Goede Vrijdag 43.
Geachte Heer Lateur,
De geldelijke historie is dus in orde.
[1] Eerlang zal het eereloon voor de
volksuitgave van "Minnehandel" misschien betaald worden, indien U het verlangt: de uitgave zal volgende week klaar zijn, maar ze komt pas over een paar maanden op de markt.
[2] Nu pas kwam de volksuitgave van
Warden Ooms
Blieckaerts klaar
[3] en we wenschen niet dat beide uitgaven elkaar in den weg loopen. Ik laat U reeds een
ex[emplaar] van elke uitgave sturen. De rest volgt later.
Van
Loquela bestaat zeker een akkoord, gedagteekend van 5 Maart; U zal het wel in uw reeks akkoorden aantreffen.
[4]
Van
Lijsternestreeks zou pas tegen aanstaanden winter een afzonderlijk prospectus gedrukt worden, als we reeds een heel eind opgeschoten zijn. Ik vrees echter, dat het overbodig wordt als we de vaart zien, die de verkoop aanneemt! We hebben de reeks reeds herhaaldelijk aangekondigd ondermeer in het
Boek in Vlaanderen (vierde
bl[ad]z[ijde] van het omslag,
[5] eveneens op dezelfde plaats in het
Opvoedkundig tijdschrift,
enz[ovoort])
[6] In mijn fondscatalogus komen alle werken voor en ook op de laatste
bl[ad]z[ijde] in elk deel van de reeks. De prijzen van
de Vlaschaard en
Lenteleven = 25
fr[ank] en van de andere deelen = 30
fr[ank]
Ger[ard] Baksteen werd wel aangeduid voor de vier plaquetten; ik vind niet dat hij aangeduid werd voor een deel in de Lijsternestreeks.[7] Voor
Dorpsgeheimen vind ik in mijn nota's
De Jaegher aangeduid (aan te spreken door
d[e ]h[ee]r De Meyer).
[8] Voor
De blijde Dag werd
Van Coppenolle J[unio]r aangeduid. De teekenares van de
ill[ustraties] voor
Openlucht is
Van Coppenolle S[enio]r — —
Openlucht én Levensbloesem zijn volledig gezet; van het eerste hebt U reeds de proef nagezien en het tweede wil ik U pas ter verbetering opzenden, zoodra ik de afmetingen van de clichés — ik meen, dat het kopstukken en initialen zijn, — zal kennen.[9] Ook het papier voor deze beide deelen ligt in magazijn. Het papier voor De blijde Dag zal begin der volgende maand aankomen.[10] De Ruyck werkt aan proeven voor
Langs De Wegen (teekenaar van de illustratie in schaduwbeelden, die U te Machelen in een boek van het
Davidsfonds gezien hebt);
Baudin (illustrator van "
Herodes" van
Claes)
[11] aan
Dagen;
Verbaere uit Wetteren aan het
Uitzicht der Dingen,
enz[ovoort] Ik zou er van houden eens netjes "
Kerstvertellingen["] te illustreeren, desnoods met penteekeningen in twee kleuren (zwarte lijnclichés met rood of blauw voor sommige détails), maar ik herinner me niet, dat daarvoor iemand aangesproken werd.
[12] Daarover correspondeer ik met
d[e ]h[ee]r De Meyer of bespreken wij bij een volgende samenkomst over de uitgave. Ik voorzie eene noodzakelijk zoodra
Saverijs met zijn werk klaar is op zijn minst voor
Leven en Dood in den Ast[13] en daarna nog eene met dien Minderbroeder uit Lokeren, Pater
Longinus waarvan ik U zoo'n prachtige kinderfoto's liet zien. Deze pater komt in Mei naar Tielt en ik vernam gaarne waar U voorstelt, dat wij elkaar zouden ontmoeten, eer ik er hem over spreek.
[14]
U kan de luxe-
ex[emplaren][15] laten afsturen met een pro-forma rekening, waarvan ik zeker een deel spoedig zal kunnen betalen, daar reeds vijf reeksen verkocht
[2]werden. Sluitbanden worden U gestuurd als drukwerk.
De
volksuitgave van "De Vlaschaard". Ik meen niet, dat de foto's als simili-clichés op papier als dit der volksuitgave de uitgaven zouden versieren, maar eerder ontsieren; de clichés zouden versleten zijn vooraleer het werk af is en dus een heel partij slechte afdrukken geven. Indien de foto's zich leenen voor grove raster
[16] zouden ze misschien kunnen dienen, maar daarover zou ik eerst met U moeten spreken en de foto's zien en dan trachten van
Prof[essor] Teske een kwaliteit papier te bekomen, die beter is, dan dit van bijgaande volksuitgaven. Bij ons volgend samenzijn kunnen we ook dit bespreken. Ik ben met
d[e ]h[ee]r De Meyer ook reeds een maand ongeveer geleden
Prof[essor] Teske gaan spreken en de zaak zal zeker geregeld worden. Ik vind het uitstekend, dat U Zondag gelegenheid had er eveneens over te spreken.
