3] Dit is vermoedelijk niet gebeurd.
[4] In 1925 werd van start gegaan met de uitgave van Guido Gezelle's Dichtwerken. Dit was een heruitgave van het volledige werk van Gezelle, in 10 delen, ter ere van de vijfentwintigste verjaardag van diens dood.
  • In juli 1925 verschenen:
    • 1. Dichtoefeningen. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 2. Kerkhofblommen. Zestiende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
  • in augustus 1925 verschenen:
    • 3. Gedichten, gezangen, gebeden en kleengedichtjes. Zevende druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 4. Liederen, eerdichten en reliqua. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 5 en 6. Tijdkrans. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]. 2 boekdelen
  • in september 1925 verschenen: 7 en 8. Rijmsnoer. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, 1925. 2 boekdelen
  • in oktober 1925 verschenen:
    • 9. Hiawadha's lied. Vijfde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
    • 10. Laatste verzen. Zesde druk. Tielt, J. Lannoo, s.d. [1925]
Deze uitgave was een samenwerking tussen Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo in Tielt en Uitgeverij L.J. Veen in Amsterdam.
Op 30 januari 1925 schreef Abramsz aan Streuvels: Alvorens mij met drukker en papierhandelaar over Gezelle 1/10 te verstaan, zou ik U gaarne, natuurlijk met Uw goedkeuring, mijn plan eerst willen voorleggen. Teneinde eens van mijn ongeveer 2000 ex. 11/14 af te komen, zou ik 2000 ex. willen drukken van 1/10 en 1000 extra 1/10 om, als die 2000 1[1]/14 eventueel weg zijn, dan verder alleen 1/10 te verkoopen. Ik bemerk uit Uw schrijven, dat U voor België ook 1/10 noemt en dus 11/14 onuitgegeven laat, [...] Ik MOET voor mijn 3000 ex. natuurlijk bij Thieme terecht komen, omdat deze 11/14 heeft gedrukt. Vindt U mijn plan goed, dan kan ik U den prijs voor België der 2000 ex. opgeven, nadat ik met Thieme heb onderhandeld en daarna een concept-contract opmaken, wanneer ik den ingenaaiden verkoopsprijs voor Nederland heb bepaald. Alvorens iets te doen, wacht ik eerst Uw antwoord. Brief in Letterenhuis, S 935/B2/Veen
In Kort overzicht van de geschiedenis van L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij N.V Amsterdam (1947) lezen we op p. 68 van de catalogus: Guido Gezelle, Dichtwerken. 1925. XIV dln. Guido Gezelle's Dichtwerken waren in Nederland in 14 delen verschenen, de 10 delen die in 1925 opnieuw uitgegeven werden, met 4 bijkomende deeltjes Gelegenheidsgedichten. Dit wordt bevestigd in een brief van de firma Veen aan Streuvels van 13 januari 1925: mijn 2000 ex. Gezelle 11/14 (Gelegenheidsgedichten, kleine uitgave). Deze gedichten verschenen voor de eerste maal in 1912 bij Veen: Guido Gezelle, Gelegenheidsgedichten. Amsterdam, L.J. Veen, 1912. In 1913 verscheen een tweede, in 1915 een derde druk.
[5] O.a. honorarium voor Prutske. Deze luxe-editie werd verdeeld over uitgeversmaatschappij L.J. Veen en H. Cayman. Beiden gaven 500 exemplaren uit onder hun naam. De niet verkochte exemplaren (een partij van 216 exemplaren en een partij van 200 exemplaren) wil Streuvels — twee jaar later — aan Lannoo aanbieden. In 1930 stelde Streuvels Lannoo voor, de vijfhonderd exemplaren voor België uit te geven. Dit durfde Lannoo niet aan en de uitgave kwam in handen van H. Cayman te Brugge. Blijkbaar kende de verkoop geen groot succes, aangezien H. Cayman zijn niet verkochte partijen (216 exemplaren) in 1932 kwijt wilde. Volgens het verkoopcontract van de luxe-editie van Prutske zal Lannoo 416 exemplaren aan 50 fr. per exemplaar kopen. De manier van betaling geschiedde via maandelijkse aflossingen van 500 fr. Precies n.a.v. deze maandelijkse (niet-)betalingen kwam het tussen Streuvels en Lannoo in november 1934 tot een onenigheid.
[6] Cf. antwoord van Streuvels in zijn brief aan Lannoo van 7 juli 1933. Van Vertelsels uit het Hooge Noorden bestond inderdaad reeds een boek, namelijk: P. Chr. Asbjörnsen en J. Moe, Vertelsels uit het Hooge Noorden. Antwerpen, Het Vlaamsche land, 1922, 58 pp. Uit de reeks Vlaamsche jeugd. Vertaald door M.E. Belpaire. Geïllustreerd door Sam. De Vriendt.
Toch verscheen Streuvels' vertaling in 1934, niet bij Lannoo maar bij uitgeverij Pax uit Den Haag onder de titel Sagen uit het hooge Noorden.
[7] Vindevogel. Van Vindevogel was er bij Lannoo een manuscript over molenaars ter lezing. Hector Vindevogel, alias Torie Mulders scheef een paar boeken maar kon er slechts één publiceren, nl. Honderd jaar dorpskroniek van Tiegem (1945). H. Speliers, Dag Streuvels, p. 495
[8] Cf. antwoord van Streuvels in zijn brief aan Lannoo van 7 juli 1933.

