< | Resultaat 1489 van 2531 | > |
---|
De Coninck, René (° Bredene, 1907-01-24 - ✝ Beveren, 1978-03-31)
Illustrator.
R. De Coninck erfde zijn tekentalent van zijn moeder Alice Verdonck. Als leerling aan de Albertschool in Oostende blonk hij ook al uit in tekenen. Nadat zijn vader hem verboden had naar de academie in Gent te gaan, beoefende hij verschillende beroepen (seizoenarbeid, in het hotelwezen, ...) In 1932 ging hij bij zijn zus Elza in Antwerpen wonen en richtte daar een atelier in. In 1942 volgde hij lessen bij de Bruycker aan de Antwerpse Academie. In 1946 werd hij leraar in de etsklas aan de KASK. Hij stond bekend om zijn individualisme, zijn ludieke aard,zijn aparte filosofie en zijn onuitputtelijke verbeeldingskracht, die in zijn werk telkens tot uiting komt en alles heeft om een ruimer publiek te boeien.
De Jaegher, Luc (° Borgerhout, 1912-11-20 - ✝ Brugge, 1987-06-24)
illustrator, graveur en schilder.
De Jaegher kreeg zijn opleiding aan het NHISK te Antwerpen. Hij was er leerling aan het schildersatelier van Isidoor Opsomer, hij ging bij Louis Peeters voor het etsen en bij Edward Pellens voor de houtgravure. In 1970 werd hij als graveur onderscheiden met de grote prijs van Rome, een prijs die meestal voor schilderkunst werd toegekend. Tijdens WO II vestigde hij zich te Brugge. Hij werd er leraar, later ook directeur, van de SASK te Brugge. De helft van zijn creaties zijn boekillustraties en ongeveer een vierde ex-libris, bijna alle in de houtgravure-techniek uitgevoerd. De kunstenaar werkte vooral voor Vlaamse uitgeverijen uit Antwerpen en Brugge en illustreerde publicaties van de gekendste Vlaamse auteurs uit het midden van onze eeuw. Zijn grafisch werk is meestal verhalend, technisch knap, het streeft geen gezochte effecten na en het is uitgevoerd in een zuivere lijnwerking en met een picturaal karakter.
De Meyer, Maurits (° Elversele, 1895-03-02 - ✝ Wilrijk, 1970-11-24)
Uitgever en volkskundige.
Studeerde tussen 1916 en 1918 klassieke filologie en geschiedenis aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit von Bissing Universiteit). Dit had tot gevolg dat de Belgische universiteiten en de Centrale Examencommissie voor hem na de oorlog gesloten bleven. Spoedig trad hij in dienst van de nog jonge uitgeverij Standaard Boekhandel, waarvan hij 35 jaar lang directeur (01.10.1924) en later beheerder was. Zo was hij ook medestichter van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), die hij ook als voorzitter zou leiden, en was hij betrokken bij de organisatie van de Boekenbeurs voor Vlaanderen in Antwerpen. Als wetenschapsman verwierf de Meyer faam door zijn activiteiten op gebied van volkskunde - het is mede dankzij hem dat men deze wetenschap in Vlaanderen ernstig is gaan beoefenen. De Meyer specialiseerde zich in de studie van Vlaamse sprookjes, waarover hij in binnen- en buitenland publiceerde.
Lannoo, Joris (° Tielt, 1891-02-20 - ✝ Tielt, 1971-12-08)
Directeur van drukkerij-uitgeverij Lannoo te Tielt.