De illustratie van "
Openlucht".
[17] Ik ben er evenmin voor, maar ik vind die beter dan de eerste teekeningen. Ik ben veel meer voor klassiek werk: dat is nog de invloed van
Verschaeve, die ik nog steeds onderga, maar onze teekenaars schijnen eer kunstenmakers. Voor den tweeden druk van
De Blieckaerts[18] 2
e druk heb ik na drie proeven gezegd: vooruit nu maar! al stond het mij niet aan en dat komt van denzelfden teekenaar als de schaduwillustraties in het Davidsfondsboek, dat U te Machelen aangetroffen hebt,
n[ame]l[ijk] van
De Ruyck, die ook
Langs de Wegen moet illustreeren. U ziet dus dat iemand wel eens goed, doch ook verkeerd kan werken.
Voor
De Vlaschaard in volksuitgave zou ik zijn voor een groote teekening op den omslag zeker in kleuren, omdat dit de massa lokt en in de ramen van de boekhandels aantrekt, vooral het volk, dat weinig of geen boeken koopt. Voor gewone boeken houd ik ook meer voor een vignette als
Betooverd Hof[19] en U zal zien, dat ook de
Zotte van 't Abeelenhof[20] en
Stadhuisratten[21] van
Warden Oom zoo'n sober omslag krijgen.
Ik zie in mijn nota's, dat
Stuyvaert aangeteekend staat voor
Genoveva: dus komt het uit en zal de heer
De Meyer er hem wel over geschreven hebben. Maar moet hij wachten op uw omwerking van
de groote Genoveva?
[22]
Ik heb van De Sikkel via De Standaard een ex[emplaar] van Kerstekind ge[ïllustreerd] door J[eanne] Hebbelinck ontvangen. Verlangt U er meer van, dan kan ik die bestellen. Het blijkt, dat De Sikkel, die moet overgenomen hebben voor Vlaanderen, want op den binnentitel is een strookje papier bijgeplakt met den firmanaam van De Sikkel. Zeg me dus wat U verlangt, dat ik bestel of indien U 't verkiest kan U gerust zelf bestellen.
Ik geloof, dat alles behandeld werd. Toch nog: ik voorzie, dat ik half Mei opnieuw
Prof[essor] Teske zal ontmoeten. Moet ik bizondere punten aanraken? Is er bij U iets besproken betreffende onze samenwerking, dat ik zou moeten weten eer ik hem ontmoet? Weet U wanneer de vertaling van
Wittstock's novelle ± klaar kan komen?
[23] Enz[ovoort]
Met beste wenschen voor een zalig Paaschfeest en hartelijke groeten.
(handtekening Joris Lannoo)
P[ostscriptum] — Moest U verkiezen, dat ik Dinsdag of Woensdag naar W[aregem] of Ingooigem in den namiddag oversteek, dan past het uitstekend, omdat ik de driezate en de trekpaarden thuis heb. Natuurlijk steeds in de onderstelling, dat het weder meewil. We kunnen daarover steeds met elkaar telefonisch afspreken. (Paraaf Joris Lannoo)
Annotations
[1]
Het ereloon van
Openlucht, d.i. een som van 15.000 fr., is vereffend. Op
20 april 1943 stelde Lannoo voor:
Mijn dochter heeft gister haar ministerie van financies te wijd opengezet en er 30.000 fr. in plaats van 15.000 fr. laten uitvloeien. Eerlang verschijnt toch "Openlucht" en dan ben ik reeds er van af U te betalen.
[2]
Het ereloon voor
Minnehandel, een som van 50.000 fr., werd pas op
21 augustus 1943 op de postrekening van Streuvels overgeschreven. Ook dan pas kwamen de eerste exemplaren op de markt.
[3]
Edward Vermeulen,
De Blieckaerts: roman. Derde druk. Tielt, J. Lannoo; Antwerpen, Standaard Boekhandel, s.d. [1943].
[4]
Guido Gezelle,
Loquela. Derde druk. Tielt, J. Lannoo, 1944-1945.
Er werd naar gestreefd om elke maand een aflevering van 48 bladzijden te laten verschijnen. Het contract voor deze uitgave, d.d. 5 maart 1943, werd door beide partijen (Frank Lateur en Joris Lannoo) ondertekend.
