15 2 '43.
Geachte Heer Lateur,
Heden stuurde ik de omslagteekening voor "
Minnehandel" aan
d[e ]h[ee]r De Meyer met uw aanwijzingen betreffende de letters voor den titel.
[1]
Mag ik U vragen bij gelegenheid de boeken van
Wittstock te willen terugbezorgen: ik zal iemand anders zoeken voor de vertaling van een of ander deel van zijn werk. Vermoedelijk neem ik "
Der Hochzeitsschmuck", omdat het niet te zwaar is en één is!
[2]
De Pillecyn werkt aan zijn studie over uw werk opdat wij eerlang een nieuwe uitgave zouden kunnen ter pers leggen: het papier mag spoedig verwacht worden. Ik meen, dat we voor deze uitgave minder foto's mogen geven, maar toch enkele uit de laatste tien jaar er moeten bijvoegen,
b[ijvoorbeeld] over het filmen van "
De Vlaschaard". Mag ik over dezen aanstaanden nieuwen druk ook eens uw oordeel vernemen? Dan kan ik, samen met de wenschen van
De Pillecyn, er van een bovenste beste uitgave maken.
[3]
We zijn heden begonnen aan "
Loquela" en ik was een ontwerp
[ ]van akkoord aan het maken:
[4] ik voorzie dat inschrijvingen mogelijk zijn van telkens 48
bl[ad]z[ijden] zoodat er juist 14 afleveringen zouden noodig zijn, die later in een band kunnen gebonden worden. Het papier ligt hier klaar, zoodat er veel kans is, indien
De Lijsternestreeks, de werken van
Ruusbroec[5] en een paar anders zware uitgaven niet
te veel in den weg loopen, nagenoeg elke maand een aflevering zou kunnen verschijnen: dus minstens 14 maand, misschien anderhalf jaar en meer, indien we ook nog moesten volk uit de drukkerij opgeëischt worden
[6] (totnogtoe werden vier gasten naar het "Meldeamt"
[7] geroepen & als ongewenscht teruggestuurd!). En nu wou ik vragen: hoe regelen we daarvoor het eereloon? Er zal veel werk zijn vooraleer het werk zal volledig op de markt zijn en mogelijk komen de meeste inschrijvers pas als ze 't werk
gebonden zullen kunnen bestellen. Mag ik daarover ook uw oordeel kennen?
Misschien kunnen we vooruitwerken en den een of anderen maandag eens te Kortrijk samenkomen of elkaar te Waregem ontmoeten bij Tante: ik tele[2]foneer den een of anderen fatsoenlijken voormiddag om te vernemen of het voor U schikt en 's namiddags komen we te W[aregem] samen: daar zou het in elk geval rustig zijn!
Inmiddels hoogachtend gegroet,
(handtekening Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Joris Lannoo had de schets voor de omslagtekening van
Minnehandel op
12 februari naar Streuvels gestuurd.
[2]
Dina Lateur vertaalde uiteindelijk
Der Hochzeitsschmuck van Erwin Wittstock: Erwin Wittstock,
Het bruidsjuweel.
Tielt, J. Lannoo, 1944. Vertaald door Dina Lateur e.a.
[3]
Filip De Pillecijn,
Stijn Streuvels en zijn werk. Tweede editie. Tielt, J. Lannoo, 1943. Omslagtekening door Paul Lateur. Colofon:
Van deze uitgave werden in de oogstmaand van het jaar 1943 door de drukkerij Lannoo te Tielt benevens de gewone oplage vijf en twintig genummerde luxe-exemplaren gedrukt op Excelsior-kunstdrukpapier.
Ten opzichte van de vorige (de eerste) druk van 1932 werden heel wat foto's weggelaten en nieuwe foto's toegevoegd.
Weggelaten foto's:
- De Scheldemeerschen met den Kluisberg, p. 31
- Aan het groote Raam, p. 50.
- Over de Halve-deur, p. 51.
- De Veldwegel achter het Huis, p. 53.
- Het Uitzicht ten Oosten, naar den Hoogen Berg te Tieghem, p. 56.
- De Vogelnesten boven de Woning, p. 58.
- Aan de Werktafel, p. 63.
- 't Blanke Vel Papier, p. 64.
- De Lange, rechte Steenweg, voor den Oorlog, de vermaarde Olmendreef, p. 67.
- De houtakker aan 't Werk, p. 69.
- Voeten die Vast op den Grond Staan, p. 73.
- Met vienden op Reis, p. 76.
- Op reis met de Mijol-Club, p. 80.
- Per schip op avontuur met de schilders, p. 82.
- Bezoek te gemoet, p. 83.
- Bezoek aan Mistral, te Arles, p. 87.
- Bloemen en planten moeten verzorgd worden, p. 89.
- 's Morgens voor dag en dauw om mollen te vangen, p. 93.
- 's Namiddags bij de boeken, p. 95.
- Noenstond in den zomer, p. 99.
- Boomen die men zelf geplant heeft, zijn de schoonste, p. 100.
- In de veranda, p. 103.
