December
8 12 42.
Geachte Heer Lateur,
Na de Gentsche reis heb ik drie dagen met griep te bed mogen rusten. Zoo bleef mijn nieuws achterwege.
[1] Hierbij gaat het bijvoegsel aan ons akkoord, zooals overeengekomen.
[2]
Afzonderlijk zal U ook een
geb[onden exemplaar] Prutske ontvangen
[3] + twee deelen van "
Dietsche Grooten"
[4] gebonden;
n[umme]r 2 zal pas einde der week gebonden zijn en
n[umme]r 4 "
Willem van Saeftinge" van
Ant[on Vande] Velde[5] volgt dan met Kerstmis. De andere werken, die U van
Veen verlangt, heb ik ook heden gevraagd.
Zoodra
Openlucht of
Stille Avonden herwerkt is, mag U het zenden. Daarna pas
Minnehandel, omdat we eerst
Warden Ooms
Blieckaerts in volksuitgave zullen nemen:
[6] het is ongeveer gezet!
Dit schrijven vooral om te zeggen, dat ik er opnieuw "deure gesperteld"
[7] ben en eerstdaags de rest van wat moet geschreven & in regel gebracht worden, zal bezorgen.
Met beste groeten en hoogachting,
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Op 24 november 1942 hadden De Meyer, Lannoo en Kollàr in Gent
een langdurig en moeizaam onderhoud (cf. brief van De Meyer aan Streuvels van
24 november 1942), maar ze waren er wel in geslaagd de laatste moeilijkheden voor de goede gang van de
Lijsternestreeks uit de weg te ruimen. Er werd een zodanige overeenkomst opgesteld, dat Lannoo en de Standaard Boekhandel (De Meyer) voor de
Lijsternestreeks alle verantwoordelijkheid tegenover de firma Veen voor hun rekening konden nemen. Op 3 december vergaderden De Meyer en Lannoo opnieuw, maar nu in aanwezigheid van Stijn Streuvels.
[2]
Bijvoegsel aan het akkoord van 27 november 1942 betreffende de uitgave van de
Lijsternestreeks.
[3]
Vermoedelijk gaat het hier om de
derde druk van Prutske. Een
herdruk van Prutske kwam er pas in 1945.
[4]
Dietsche Gestalten. Onder leiding van F.R. Boschvogel. Tielt, J. Lannoo, s.d. 'Deze reeks beoogt het inleiden, bij ons volk, van de groote Dietsche figuren wier namen vaak worden genoemd, doch wier leven en beteekenis meestal onder de goegemeente zoo goed als onbekend zijn. Dit eerste dozijn Dietsche Gestalten, door zeer bevoegde schrijvers bevattelijk en boeiend voorgesteld, zullen worden gelezen als romans.' Eerste reeks van twaalf werken:
- F.R. Boschvogel, Robrecht De Fries.
- M. Boey, Prins Willem (Willem van Oranje).
- Aloïs Blommaert, Willibrord, Bouwer en boer.
- Anton Vande Velde, Willem van Saeftinge.
- Emiel Van Put, Johanna van Konstantinopel, gravin van Vlaanderen
- Juul Filliaert, Jan Bart.
- Anton Vande Velde, Joost van den Vondel.
- M. Boey, Paul Kruger
- Germaine Ceunen, Bloeiende bloesem (Jeanne Van de Putte)
- Felix Heidendal, Felix Timmermans, aan het volk verteld.
- F.R. Boschvogel, Peter Benoit.
- Maria de Lannoy, Pieter Pauwel Rubens, de prins der Vlaamsche schilders.
In minder dan een jaar tijd werden telkens 5000 exemplaren van elk nummer verkocht. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 194
[5]
Anton Vande Velde,
Willem van Saeftinge. Tielt, J. Lannoo, 1942.
Dietsche gestalten, nr. 4.
[6]
Edward Vermeulen,
De Blieckaerts: roman. Derde druk. Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, Standaard Boekhandel, s.d. [1943].
[7]
deure gesperteld: door gesparteld