THIELT, 12 Januari 1934.
Waarde Heer Lateur,
Hierna vindt U opgave van den voorraad uwer werken bij mij: Herinneringen: 1835 ex[emplaren] Jaar Nul 2150 ex[emplaren]; Tolstoï's Vertellingen 1760 ex[emplaren]; Bruidslied 3030 ex[emplaren]; Rusische Novellen 1250 ex[emplaren]; Vlaschaard 3750 ex[emplaren]; Tieghem 3600 ex[emplaren]; Vroolijke knaap 2200 ex[emplaren]; Geluk in 't Huishouden 2200 ex[emplaren] --- Van deze werken zijn nog ex[emplaren] bij Veen en we hebben onderling een overeenkomst van elkaar te opruimen zoolang de voorraad niet heel en al uitgeput is in Noord en Zuid. --
Betalingen. - Ik ben verplicht geweest twee groote schuldenaars te betrekken. Betalen zullen ze natuurlijk moeten, doch dat komt dan neer op een bepaalde som per maand. De uitspraak moet nog afgewacht worden.
Intusschen hoogachtend gegroet.
(handtekening Joris Lannoo)