Register

Naam - persoon

Abramsz, A.P. (° 1887 - ✝ 1938)

Directeur van de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen.

Dhr. Abramsz trad in 1888 toe tot de Nederlandse uitgeverij L.J. Veen. Aanvankelijk bestond zijn taak uit het colporteren van boeken. Zijn persoonlijke voorkeur ging uit naar de werken van Marie Corelli en Hall Caine. Na het overlijden van de stichter L.J. Veen, werd Abramsz bedrijfsleider. Toen in 1930 het bedrijf in een naamloze venootschap werd omgezet, werd hij tot directeur benoemd. Na bijna vijftig jaar zich ijverig ingezet te hebben voor deze zaak, overleed Abramsz in 1938.

Braet (° Ismaning, 1900-09-28 - ✝ Warna, 1974-08-15)

Duits schrijver en communist. Hij werd lid van de Communistische Partij. Van 1932 tot 1939 verbleef hij als Comintern vertegenwoordiger in China. In de jaren '40 tot na de dood van Stalin verbleef hij in de Soviet-Unie. In 1954 keerde hij terug naar de DDR.

De Vaere, Antoon (° 1900 - ✝ 1989)

West-Vlaamse schilder, vooral bekend om zijn afbeeldingen van landschappen en dieren. Hij werkte ook als tekenaar en illustrator. In zijn woning in Damme stichtte hij een zeevaartmuseum, waar Stijn Streuvels (en o.m. ook Ernest Claes en andere schijvers en kunstenaars) geregeld te gast waren.

Debruyn

Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)

Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Lootens, Jozef (° Oostrozebeke, 1882-04-08 - ✝ Oostrozebeke, 1955-03-16)

Beroep?

