23 5 42.
Den Heer Frank Lateur,
Ingooigem
Geachte Heer Lateur,
Ik kan me niet heelemaal akkoord verklaren met uw schrijven van 20 dezer.
[1] Ik heb er over nagedacht hoe tusschen ons ook maar een schijn van meeningsverschil te vermijden, — omdat ik gehoopt had, dat de zaak wel op een of andere manier haar beslag zou krijgen, heb ik op onze vroegere samenkomsten niet gereageerd. Ik zou haast zeggen uit een zekere hoffelijkheid, heb ik het ook gedaan, al hebben al de samenkomsten alleen tot resultaat gehad, dat ik het voorgesteld akkoord te aanvaarden had (natuurlijk de paragraaf over den kostprijs der levering aan
Veen uitgezonderd).
[2] U zult wel bestatigd hebben, dat ik steeds gepoogd heb, de zaak voor mij aannemelijker te maken, maar dat ik steeds na elke samenkomst zonder de minste overtuiging toegaf. Ik heb den indruk, dat
d[e ]h[ee]r De Meyer er insgelijks dezelfde meening moet over hebben.
Voor
Veen is natuurlijk het voorstel, dat deze
f[irm]a. opgemaakt heeft, het eenvoudigst, maar een vriend rechtskundige, die ik raadpleegde,
[3] vreest, dat U het te gemakkelijk opneemt, met te verklaren, dat elk toch maar verantwoordelijk is voor zijn deel! Hij
raadt zelfs aan dat wij de afzonderlijke akkoorden zouden elk in eigen belang goed nazien en was bij deze raadgeving even goed met uw belangen als met de mijne bezig!
Ik had natuurlijk verwacht, dat ik voor of na uw samenkomst zou gevraagd geweest zijn om
d[e ]h[ee]r Kollar te ontmoeten te
K[ortrijk] of dat deze naar
T[ielt] zou gekomen zijn. De prijsbepaling voor overname van 26 van uw werken
[4] is toch belangrijk genoeg om samen te komen, minstens even veel als de overname van den stock. En toch heb ik niemand gezien en geen gelegenheid gehad mondelinge besprekingen te voeren!
Mijn antwoord nu: zooals mijn raadgever verklaart is rechtskundig alle voordeel van het enkel akkoord alleen voor Veen en in het mogelijk nadeel van alle andere onderteekenaars. Veen heeft geen belang indien hij geen kwade bedoelingen heeft uitsluitend een akkoord te willen onderteekenen, waar verschillende akkoorden elk door de verantwoordelijke personen onderteekend, hem hetzelfde toekennen. Ik persoonlijk hecht er weinig belang aan of d[e ]h[ee]r Grymonprez eerlang met de totum-uitgave op de markt komt dan eer later; ik was overtuigd dat de overeenkomst zoo was en laat dan onmiddellijk de nieuwe bepaling vallen voor de overeenkomst, die U of d[e ]h[ee]r Grymonprez zich beter zullen herinneren.
Ik ben ook overtuigd dat deze geschiedenis te lang duurt, maar ik meen, dat ze toch slecht ingezet werd, daar een deel der belanghebbenden
[5] niet eens
[2]aanwezig waren bij deze belangrijke besprekingen. Ik zou zeker reeds op
art[ikel] l een aanmerking gemaakt hebben
enz[ovoort] zoodat vruchtbaar werk zou gedaan geweest zijn. Ik meen, dat in het akkoord meer punten voorkomen, dan den prijs, die
Veen mij voor uw werken moet betalen, die mij aangaan. Ik heb dat alles omgewerkt in de onderscheiden akkoorden en tevens telkens de persoon of firma aangeduid, die verplichtingen of rechten heeft.
Tot slot: indien Veen dezelfde rechten bekomt met verschillende akkoorden, die tegelijkertijd geteekend worden, wat zou hem kunnen beletten deze te aanvaarden? Indien ik aan d[e ]h[ee]r Grymonprez, voldoening bekom in zake de totum-uitgave, kunnen er moeilijk andere zijn, waarom tegen afzonderlijke akkoorden kan tegenstand bestaan. In wat ik voorstel worden ten minste telkens de namen en firma's genoemd, wat in de voorgelegde overeenkomst steeds onbepaald is, zoowel wat Publicatierechten als overname van de voorraden betreft.
Ik bestatig nu, dat ik mogelijk van begin af had moeten meer ronduit voor mijn meening uitkomen, dan te wachten op wat niet gekomen is. In zich zelf bevat het akkoord een tegenstrijdigheid, die Veen niet kon voorzien: ik heb de publicatierechten van een heele reeks werken en die worden hier opnieuw afgestaan en men kan niet uitmaken aan wien, tenzij de interpretatie mo[et] zijn, dat ze afgestaan worden aan de N[aamloze Vennootschap] Zonnewende en dat is niet meer mogelijk. Ik heb dit in de afzonderlijke akkoorden op U terug gebracht en daarmee is reeds een heel deel der opwerpingen vereenvoudigd, zooniet opgelost.
Ik heb U niet vroeger geantwoord omdat ik wilde nadenken en zeker geen miserie maken onder alle betrokken personen of firma's en dat ik tevens ook een rechtskundig oordeel wilde inwinnen. Hierboven hebt U nu alles.
