< | Resultaat 1587 van 2531 | > |
---|
De Munter, Longinus (geboren: Robert) (° Dadizele, 1899-03-17 - ✝ Antwerpen, 1991-12-22)
Franciscaan, aalmoezenier, fotograaf.
Volgde onderwijs aan het Sint-Albertuscollege in Kortrijk en het Sint-Antoniuscollege in Lokeren. Op 12 juli 1917 trad De Munter in bij de franciscanen in Turnhout, waar hij zijn humaniora voltooide. Op 16 augustus 1925 werd hij in Sint-Truiden tot priester gewijd. Hij verbleef nadien als predikant in Turnhout. Verder was hij onderpastoor in een mijnwerkersparochie in Heusden-Zolder. Later werkte hij in Hasselt en, vanaf 1941, in Lokeren. Daar werd hij directeur van de zusters Clarissen. Hij nam er de zielzorg voor Italiaanse immigranten op zich en trok rond als predikant en zielzorger. Hij toonde interesse voor religieuze kunstgeschiedenis en publiceerde verscheidene werken hierover. Ook legde hij zich met succes toe op de fotografie. Zijn werk, uitstekende kleinbeeldfotografie, is zeer verwant met de Nieuwe Zakelijkheid. Hij maakte, behalve van vrienden en kunstenaars, ook talrijke gevoelige portretten van zwervers en volksmensen. Na de Tweede Wereldoorlog zette hij zich in voor personen die door de repressie gestraft waren en voor hun familie. Hij werd in 1944 hulpaalmoezenier en een jaar later aalmoezenier in het interneringscentrum in Lokeren. Dat bleef hij tot in 1947. Daar won hij het respect en het vertrouwen van de gevangenen. Hij smokkelde eten in, en brieven in en uit het kamp, en hielp verscheidene families financieel. Tevens documenteerde hij met zijn camera het kampleven in het interneringscentrum; de foto's berusten in het stadsarchief van Lokeren. Hij werd geïnterviewd door Maurits De Wilde voor diens BRTN-documentaire over de repressie. Ook na de repressieperiode bleef hij als fotograaf actief, tot op hoge leeftijd.
Lateur, Frank (° Heule, 1871-10-03 - ✝ Ingooigem, 1969-08-15)
Geboren als Frank Lateur en bakker van opleiding, maar onder zijn pseudoniem Stijn Streuvels als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, Vlaanderen, De Gids en De Nieuwe Gids. De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.
Lateur, Paul (° Ingooigem, 1909-01-04 - ✝ Halle, 1993-06-21)
Kunstenaar.
De enige zoon van Streuvels was geen briljante leerling, maar door zijn artistieke aanleg lag een kunstambacht voor de hand. In 1924 ging hij naar Maredsous, voor een kunstopleiding in de abdijschool. Streuvels had besloten dat zijn zoon edelsmid zou worden. Paul vestigde zich later in Brussel als tekenaar.
Teske, Hans (° Hamburg, 1902 - ✝)
Hoogleraar germanistiek, censor bij de Propaganda-Abteilung.
Teske studeerde aanvankelijk aan de universiteit van Hamburg. Van Hamburg ging hij naar Heidelberg, waar hij in 1924 promoveerde op een proefschrift, getiteld Het binnendringen van de Hoogduitsche Schrijftaal in de Nederlandsche stad Lüneburg. Hij werd medewerker aan het Deutsche Rechtswörterbuch (Pruisische Academie van Wetenschappen) en vestigde zich in 1927 als privaatdocent te Heidelberg. In 1934 werd hij naar Hamburg geroepen voor een leerstoel in de Germaanse Filologie, vooral op het gebied van het Nederduits. Teske was tevens de leider van het Hamburger Wörterbucharchiv aan de Hanzische Universiteit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Teske censor bij de Propaganda-Abteilung.
Propaganda Abteilung
Na de inname van Brussel tijdens de Tweede Wereldoorlog en na het uitbouwen van de 'Militärverwaltung', het militaire bestuur, was er nood aan een propaganda-afdeling ('Propaganda Abteilung') om de nieuwsmedia onder controle te houden. De propaganda-afdeling, met hoofdzetel te Brussel, liet zich vooral in met culturele aangelegenheden. Zo bestonden er afdelingen ('Staffeln'), die elk voor één tak van de kunst instonden (pers, letterkunde, film, radio, ...). De propaganda-afdeling activeerde enkele instellingen. In de eerste plaats werd na de Duitse inval het distributie-agentschap Dechenne (ontstaan in 1908 als 'Agence Dechenne. Messageries de la Presse') opnieuw in werking gesteld als filiaal van het 'Reichsverband deutscher Zeitungsverleger' (RVDZ). Het agentschap verwierf een monopoliepositie voor het verdelen van kranten en tijdschriften, maar het beschikte eveneens over een boekhandel, die naast het distribueren van uitgaven ook haar eigen herdrukken op de markt bracht. Door de papierschaarste was het voor de drukkerijen moeilijk om aan voldoende papier voor hun uitgaven te geraken: eerst moest de goedkeuring gevraagd worden bij de 'Propaganda Abteilung', daarna pas werd het beschikbare papier gedistribueerd door de Papiercentrale. Verder werden er van overheidswege nog allerlei beperkingen opgelegd, zoals het verminderen van het aantal bladzijden, kleinere formaten en lagere oplagen.