[5]
Het boek in Vlaanderen. Jaarboek van de Vereeniging ter bevordering van het Vlaamsche boekwezen en de Vereeniging van Letterkundigen. Brussel. In 1943 verscheen de
Jaarlijksche Catalogus van het Vlaamsche boek als voortzetting van
Het boek in Vlaanderen.
[6]
Het
Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift werd in 1918 opgericht door Alberic De Coene en Frans de Hovre.
[7]
In zijn brief aan Maurits De Meyer van
19 april 1943 had Streuvels de vraag gesteld of het wel klopte dat Baksteen de "vier plaquetten" (
Boomen,
Morgenstond,
Sint-Jan,
Het glorierijke licht) zou illustreren:
De heer Lannoo schrijft me dat Geeraart Baksteen bezig is aan de illustratie voor de vier plaquetten. Dat verrast mij. Hadden wij G. Baksteen niet aangeduid voor den bundel Kerstvertellingen?... Of heb ik het verkeerd op?
[8]
Dorpsgeheimen is uiteindelijk niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[9]
Cf. verder de brief van Joris Lannoo aan Stijn Streuvels van
28 juni 1943.
[10]
Pas op
18 november 1943 kan Joris Lannoo melden dat het papier voor
De blijde dag is aangekomen.
[11]
Ernest Claes,
Herodes. Gent, Ducaju, 1942.
De blauwe snoeckjes, 1. Met houtsneden van Fernand Baudin.
[12]
Langs de wegen,
Dagen,
Het uitzicht der dingen en
Kerstvertellingen zijn uiteindelijk niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[13]
Albert Saverys werd in 1943 aangesproken om twee luxe-uitgaven van Stijn Streuvels' werk van illustraties te voorzien, namelijk
Het leven en de dood in den ast en de
vijftiende druk van De vlaschaard.
[16]
Verlopende tonen berusten op gezichtsbedrog. Het beeld wordt opgelost in puntjes van verschillende grootte. Dat oplossen in puntjes geschiedt d.m.v. een raster, oorspronkelijk twee op elkaar gekitte glazen platen, op de ene waarvan zwarte lijnen in één richting staan, en op de andere net zulke lijnen haaks daarop. De fijnheid van een raster wordt uitgedrukt in lijnen per strekkende centimeter of per strekkende inch. In de klasse 'fijn' vallen de rasters van 48, 54, 60 en 70 lijnen per centimeter. Zij tellen respectievelijk per cm² 2304, 2916, 3600 en 4900 punten. Zichtbaar grof tot zeer grof zijn de rasters 34, 30, 25 en 22, die in kranten worden gebruikt en waarvan de punten met het blote oog zichtbaar zijn.
Huib Van Krimpen, Boek over het maken van boeken, p. 114-115
[17]
Streuvels schreef op
19 april 1943 — naar aanleiding van de proeven van illustratie — aan De Meyer:
Ik ontving de proeven van illustratie voor "Openlucht" (de nieuwe)[,] ze zijn al niet veel beter dan de oude! en ik ben er niet enthousiast mee,- ik zal echter geen moeilijkheden meer maken en maar laten begaan. Met de oude illustraties worden de tekeningen van Gorus bedoeld, die geweigerd had zijn opdracht voor de verluchting van het boek te volbrengen.
[18]
Edard Vermeulen,
De Blieckaerts. Tweede druk. Tielt, Lannoo, [1943]. De werken van Edward Vermeulen (Warden Oom), 12.
[19]
Edward Vermeulen,
Het betooverd hof. Tweede druk. Tielt, J. Lannoo, 1942. De werken van Edward Vermeulen (Warden Oom), 17.
[20]
Edward Vermeulen,
De zotte van 't Abeelenhof. Tweede druk. Tielt, J. Lannoo, s.d.
[21]
Edward Vermeulen (Warden Oom),
Stadhuisratten. Tweede druk. Tielt, J. Lannoo, s.d.
[22]
Streuvels heeft zijn bewerking van
Genoveva van Brabant verschillende malen herwerkt. Zo spreekt men over de twee Genoveva's. '
De groote Genoveva' is uitgegeven in twee delen, en een volksboek:
De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant.
Genoveva van Brabant is niet verschenen in de Lijsternestreeks.
[23]
Streuvels' dochter Dina Lateur vertaalde
Der Hochzeitsschmuck van Erwin Wittstock: Erwin Wittstock,
Het bruidsjuweel.
Tielt, J. Lannoo, 1944. Vertaald door Dina Lateur e.a.