Annotations
[1]
Doodendans werd uiteindelijk niet geïllustreerd door Van Ael, maar door De Coninck. De schetsen van Van Ael zijn niet bij de brief bewaard gebleven.
[2]
Cf. hiervoor verder de brief van Maurits De Meyer aan Stijn Streuvels van
23 oktober 1943.
Werkmenschen is uiteindelijk niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[3]
Het betreft hier de illustratie van H. Van Coppenolle voor
Openlucht.
[4]
Het Duivelstuig is de titel van het vierde deel van
Openlucht (p. 95-144). Het is een anekdotisch verhaal over de koeienboer Van de Velde. Terwijl hij aan het ploegen is, valt een auto, 'een duivelstuig' stil. De inzittenden zouden het op prijs stellen naar een treinhalte gebracht te worden. 's Nachts droomt hij dat hij door een auto wordt overreden.
[5]
De Hogere School voor Architectuur en Sierkunsten (in de Abdij Ter Kameren) werd opgericht door Henri Van de Velde in 1927.
[6]
Kerstvertellingen is uiteindelijk niet verschenen in de
Lijsternestreeks. De "vier plaquetten" (
Boomen,
Morgenstond,
Sint-Jan,
Het glorierijke licht) werden geïllustreerd door G.C. De Bruyne.
[7]
Dorpsgeheimen is uiteindelijk niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[8]
Op
19 april 1943 schreef Streuvels aan De Meyer dat de illustratie van de "vier plaquetten" realistisch moest zijn. Voor de illustratie van
Sint Jan had hij
een landelijk huisje met bloemtuin op het voorplan en een oude waterput voor de deur in gedachten. Daarvan kon hij een foto geven; voor de illustratie van
De boomen stelde hij zich
twaalf groote boomen (populieren) op een hoogen barm, in perspektief, midden het landschap voor. Hij hield er wel aan dat het
wèl populieren zouden zijn en geen canada's of Italianen, hetgeen heel iets anders is in de constructie en bouw van den boom. Hij schreef:
Ik heb gister nog de streek afgezocht om zware populieren te vinden — er zijn er geene meer, daar ze zoo duur kosten, heeft men ze alle geveld! Ik heb er toch foto's van genomen, die in de teekening wat aangedikt kunnen worden.
[9]
Door de papierschaarste was het voor de drukkerijen moeilijk om aan voldoende papier voor hun uitgaven te geraken: eerst moest de goedkeuring gevraagd worden bij de '
Propaganda-Abteilung', daarna pas kon het beschikbare papier door de Papiercentrale gedistribueerd worden. Verder werden er van overheidswege nog allerlei beperkingen opgelegd, zoals het verminderen van het aantal bladzijden, kleinere formaten en lagere oplagen.
Els De Bens, De Belgische dagbladpers onder Duitse censuur (1940-1944), p. 72-79, p. 106-110
[10]
De oogst is het eerste hoofdstuk van
Zonnetij.
Zonnetij is echter niet verschenen in de
Lijsternestreeks.
[11]
De Gouy zorgde voor de illustraties van
Levensbloesem. Volgens het contract voor de
Lijsternestreeks (art. 15) moest Streuvels van elk werk 50 presentexemplaren ontvangen waarvan 15 gebonden exemplaren.
[12]
Van deze uitgave bestaan ook exemplaren met een briefje, geplakt op de titelpagina, met uitgeversadres: Antwerpen. De Sikkel.
R. Roemans en H. Van Assche, Bibliografie van Stijn Streuvels, p. 163