Joris Lannoo begon zijn humaniorastudie aan het Tieltse college, maar moest die in 1909 noodgedwongen stopzetten. Op 1 juni 1909 nam hij samen met zijn broer Rafaël een kleine Tieltse drukkerij, drukkerij Horta, over. Na de Eerste Wereldoorlog, waarin hij als officier aan het front van de Yzer streed, bevond de uitgeverij zich in verval, maar door grote inspanningen werkte Lannoo zich opnieuw op. In 1929 vestigde hij zich in de Kasteelstraat, waar hij een groot bedrijf oprichtte en leidde tot in de jaren '60, toen een ziekte hem geleidelijk het werk uit handen nam en zijn zonen hem opvolgden. Hij gaf veel Vlaamse werken uit van o.a. Stijn Streuvels, Guido Gezelle, Emiel van Hemeldonck, ... Verder was hij ook nog stichtend lid van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en van de Vlaamse Uitgeversbond. Hij legde contacten met Nederlandse uitgevers als de R.K. Boekcentrale, Van Langenhuysen en Veen, met wie hij jaren samenwerkte. Het bedrijf omvat thans drie afdelingen: drukkerij, grafiek en uitgeverij.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Standaard Boekhandel
De Standaard Boekhandel vond zijn oorsprong in het weekblad Ons Volk Ontwaakt, dat in 1911 een boekhandel begon. In 1919 werd de boekhandel een onderdeel van het dagblad De Standaard en kreeg ze de naam De Standaard Boekhandel. In 1924 werd De Standaard Boekhandel een zelfstandige Naamloze Vennootschap. De krant De Standaard werd de grootste aandeelhouder. Op dat moment deed Maurits De Meyer zijn intrede als directeur van de boekhandel. Hij bleef in deze functie werkzaam tot 1960. Zijn opdracht bestond erin de filialen in Brussel en Antwerpen uit te bouwen en een breed uitgavenfonds op te zetten. Een eerste belangrijke uitbreiding van de Standaard Boekhandel vond plaats in 1926. Er werd een afdeling geopend in de Naamsestraat in Leuven door de overname van de Vlaamsche Boekenhalle, toen de enige Vlaamse boekhandel in de universiteitsstad. Op 1 oktober 1933 gebeurde dat in Gent, met de overname van de boekhandel Siffer. In de jaren '30 behoorde Streuvels tot het literaire fonds van de uitgeverij met werken als Lenteleven (1938) en De teleurgang van den Waterhoek (1939). Gedurende de Tweede Wereldoorlog bleef de Standaard Boekhandel onder de leiding van De Meyer gewoon verder werken. Precies tijdens die periode kwam er als gevolg van de leeslust van de mensen een samenwerking met de drukkerij-uitgeverij Lannoo tot stand bij het uitbrengen van de Lijsternestreeks .
De uitgeverij opende zijn eerste boekhandel in 1919 te Brussel onder de naam 'Afdeeling Boekhandel van de n.v. De Standaard'. In 1920 werd een tweede boekhandel geopend te Antwerpen.
Propaganda Abteilung
Na de inname van Brussel tijdens de Tweede Wereldoorlog en na het uitbouwen van de 'Militärverwaltung', het militaire bestuur, was er nood aan een propaganda-afdeling ('Propaganda Abteilung') om de nieuwsmedia onder controle te houden. De propaganda-afdeling, met hoofdzetel te Brussel, liet zich vooral in met culturele aangelegenheden. Zo bestonden er afdelingen ('Staffeln'), die elk voor één tak van de kunst instonden (pers, letterkunde, film, radio, ...). De propaganda-afdeling activeerde enkele instellingen. In de eerste plaats werd na de Duitse inval het distributie-agentschap Dechenne (ontstaan in 1908 als 'Agence Dechenne. Messageries de la Presse') opnieuw in werking gesteld als filiaal van het 'Reichsverband deutscher Zeitungsverleger' (RVDZ). Het agentschap verwierf een monopoliepositie voor het verdelen van kranten en tijdschriften, maar het beschikte eveneens over een boekhandel, die naast het distribueren van uitgaven ook haar eigen herdrukken op de markt bracht. Door de papierschaarste was het voor de drukkerijen moeilijk om aan voldoende papier voor hun uitgaven te geraken: eerst moest de goedkeuring gevraagd worden bij de 'Propaganda Abteilung', daarna pas werd het beschikbare papier gedistribueerd door de Papiercentrale. Verder werden er van overheidswege nog allerlei beperkingen opgelegd, zoals het verminderen van het aantal bladzijden, kleinere formaten en lagere oplagen.