19 11 '41.
Geachte Heer Lateur,
Morgen zenden wij U de laatste proef van "De Vlaschaard": precies 304 bl[ad]z[ijden] Het wordt een lijvig, doch voornaam boek.
Gister besprak ik met d[e ]h[ee]r De Meyer nog een en ander. Dat alles niet vlugger gaat, ligt aan het moeilijk verkeer en de drukte waarin we leven. De rush naar boeken houdt aan. Totnogtoe is geen schijn van meeningsverschil tusschen ons geweest, maar gister zijn wij een heel eind opgeschoten. Om vlugger te gaan, vraagt d[e ]h[ee]r
De Meyer, dat ik het akkoord zou opmaken en met U afsluiten. Wij maken onder ons een akkoord, dat onze wederzijdsche verplichtingen vastlegt en zoo is voor U de toestand dezelfde. Ik ben zinnens dit akkoord heden of morgen avond rustig op te maken en U op te sturen, zoodat U er over oordeelen kan.[1] Daar mijn Vrouw aanstaanden Maandag met een auto naar het Kortrijksche reist om haar Dokter te raadplegen, zou ik ook naar Kortr[ijk] medereizen, indien U dien dag naar K[ortrijk] komt of kunt komen: het zou mijns inziens wenschelijk zijn, dat wij elkaar daarover zouden kunnen spreken. De omslag zal deze week definitief geteekend zijn en ik zou dan Maandag ook de teekening medebrengen; indien geen veranderingen moeten aangebracht worden, zal de aanbieding reeds acht dagen later beginnen met een drietal maketten enz[ovoort]
Zooals we beiden verlangen moet op den omslag een cijfer komen: het volgn[umme]r in chronologische orde voor elk werk. Volgens mijn documentatie is "De Vlaschaard" n[umme]r 14.[2] Wilt U goed de lijst van uw werken, die op de laatste bl[ad]z[ijden] van de nieuwe proef zal voorkomen, nazien, omdat deze volgorde voor de andere werken zal gebruikt worden bij het nummeren. Gister kreeg ik van d[e ]h[ee]r
De Meyer reeds "Teleurgang" mede en ook "Lenteleven". Wordt aan dit laatste werk niets veranderd?
Ook voor de gebonden ex[emplaren] wordt gezorgd, zoodat alles in eens op de markt komt[.] Ik stel tevens voor dat de 50 luxe-ex[emplaren] zouden door U geteekend worden.
[2]
Ook Dechenne heeft een aangeteekend schrijven ontvangen,[3] waarop ik antwoordde toen ze mij vroegen wat ze moesten denken of antwoorden: dat ze gerust mochten zijn, dat Veen niet meer te zeggen had in een heruitgave van "De Vlaschaard", dan om het even wie in Zuid- of Noord-Nederland. Indien ze U last aandoen, kunnen ik en d[e ]h[ee]r De Meyer eens secuur opzoeken, hoeveel van de oplage, die 15 jaar geleden gecontracteerd werd, door ons beiden afgezet werd. Het zou gemakkelijk kunnen dat we meer dan de heele oplage verkocht hebben en dat zou het sterkste bewijs zijn! We zullen dit echter slechts doen, indien ze U last aandoen, want vooral bij ons nu het jaren geleden is, dat we voor uw werken nog propaganda gemaakt hebben, zou het lang opzoeken vragen, maar dan zou ik het met genoegen laten doen.
Dezen namiddag nog komt de teekenaar[4] en ik maak alles met hem effen. Is het volstrekt noodig, dat de hoofdstukken genummerd worden: ik vrees dat het technisch minder goed zal voorkomen? Volgens mij zouden de titels ruim volstaan, omdat het heele werk één brok uitmaakt en geen verschillende novellen of verhalen.
Titelpagina en bl[ad]z[ijde] 4 met kolofoon[5] worden ook vooraf in proefvorm aan U bezorgd.
De heele reeks zal uit den Holl[andschen] Medievalletter 14 punt gezet worden, maar soms met een kleinere bladspiegel, zoodat de heele reeks zooveel mogelijk dezelfde schijnt te zijn en ook werkelijk is.
Mogelijks tot aanst[aande] Maandag! U zegt me waar wij elkaar kunnen aantreffen. Daarna kunnen we maar pogen ergens rustig onder elkaar alles te kunnen bespreken, misschien bij een vriend van mij op de Vercruysselaan[.][6]
Met beste groeten en hoogachtend,
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Lannoo en De Meyer ontmoetten elkaar op de boekenbeurs te Antwerpen. Cf. verder de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van 27 november 1941.
[3]
Het betreft hier een aangetekende brief van de Amsterdamse firma L.J. Veen, d.d. 8 november 1941. (Een afschrift van deze brief wordt bewaard in het Letterenhuis, S 935/B2/Veen.) Bij het distributie-agentschap Dechenne, dat een monopoliepositie verworven had, werd de elfde druk van De vlaschaard te koop gesteld.
[4]
René Demoen
[5]
Het colofon luidt: Het honderdvijftigste tot honderdzestigste duizendtal van "De vlaschaard" werd gezet uit de Hollandsche medievalletter 14 punt en gedrukt op de persen der Drukkerij Lannoo te Tielt den vijftienden December van het jaar negentien honderd een en veertig. René Demoen teekende den omslag en de illustraties. Er werden tevens vijftig genummerde exemplaren gedrukt op zwaar getint Munster velumpapier, gehandteekend door den schrijver.
[6]
in Kortrijk