Jozef Lootens volgde humaniorastudies aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk, onder anderen bij Robrecht De Smet en Caesar Gezelle. Onder invloed van deze laatste werd Lootens in het schooljaar 1900-1901 preses van de Société littéraire. In zijn openingstoespraak, Over ons West-Vlaamsch, versterkte hij de particularistische neiging van Gezelle als het ware nog. Na zijn humaniora vestigde hij zich in zijn geboortedorp om in de zaken te gaan. Van huis uit gewoon aan een verfijnde culturele sfeer - Jan Craeynest, Ernest Brengier, later Cyriel Verschaeve, De Smet en vele andere Vlaamse prominenten kwamen daar aan huis - bleef hij stelselmatig bouwen aan een geestelijke kring om zich heen. In 1902 nam hij deel aan de Groeninge-feesten in Kortrijk en ontving hij de Zuid-Afrikaanse delegatie van het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres dat toen in Kortrijk plaatsvond. Van 1908-1909 af dateerde zijn vriendschap met Verschaeve, die veertig jaar zou duren. Lootens, die een libretto op Gudrun van Albrecht Rodenbach had geschreven, waarbij de componist Brengier later de muziek maakte, heeft het streven van Verschaeve gedurende diens hele leven volop gesteund. Die verbondenheid zou steeds dieper en intenser worden. In 1911 en 1923 bemiddelde Lootens in het bisdom Brugge voor een eventuele benoeming van de kapelaan. De Verbiest-feesten van 1913 in Pittem droegen ook al zijn stempel. Na de Eerste Wereldoorlog liet Lootens zich bepraten, onder meer door Verschaeve, om zich in 1921 in het arrondissement Tielt ná Joris Van Severen op de lijst van de Frontpartij te laten plaatsen. Het werd voor de zachtmoedige man een mislukking, al bleef hij aan de Vlaams-nationale lijstvorming tot in 1932 zijn steun verlenen. In de jaren 1930 zorgde hij royaal voor de financiering van uitgeverij De Zeemeeuw te Brugge (met Martha Van de Walle en zijn zuster Maria Lootens), die onder meer van 1934 af het Verzameld Werk van Verschaeve uitgaf. Lootens was tevens de inspirator van de reeks Dietsche Gestalten, die Verschaeve in 1933-1935 schreef voor het tijdschrift Dietbrand. Hij bouwde een studio in zijn tuin Musis Sacrum (de Visscherie), waar de kapelaan van Alveringem op bezoek kwam en de afgietsels van zijn beeldhouwwerk stonden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen in 1943 de positie van Verschaeve zowel vervreemd als fel aangevochten was, bleef Lootens een trouwe vriend. In de bevrijdingsdagen van 1944 werd zijn huis aangevallen. Een groot gedeelte van zijn omvangrijk archief en uitgebreide bibliotheek kon echter worden gered. Na zijn dood in 1955 nam Maria Lootens het beheer over en zorgde er in de jaren 1960 voor dat deze belangrijke documenten ondergebracht werden in het Jozef Lootensfonds.

Mulders, Torie (° 1883-07-05 - ✝ 1961-01-21)

Torie Mulders was de roepnaam van Hector Vindevogel. Hij was de laatste eigenaar/molenaar van de (verdwenen) Bergmolen op de Tiegemberg in Tiegem (Anzegem). Hij schreef enkele studies over windmolens en was ook toneelspeler en -regisseur. Vindevogel was bevriend met Stijn Streuvels, die vanuit zijn raam een panoramisch zicht had op de Tiegemberg.

Op 29 augustus 1936 werd tijdens de opnamen van de film 'Het kwade oog' (naar een scenario van Herman Teirlinck en met cineast Charles de Keukeleire) de Bergmolen omgetrokken. Valerius De Saedeleer en Stijn Streuvels protesteerden tegen deze sloop. Anderzijds had Stijn Streuvels een en ander met Torie afgesproken op verzoek van zijn vriend Herman Teirlinck.