- Bloesemweelde in de kruin van den appelaar, p. 104.
- Op wandel, p. 107.
- Element: Water, p. 110.
- Lijsters gereed het Nest uit te vliegen, p. 114.
- Ondertusschen wordt er kalm voortgewerkt, p. 115.
- Van hieruit blikt men over de wijde ruimte, p. 118.
- 't Jongste van het nest, p. 119.
- Masker door Van Immerzeel, p. 121.
- Met 't Waterhoen op de Leie, p. 122.
- Op zoek naar het juiste woord, p. 126.
- Prutske aan 't mijmeren, p. 129.
- In 't land van Genoveva. 't Laacher Meer in 't Eifelgebergte, p. 131.
- Masker achter tralies, p. 134.
- Onder de boomen, p. 135.
- Onder den IJzertoren te Dixmuide, p. 136.
- Tocht op de Leie, p. 140.
- Prentenkijken blijft altijd eene prettige bezigheid, p. 146.
- 's Zondags in den zomertuin, p. 154.
- Een Duitsche Baanwacht die weinig ontzag uitoefent, p. 155.
- In de bibliotheek te Antwerpen, p. 156.
- Op 't water met Saverijs, p. 160.
- Bezoekers op Lijsternest worden Welko toegewuifd, p. 167.
- Bij de kippen, p. 171.
- Moeder met haar twee jongste dochters, p. 181.
- En nu op reis, p. 193.
- Tweede bezoek in 't land van Genoveva, p. 195.
- Het feestmaal van den 60-jarige: wààr en wie is de jubilaris?, p. 198.
Nieuwe foto's:
- Handteekening van Stijn Streuvels, p. 24.
- De groote gebeurtenis: de eerste literaire brief... van Karel van de Woestyne, den 14 Mei 1896, p. 56-57.
- De foto van de 'Scheldemeerscehn in den Winter, waar Streuvels ging varen' werd vervangen door een tekening van Aug. Vande Casteele.
- De foto 'Zicht over Ingoygem dorp' werd vervangen door een tekening van Aug. Vande Casteele.
- De foto 'Het Lijsternest: 't Geen de tijd er van gemaakt heeft' werd vervangen door een tekening van Aug. Vande Casteele.
- Het ex-libris van Streuvels, p. 219.
[4]
Guido Gezelle,
Loquela. Derde druk. Tielt, J. Lannoo, 1944-1945, 668 pp.
Het contract dateert van 5 maart 1943.
[5]
De grootste en meest luisterrijke onderneming van Lannoo in de oorlogsjaren was de uitgave van de volledige werken van Jan van Ruusbroec, 'de prins der Nederlandse mystiek'. Onder leiding van Desideer Stracke, Van Mierlo en Reypens werd een uitgave van de volledige werken van Jan van Ruusbroec aangepakt. Ze baseerden zich op het Groenendaalse handschrift. Vóór Pinksteren 1944 waren er al meer dan 1000 intekenaars. Het eerste deel van de Volledige Werken verscheen in de zomer van 1944 en betekende een belangrijke etappe in de geschiedenis van de Ruusbroec-uitgaven.
Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 195-197
[6]
Tijdens de oorlog eiste de bezetter soms personeel op. Ook Lannoo ontsnapte hier niet aan. Op 30 mei 1944 verwittigde Lannoo de Papiercentrale te Brussel dat een hele reeks werken niet zouden verschijnen
om redenen van het te werk stellen in Duitschland van onontbeerlijke werkkrachten, het uitblijven van papier, het bezetten van onze drukkerij, het beperken van het gebruik van den elektrischen stroom, enz... Nu liggen wij feitelijk volledig stil. Geciteerd naar Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 199
Na de oorlog beschuldigden zijn collega's hem ervan dat hij van zijn positie als voorzitter van de West-Vlaamse Unigra geen gebruik had gemaakt om opeisingen van de Duitsers tegen te gaan. Aan een van hen stuurde hij op 16 november een korte verdediging: Ik heb tijdens de oorlog of liever gezegd tijdens de bezetting voor alle drukkers al gedaan wat ik kon! Maar het was zo weinig! Ik kon toch met de Bezettende machten niet gaan onderhandelen wie er wel en niet naar Duitschland zou gestuurd worden. In mijn werkhuis heb ik zelf zooveel slachtoffers gehad, dat het werk slechts gebrekkig kon voortgezet worden... In den nationalen raad waren mannen van alle mogelijke overtuigingen, die eendrachtig samen gewerkt hebben om te redden wat kon: Vlamingen en Walen, geloovigen en ongeloovigen, Engelschgezinden en Duitschgezinden en onverschilligen, enz. Nooit is verschil van zienswijze in den nationalen raad geweest en ik heb niets gedaan wat buiten de richtlijnen van dezen nationalen raad liep... Ik ben niet beschaamd over wat ik deed. Romain Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen. 1891-1971, p. 203-204
[7]
Het 'Meldeamt' is het bevolkingsbureau of het aanmeldingsbureau.
Wolters' Woordenboek Duits/Nederlands, p. 526