Nu de rest van uw schrijven. We zullen in het vervolg moeten tevreden zijn én voor de
Lijsternestreeks én voor mogelijke oplagen van foto's voor de dundruk-editie
[6] met gevergeerd papier,
[7] zooniet komen wij in de categorie
houthoudend papier terecht. Ik doe wat ik kan, maar in dezen tijd is het een toer.
D[e ]h[eer] De Meyer begrijpt nog niet hoe ik voor
Lijsternestreeks totnogtoe steeds houtvrij papier bekwam: we zijn daarmee volstrekt de eenigen! Hierbij het afzonderlijk akkoord (bijvoegsel) voor
Lenteleven. Ik zal in den loop der week het eereloon laten storten berekend op den
Belg[ischen] prijs en dan later bijbetalen, zoo gauw de zaak met
Veen geregeld werd.
Van
Acket ontving ik toezegging voor de illustratie van
Teleurgang en sedert niets meer; hij ontving reeds een rappel toen ik U de eerste helft in proefvorm liet verzenden.
De geb[onden] Vlaschaard moet U inmiddels reeds ontvangen hebben[8] samen met de ing[enaaide] ex[enplaren] Lenteleven + de luxe-e[xemplaren] er van en de eerste vellen, die moeten geteekend en teruggestuurd worden. Akkoord om na
Teleurgang"
Maanden" te nemen. Wie illustreert en welke foto's voorziet U voor de eerstvolgende werken? Ik zou er dan verschillende in eens drukken, maar het beste
doek voor wat de kleuren aangaat, moet U behouden om in "
Land & Leven" later voor te komen in vierkleurendruk.
[9]
Inmiddels hoogachtend gegroet.
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Deze brief van Streuvels vonden we niet terug in de geraadpleegde archieven.
Deze brief handelt over het in de maak zijnde contract tussen Lannoo, de firma Veen, Streuvels en Zonnewende. Er zijn twee verschillende versies van dit contract geweest. De eerste versie bestond uit één deel. Dit contract impliceerde bijvoorbeeld dat Grymonprez, die met de Lijsternestreeks niets te zien had, toch aansprakelijk kon gesteld worden wanneer er iets fout ging. Lannoo deed een beroep op zijn vriend Emiel Thiers (een rechtskundige), die een tweede contract ontwierp, waarbij iedereen slechts verantwoordelijk was voor zijn eigen deel. Het oorspronkelijke contract werd in drie delen gesplitst namelijk: Veen-Lannoo, Zonnewende-Veen en Lateur-Veen. Voor de firma Veen veranderde er echter niets. De inhoud van het contract onderging geen wijzigingen, alleen waren de andere ondertekenaars niet meer verantwoordelijk voor het totaal van het contract, maar slechts voor die aspecten die op hen van toepassing waren.
[2]
Om het
geschil i.v.m. de Lijsternestreeks in der minne te regelen, had de firma Veen één ontwerp-contract opgesteld in het belang van alle betrokken partijen. Joris Lannoo, die tegen bepaalde punten bezwaar aantekende, zal het oorspronkelijke enkele akkoord in drie ontwerp-overeenkomsten opsplitsen.
[3]
Onder enig voorbehoud liet Godfried Lannoo de naam van Emiel Thiers in deze context vallen. Emiel Thiers was een erg goede vriend van Joris Lannoo. Thiers volgde Joris Van Severen op bij DINASO, maar hield het er twee jaar na de oorlog voor bekeken.
[4]
De Lijsternestreeks telt 26 titels.
[5]
Joris Lannoo bedoelt zichzelf.
[6]
Bij Lannoo werden de platen voor de dundrukeditie
Stijn Streuvels' Werken (Zonnewende, 1941) werden gedrukt. Lannoo drukte die platen omdat hij dacht dat Grymonprez nog een aantal ongebonden exemplaren bezat en dat laatstgenoemde nieuwe afbeeldingen wenste. Wat Lannoo niet wist, was dat de platen bedoeld waren voor een tweede druk van die dundrukeditie.
[7]
vergé: lijnwatermerk bestaande uit wijd uitstaande, staande en smalle liggende lijnen. Oorspronkelijk waren alle papieren voorzien van een vergeure door de constructie van de schepvormen. Tegenwoordig worden in vergépapier de staande lijnen wel weggelaten om een rustiger doorzicht te verkrijgen (vb. bij sigarettenpapier).
Papier op papier, p. 171
[8]
Volgens het contract voor
De Lijsternestreeks, d.d. 27 november 1942, moest Streuvels 50 presentexemplaren ontvangen, waarvan 15 gebonden exemplaren.
[9]
Vierkleurendruk: Een drukwerk uitgevoerd in de vier drukkleuren (een kleurenfoto of een reproductie van een schilderij). De kleuren zijn cyaan, magenta, geel en zwart. Zwart dient om de afdruk reliëf en diepte te geven en om de onzuiverheden van de drukkleuren op te vangen. Wanneer men cyaan, geel en magenta op elkaar drukt zou men in theorie zwart moeten bekomen. Omdat dit in de praktijk onmogelijk is, en men eerder een zeer donker bruin bekomt, drukt men nog eens met extra zwart. (Informatie verkregen van Etienne De Neve)