Bron: http://www.molenechos.org/verdwenen/molen.php?AdvSearch=4952

Titel - werken van Streuvels

Streuvels, Stijn, Prutske (1922). [bio]
[Derde druk] = Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1930], 269 + [III] p., 28,5 x 23,7 cm.
Extra info:
Colofon: 'Dit is de afdoende uitgaaf van "Prutske", gezet in de letter van Garamont Corps 16 uit de lettergieterij "Plantijn" te Brussel. Van deze uitgaaf werden getrokken: duizend exemplaren op mat couchépapier genummerd van 1 tot 500 voor de N.V. L.J. Veen's Uitgevers-maatschappij te Amsterdam en van I tot D voor den uitgever van "Cultura" H. Cayman te Brugge. Er werden tien exemplaren getrokken op Japansch papier, geteekend van A. tot J., elk met een oorspronkelijke aquarel van Albert Saverys, waarvan exemplaar A met al de oorspronkelijke teekeningen en de exemplaren B.C. en D geheel eigenhandig geïllustreerd door Albert Saverys. Het boek werd gedrukt op de pers van den "Eikelaar" te Kortrijk en verzorgd door den drukker Antoine Lins; voltooid in den zomer van het Jaar negentien honderd honderd dertig.'
Inhoud:
  • 1. In den dop
  • 2. Op den drempel der wereld-halle
  • 3. Het poppengezin
  • 4. Het dagelijksch bedrijf
  • 5. Het winterhalfjaar
  • 6. De twee geitjes
  • 7. Het zomerhalfjaar
  • 8. Het ontwikkelen der persoonlijkheid
  • 9. Afscheid
Streuvels, Stijn, Prutske (1922).
Voorpublicatie
  • In den dop, in: De Gids, 1920, december, jg. 84, nr. 12, p. 335-349.
  • Op den drempel der wereld-halle, in: De Stem, 1922, april, jg. 2, p. 362-374.
  • Het poppengezin, in: De Stem, 1922, mei, jg. 2, p. 385-416.
  • Het dagelijksch bedrijf, in: De Beiaard, 1922, dl. II, september, jg. 7, p. 161-176.
  • Het winterhalfjaar, in: Vlaamsche Arbeid, 1922, Nieuwe Reeks, oktober, jg. 17, p. 364-384.
  • De twee geitjes, in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 32 (1922), deel 64, p. 173-188 (september) onder de titel: 'Prutske en de geitjes'.
  • Het zomerhalfjaar, in: De Stem, 1922, november, jg. 2, p. 980-1012.
  • Het ontwikkelen der persoonlijkheid, in: De Stem, 1922, oktober, jg. 2, p. 885-914.
Druk
  • [Eerste druk], Amsterdam, L.J. Veen, [1922], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Tweede druk], titeluitgave van eerste druk, Amsterdam, L.J. Veen; Kortrijk, Zonnewende, [1929], 231 + [I] p., 21,5 x 15,8 cm.
  • [Derde druk] = Tweede druk, Amsterdam, L.J. Veen, [1930], 269 + [III] p., 28,5 x 23,7 cm.
  • [Vierde druk], [1941], in: Stijn Streuvels' Werken. Deel II, Kortrijk, Zonnewende, p. 349-649.
  • [Vijfde druk], Tielt-Antwerpen, J. Lannoo, Standaard-Boekhandel, 1945, 227 + [I] p., 17,3 x 13 cm.
  • [Zesde druk], [1948], In: Stijn Streuvels' Verzamelde Werken. Deel II., Kortrijk, Zonnewende, p. 263-487.
  • [Zevende druk], [1953], In: Streuvels' Volledige werken. Deel VII., Kortrijk, 't Leieschip, p. 179-428.
  • Achtste druk, [1957], [Brugge], Desclée De Brouwer, 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Negende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1961], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Tiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1962], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Elfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1966], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Twaalfde druk, titeluitgave van de achtste druk, [Brugge], Desclée De Brouwer, [1967], 262 + [II] p., 18,5 x 12,7 cm.
  • Dertiende druk, titeluitgave van de achtste druk, [Nijmegen - Brugge], Orion, Desclée De Brouwer, [1971], 262 + [II] p., 18,5 cm x 12,7 cm.
  • [Veertiende druk], in: Volledig werk. Deel III. Brugge-Utrecht: Uitgeverij Orion, N.V. Desclée De Brouwer, [1972], p. 127-335.
  • [Zestiende druk] = eerste druk bij Manteau, Antwerpen, Manteau, [1986], 234 + [VI] p., 20,5 x 12,5 cm.
Streuvels, Stijn, Sagen uit het hooge Noorden (1934). [vertaling]
[Eerste druk], Den Haag-Brussel, Uitgeverij 'Pax', [1934], 216 p., 19,8 x 13,6 cm.
Streuvels, Stijn, Sagen uit het hooge Noorden (1934).
Druk
  • [Eerste druk], Den Haag-Brussel, Uitgeverij 'Pax', [1934], 216 p., 19,8 x 13,6 cm.

Naam - instituut/vereniging

Vlaamse Toeristenbond (V.T.B.)

De Vlaamse Toeristenbond (V.T.B.) is een in 1922 opgerichte vereniging zonder winstoogmerk, die het toerisme onder de Vlamingen en het reizen in het Vlaamse land wil bevorderen. De leiding van deze in 1930 meer dan 100.000 leden tellende organisatie was toen in handen van Jozef Van Overstraeten. In 1934 smolt de V.T.B. samen met de Vlaamse Automobilistenbond (V.A.B.). De V.T.B - V.A.B. bestaat nog steeds en heeft haar hoofdzetel in Antwerpen.